Vwo 3 Nectar 11.2 deel 1

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Paragraaf 11.2

11

Deze periode (TW3)

• Hoofdstuk 11: Voortplanting

Deze periode (TW3)

Deze periode (TW3)

Tijdens de menstruatie wordt het baarmoederslijmvlies:

1. Dikker
2. Dunner

Welke proces vindt plaats bij P?

1. Bevruchting
2. Menstruatie
3. Eisprong
4. Innesteling

In welke periode heeft menstruatie plaatsgevonden?

1. P
2. Q
3. R
4. Er heeft geen menstruatie plaatsgevonden.

Leerdoel 3: Menstruatiecyclus

Menstruatie

Baarmoederslijmvlies verdikt

Ovulatie

Vruchtbare periode

Bij de menstruatie wordt....

1. De bevruchte eicel afgestoten
2. De onbevruchte eicel afgestoten
3. De onbevruchte eicel met al het baarmoederlijmvlies afgestoten
4. Al het onlangs gevormde baarmoederslijmvlies afgestoten

Paragraaf 11.1: Man en vrouw

Paragraaf 11.2: Bevruchting

Menstruatiecyclus

Bevruchting

Bevruchting eicel

www.bioplek.org

Bevruchting eicel

Klievingsdeling

BiNaS 86E

Wat is bevruchting ?

1. als de eisprong plaatsvindt
2. als het eicelletje gaat innestelen in de baarmoeder.
3. de kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel
4. als de vrouw ongesteld wordt

Bij de ontwikkeling van een eicel bevindt de eicel zich in een follikel

1. Juist
2. Onjuist

Als een eicel bevrucht wordt, waar is de eicel dan?

1. eierstokken
2. eileider
3. baarmoeder
4. vagina

Kan een bevruchte eicel in de eileider van een volwassen vrouw voorkomen? En een onbevruchte eicel?

1. beiden kunnen voorkomen in de eileider
2. alleen een bevruchte eicel kan voorkomen in de eileider, een onbevruchte eicel niet
3. alleen een onbevruchte eicel kan voorkomen in de eileider, een bevruchte eicel niet
4. beiden kunnen niet voorkomen in de eileider

Een eicel is .....

1. kleiner dan de zaadcel
2. even groot als een zaadcel
3. groter dan een zaadcel

Bij de mens is de eicel groter dan de zaadcel. Dit hangt samen met het feit dat de eicel...

1. een dubbele kern bevat
2. meer erfelijke informatie bevat dan de zaadcel
3. meer reservestoffen bevat dan de zaadcel
4. extra ruimte nodig heeft om de zaadcel te kunnen opnemen

• Lezen 11.2 (5 min!)
• Maken 11.2: opdracht 1, 2, 4-6, 8-11

Aan het werk