HNE Duits H2: K5.4 trappen van vergelijking

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht

Heute:

Mittwoch 24. Mai 2023
Woche 21 - Frühling 

Was machen wir heute?

• Aktuelles (ein bisschen Nachrichten)
• ein bisschen Grammatik
• wir hören
• lesen

www.zdf.de

Was machen wir heute?

• Aktuelles (ein bisschen Nachrichten)
• ein bisschen Grammatik
• wir hören
• lesen

Wat zijn de trappen van vergelijking?

Grammatik C (S. 81)

Net als in NL: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap

stellende trap	vergrotende trap	overtreffende trap
klein	kleiner	am kleinsten
woord	woord + -er	am woord + -sten

Bijvoegelijk naamwoord eindigt op een klinker of op -d of -t of een sis-klank dan >> +esten

Grammatik C (S. 81)

stellende trap	vergrotende trap	overtreffende trap
neu	neuerkleiner	am neuesten
breit	breiter	am breitesten
hübsch	hübscher	am hübschesten
komisch	komischer	am komischsten

Bijvoegelijk naamwoord eindigt op een klinker of op -d of -t  dan >> +esten

(bij sis-klank met klemtoon laatste klank ook)

Grammatik C (S. 82)

stellende trap	vergrotende trap	overtreffende trap
alt	älter	am ältesten
kurz	kürzer	am kürzesten
hoch	höher	am höchsten

Bijvoegelijk naamwoorden met een kleiner a, u of o en met een lettergreep krijgen ook nog een Umlaut

Grammatik C (S. 82)

stellende trap	vergrotende trap	overtreffende trap
gern	lieber	am liebsten
oft / häufig	öfter / häufiger	am häufigsten
gut	besser	am besten
viel	mehr	am meisten

ONREGELMATIG

Grammatik C (S. 82)

vergelijken?

Er ist genau so groß wie sie - even groot als zij

Er ist größer als sie - hij is groter dan zij

Er ist am größten - hij is het grootst

Mache 7, 8 + 9 (S. 82 = Hausaufgaben)

Übung 8, Seite 76-77

Hören

De belangrijkste strategie vooraf

Jetzt lesen wir

Tekst 1 + 2 + 3 - benutze ein Wörterbuch

Lesen Cito Text 4 tm 7 

Stappenplan

1. Oriëntatie: Bekijk de tekst, titel, tussenkopjes, lay-out, plaatjes, bron.            Lees de inleiding. Voorspel: Waarover zou de tekst kunnen gaan? 

2. Vraag en antwoorden lezen (per alinea) + markeren kernwoorden

3. Tekst(deel) lezen + markeren belangrijke tekstdelen

4. Beantwoorden vraag.

Zeit: 10 Minuten, danach besprechen

Klaar  = woordjes leren.