3.2 fases van water

2 BK NaSk
Hoofdstuk:
3

Paragraaf:
2. Fasen van water
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2 BK NaSk
Hoofdstuk:
3

Paragraaf:
2. Fasen van water

Slide 1 - Slide

Planning
Leerdoelen
Uitleg paragraaf 3.2
Even checken
Aan de slag
Lesafsluiten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert...:
...welke drie fasen van water er zijn
...wat er gebeurt als water bevriest of smelt
...wat er gebeurt als water verdampt of condenseert
...wat stoom is

Slide 3 - Slide

De drie toestanden waarin je water (en andere stoffen) kunt tegenkomen, noem je fasen.
Water komt in de natuur voor:
• als vaste stof: ijs;
• als vloeistof: (vloeibaar) water;
• als gas: waterdamp.

Slide 4 - Slide

Let op: Waterdamp zelf is niet zichtbaar. 
Vast
Vloeibaar
Gas

Slide 5 - Slide

Waterdamp zichtbaar maken
Als je ademt tegen een koud glas 
(de waterdamp in je adem 
wordt zichtbaar)

Slide 6 - Slide

Mist
Als het buiten mistig is, kun je niet ver kijken. Mist is goed zichtbaar en kan dus niet uit waterdamp bestaan.

 Mist bestaat uit kleine druppeltjes vloeibaar water die in de lucht zweven.


Slide 7 - Slide

Vast
Vloeibaar
Gas

Slide 8 - Slide

faseovergangen
Wanneer het warmer of kouder wordt verandert water in een andere vorm 
Bijv.: van vloeibaar naar gas OF van vloeibaar naar vast
Door verwarmen of afkoelen vindt een fase-overgang plaats. 

Slide 9 - Slide

3 Veranderen van Fase

Slide 10 - Slide

3 Veranderen van Fase
Deze 2 komen later

Slide 11 - Slide

Smelten
Een vaste stof word een vloeistof.


Chocola smelten!

Slide 12 - Slide

Condenseren
Een gas wordt vloeistof!


Denk aan de spiegel in de badkamer als je gedoucht hebt 

Slide 13 - Slide

Stollen
Een vloeistof word een vaste stof

Denk aan kaarsvet! Als een kaars afkoelt word het weer vast. 

Slide 14 - Slide

Bevriezen
= stollen, maar dan alleen als het om water gaat

Denk aan water wat bevriest tot ijs

Slide 15 - Slide

Verdampen
een vloeistof word een gas!


Parfum is ook een mooi voorbeeld.

Slide 16 - Slide

Even checken

Slide 17 - Slide

Stoffen komen voor in maximaal drie fasen, welke zijn dat?
A
hard, zacht en wolken
B
vast, beweegbaar en los
C
ijs, water en damp
D
vast, vloeibaar en gas

Slide 18 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 19 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 20 - Quiz


A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 21 - Quiz

Welke fase-overgang is er, wanneer je en gesmolten ijsje in de vriezer legt
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 22 - Quiz

Wat gebeurt er als je water flink gaat verwarmen?
A
Smelt
B
Verdampt
C
Condenseert
D
Stolt (Bevriezen)

Slide 23 - Quiz

Maak  paragraaf 3.2 opdracht 1 t/m 14 (blz 144 t/m 151) Niet de oranje stukken!
Klaar? Nakijken & verbeteren, daarna evt extra opdracht 

Zelfstandig aan het werk
timer
15:00
Laatste 4 min van de les sluiten we af en ruim je op
Helemaal niet praten en geen vragen stellen
Je mag fluisterend overleggen met buurman/buurvrouw
Je mag vragen stellen aan mij
Je hoeft niet meer te fluisteren. Vragen stellen mag

Slide 24 - Slide

Leerdoelen
Je leert...:
...welke drie fasen van water er zijn
...wat er gebeurt als water bevriest of smelt
...wat er gebeurt als water verdampt of condenseert
...wat stoom is

Slide 25 - Slide