4.5 - Onderzoek naar evolutie (A4)

Thema 4 - Evolutie
Atheneum 4
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 4 - Evolutie
Atheneum 4

Slide 1 - Slide

Thema 4 - Evolutie
4.1 - Ontwikkeling van het leven
4.2 - Prokaryoten
4.3 - Eukaryoten
4.4 - De evolutietheorie
4.5 - Onderzoek naar evolutie
4.6 - Evolutie in populaties
4.7 - Ontstaan van soorten

Slide 2 - Slide

4.4 - De evolutietheorie
Herhaling

Slide 3 - Slide

Wat houdt natuurlijke selectie in?

Slide 4 - Slide

Wat is een mutatie

Slide 5 - Slide

Wat is selectiedruk?

Slide 6 - Slide

4.5 - Onderzoek naar evolutie

Slide 7 - Slide

Doelen van deze paragraaf
Je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap
Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en verschillende diersoorten
Je kunt een stamboom en een cladogram aflezen en construeren

Slide 8 - Slide

Anatomie en verwantschap

De bouw en functie van een organisme, en delen er van worden de Anatomie genoemd. 

Slide 9 - Slide

Verwantschap
Anatomie: de bouw en functie van het organisme en de delen ervan

Homologe organen
  • Ontstaan uit dezelfde grondvorm
  • Hetzelfde bouwplan
  • Verschillende functie door aanpassing aan verschillende milieus
  • Duidt op verwantschap (de organismen hebben een (recente) gemeenschappelijke voorouder)

Slide 10 - Slide

Geen verwantschap
Anatomie: de bouw en functie van het organisme en de delen ervan

Analoge organen
  • Overeenkomstige vorm en functie
  • Niet dezelfde grondvorm
  • Aanpassing aan zelfde milieu
  • Niet berust op verwantschap

Slide 11 - Slide

Rudimentaire organen

Slide 12 - Slide

Cladistiek
  • Cladistiek = methode om organismen in te delen in groepen genaamd clades

  • Clade(s) (klados = tak) = een gedeelde voorouder en alle evolutionaire nakomelingen

  • Cladogram = een schematische weergave van verwantschap tussen soorten (evolutionaire stamboom)

Slide 13 - Slide

Biochemie en verwantschap
Door te kijken naar de overeenkomsten in biochemie bij organismen (bijv. het voorkomen van Hemoglobine of RNA) kan de verwantschap bepaald worden. 

Slide 14 - Slide

Verwantschap en DNA
Vergelijking ribosomaal RNA (genetisch materiaal) geeft inzicht in verwantschap
Hierdoor zijn de bacteriën en archaea in twee groepen ingedeeld

Slide 15 - Slide

Verwantschap
Hoe bepaal je verwantschap tussen soorten?

  • Homologe organen 
  • overeenkomstige lichaamsbouw/uiterlijk
  • DNA


Slide 16 - Slide

Vragen

Slide 17 - Slide

Bij analoge bouw

A
is de functie het zelfde en is er sprake van een zelfde bouwplan
B
is de functie het zelfde en is er sprake van een verschillend bouwplan
C
is de functie anders en is er sprake van een zelfde bouwplan
D
Is de functie anders en is er sprake van een ander vouwplan

Slide 18 - Quiz

Homoloog of analoog?
A
Homoloog
B
Analoog

Slide 19 - Quiz


Homologe ontwikkeling in de evolutie

Welke van de deze structuren zijn homoloog?
 

 



A
de vleugels van nachtegalen en sprinkhanen
B
de voorpoten van vleermuizen en walvissen
C
het hart van kevers en hagedissen
D
het skelet van krabben en schildpadden

Slide 20 - Quiz

Welk dier is het meest verwant aan dier 5 op grond van dit cladogram?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quiz

Wanneer spreek je van verwantschap?
A
Als dieren in hetzelfde leefgebied wonen.
B
Als er overeenkomst is in het DNA
C
Als er overeenkomst is in het dieet (wat dieren eten)
D
Als er geen enkele overeenkomst is tussen dieren.

Slide 22 - Quiz

Aan het werk
Maken: 
62 t/m 68
Lezen: 
4.6
Begrippen:
anatomie
homoloog
verwantschap
analoog
rudimentaire organen / rudimenten
clade
cladogram
cladistiek

Doelen:
Je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap
Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en verschillende diersoorten
Je kunt een stamboom en een cladogram aflezen en construeren

Slide 23 - Slide