14/10 WKMD Verleden tijd werkwoorden + spreken

                                          Welkom!
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

                                          Welkom!

Slide 1 - Slide

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

Slide 2 - Slide

Planning donderdag 16 oktober
  • Plaatje van de dag
  • spreekopdrachten
  • verleden tijd werkwoorden (imperfectums)

Slide 3 - Slide

Lesdoelen: Na deze les ...
  • heb ik mijn woordenschat vergroot
  • heb ik mijn luistervaardigheid vergroot
  • ken ik een deel van de woorden rond het thema lichaam en ziek-zijn 
  • ken ik de vormen van de werkwoorden zijn en hebben (gr 1)
  • ken ik de verleden tijd van veelgebruikte werkwoorden (gr 3)
  • kan ik zinnen gebruiken bij de dokter

Slide 4 - Slide

Schrijf de woorden op bij het plaatje

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Schrijf de woorden op!

Slide 9 - Slide

(hij is) ziek

Slide 10 - Slide

de griep

Slide 11 - Slide

de dokter

Slide 12 - Slide

de koorts

Slide 13 - Slide

de keelpijn

Slide 14 - Slide

(hij is) verkouden

Slide 15 - Slide

hoesten

Slide 16 - Slide

de hoofdpijn

Slide 17 - Slide

de buikpijn

Slide 18 - Slide

de paracetamol

Slide 19 - Slide

de medicijnen

Slide 20 - Slide

het recept

Slide 21 - Slide

de apotheek

Slide 22 - Slide

Bij de dokter: voorbeeldzinnen
  • Goedemorgen meneer/mevrouw...
  • Goedemorgen dokter.
  • Wat is er aan de hand?/Kan ik je helpen?
  • Ik ben ziek.
  • Ik ben verkouden. 
  • Ik heb keelpijn.
  • Ik heb koorts. 
  • Ik hoest.    -> SAMEN LEZEN OP HET PAPIER

Slide 23 - Slide

 opdrachten maken

Slide 24 - Slide

oefenen in groepje

Slide 25 - Slide

Verleden tijd regelmatige werkwoorden: groep 2 + 3
Hoe doe je dat ook alweer?

Slide 26 - Slide

Sofketchup
ja!
-te/ -ten
ge + -t
nee!
-de/ -den
ge + -d
1. - en
2. laatste letter?
let op!
lange klank.  --> leren --> ik leer
korte klank --> passen  --> ik pas

Slide 27 - Slide

De verleden tijd op van de werkwoorden in de ik-vorm
  1. wandelde
  2. fietste
  3. sportte

Slide 28 - Slide

De verleden tijd op van de regelmatige werkwoorden
  • Je voegt in de verleden tijd -te(n) of -de(n) toe.
  • Voorbeeld: pinnen-ik pinde-wij pinden
  • fietsen - ik fietste - hij fietste - wij fietsten

Slide 29 - Slide

regelmatige werkwoorden
drinken
luisteren
betekenen
moeten
begrijpen
spellen
woonen
schrijven
lezen
______________________
ik-vorm
ik-vorm +t
ik-vorm+ en
onregelmatige werkwoorden (p.24)
zijn 
hebben 
doen
gaan
komen


__________________
uit je hoofd leren !!!!

Slide 30 - Slide

Wat is het goede werkwoord?
Gisteren .... (doen) de tv het niet.

Slide 31 - Open question

Wat is het goede werkwoord?
Wij .... (komen) vorige keer niet.

Slide 32 - Open question

Wat is het goede werkwoord?
Fatima....(gaan, vt.) zaterdag naar de stad.

Slide 33 - Open question

Wat is het goede werkwoord?
Zij....(zijn) naar de stad .....(gaan)

Slide 34 - Open question

Wat is het goede werkwoord?
....(zijn) jij vandaag naar school .....?(komen)

Slide 35 - Open question

Lesdoelen: Na deze les ...
  • heb ik mijn woordenschat vergroot
  • heb ik mijn luistervaardigheid vergroot
  • ken ik een deel van de woorden rond het thema lichaam en ziek-zijn 
  • ken ik de vormen van de werkwoorden zijn en hebben (gr 1)
  • ken ik de verleden tijd van veelgebruikte werkwoorden (gr 3)
  • kan ik zinnen gebruiken bij de dokter

Slide 36 - Slide