Les 4 5.2 en 5.3 Koolstof- en stikstofkringloop

Les 4 5.2 en 5.3 Koolstof- en stikstofkringloop
  • Startopdracht (herh. 5.2 m.b.v. lessonup)
  • Leerdoelen
  • Korte uitleg bij 5.3 (keuze)
  • Zelfstandig werken
  •  Terugblik, huiswerk en vooruitblik
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 4 5.2 en 5.3 Koolstof- en stikstofkringloop
  • Startopdracht (herh. 5.2 m.b.v. lessonup)
  • Leerdoelen
  • Korte uitleg bij 5.3 (keuze)
  • Zelfstandig werken
  •  Terugblik, huiswerk en vooruitblik

Slide 1 - Slide

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Hout, turf en waterkracht
B
zonnebloemolie, kool, houtskool
C
ijzererts, goud en stookolie
D
steenkool,aardolie, aardgas

Slide 2 - Quiz

In welke vorm kan koolstof in de koolstofkringloop NIET voorkomen?
A
CO2
B
C6H12O6 (glucose)
C
N2
D
CH4 (methaan)

Slide 3 - Quiz

De koolstofkringloop is belangrijk voor het leven omdat:
A
planten zuurstof omzetten in water
B
planten zuurstof produceren
C
planten door fotosynthese glucose maken en CO2 opnemen
D
er door verbranding CO2 vrijkomt

Slide 4 - Quiz

In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop hebben verbranding (=dissimilatie)?
A
planten
B
dieren
C
dieren en schimmels
D
zowel planten, dieren als schimmels

Slide 5 - Quiz

Hoe komt koolstof bij de koolstofkringloop weer terug in de lucht?
A
Door fotosynthese
B
Doordat organisme elkaar opeten
C
Door de reducenten
D
Door verbranding

Slide 6 - Quiz

Wanneer is de koolstofkringloop verstoord?
A
Als er minder koolstofdioxide geproduceerd wordt dan verwerkt kan worden door de planten
B
Als er meer koolstofdioxide geproduceerd wordt dan verwerkt kan worden door de planten
C
Als er minder zuurstof geproduceerd wordt door de planten dan koolstofdioxide
D
Als er meer zuurstof geproduceerd wordt door de planten dan koolstofdioxide

Slide 7 - Quiz

Door koolstofdioxide in de lucht is er het broeikaseffect.
Wat is het broeikaseffect?
A
Het afgeven van warmtestraling vanaf de zon naar de aarde.
B
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de ruimte naar de aarde.
C
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de aarde naar de ruimte.

Slide 8 - Quiz


Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 9 - Quiz


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 10 - Quiz

wat zijn voorbeelden van biobrandstoffen?
A
biodiesel uit algen
B
biogas uit afval
C
biogassen uit planten
D
allemaal

Slide 11 - Quiz

Casper en Hans doen een uitspraak over biobrandstoffen.
Casper zegt dat alle biobrandstoffen klimaatneutraal zijn.
Hans zegt dat er voor biobrandstof uit algen geen landbouwgrond nodig is om algen te laten groeien.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Alleen Casper heeft gelijk
B
Alleen Hans heeft gelijk
C
Casper en Hans hebben allebei gelijk
D
Casper en Hans hebben geen van beide gelijk

Slide 12 - Quiz

Leerdoelen
  • Ik kan de begrippen toepassen die genoemd worden in 5.3
  • Ik kan uitleggen hoe de stikstofkringloop werkt en waarom de vorming van gebonden stikstof een belangrijke stap is.
  • Ik kan uitleggen hoe het Haber-Boschproces de stikstofkringloop beïnvloedt 

Slide 13 - Slide

Korte inleiding 5.3 Stikstofkringloop
ii
ammoniak (l) + zuurstof (g) -> salpeterzuur (l) + water (l)
ammoniak (l) + salpeterzuur (l) -> kunstmest (s)

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken
Lz. 5.3 Stikstofkringloop
Maak een schematische tekening van de stikstofkringloop
H: m. opdr. 29, 30, 31, 32, 34
V: m. opdr. 29, 30, 31, 32, 33, 35

Slide 15 - Slide

Terugblik, huiswerk, vooruitblik
*Korte vraag over de stikstofkringloop
* Huiswerk: De opdrachten maken + leren 5.1 t/m 5.3 + nakijken gemaakte opdrachten 5.1 + 5.2
* In de komende lessen:
             Herhaling 5.1 t/m 5.3
              Theorie + practicum bij 5.4
              Inleveren huisproef


Slide 16 - Slide