Oefentoets Zintuigen

22. De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat
A
waar
B
niet waar
1 / 27
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

22. De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

Gewenning betekent dat een zintuig steeds dezelfde impulsen doorgeeft
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Zenuwcellen die van zintuigen naar het ruggenmerg lopen heten:
A
bewegingszenuwcellen
B
schakelzenuwcellen
C
gevoelszenuwencellen

Slide 3 - Quiz

In je oog gaat het licht achtereenvolgens door:
A
Pupil - hoornvlies - lens - glasachtig lichaam - netvlies
B
Hoornvlies - lens - pupil - glasachtig lichaam - netvlies
C
Hoornvlies - pupil - lens - glasachtig lichaam - netvlies
D
Hoornvlies - pupil - lens - netvlies - glasachtig lichaam

Slide 4 - Quiz

Wat is een zintuig?
A
Een orgaan dat reageert op impulsen
B
Een orgaan dat reageert op prikkels

Slide 5 - Quiz

Een zintuig met een hoge drempelwaarde
zal eerder reageren op een prikkel dan
een zintuig met een lage drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
het hoornvlies.
B
het netvlies
C
het vaatvlies
D
harde oogvlies

Slide 7 - Quiz

De adequate prikkel voor de koude zintuigen in je huid/tong zijn ...
A
Lagere temperatuur
B
Vorm en structuur
C
Pijn
D
Hogere temperatuur

Slide 8 - Quiz

Wat is de drempelwaarde van een zintuig?
A
De sterkste prikkel die een impuls veroorzaakt
B
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt
C
Dat is de adequate prikkel
D
Dat is verschillend

Slide 9 - Quiz

In welk zintuig bevinden zich de kleinste botjes van het lichaam?
A
Oor
B
Neus
C
Mond
D
Huid

Slide 10 - Quiz


De kleinste prikkelsterkte die nog een impuls veroorzaakt in een zintuig noemt men:
A
Prikkeldrempel
B
Impulsdrempel
C
Drempelwaarde
D
Adequate prikkel

Slide 11 - Quiz

De zintuigcellen van het reukzintuig hebben...
A
geurharen
B
reukharen
C
trilharen
D
neusharen

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van het koude zintuig?
A
Reageert op dingen die warme zijn als je huid
B
Reageert op dingen die koude zijn dan je huid
C
Reageert op dingen die de zelfde temperatuur heeft als je lichaam
D
Reageert op alleen vloeistof.

Slide 13 - Quiz

De zintuigen voor geluid vind je in ...…?
A
het slakkenhuis
B
de gehoorbeentjes
C
het trommelvlies
D
de oorschelp

Slide 14 - Quiz

In welke situatie trekken de straalsgewijs lopende spieren in je oog samen?
A
Als je een donkere ruimte in komt lopen.
B
Als je in de zon zit en een boek aan het lezen bent.
C
Als je tegen de zon in probeert te kijken.
D
Als iemand een bal naar je hoofd gooit.

Slide 15 - Quiz

3. Al je zintuigen samen vormen het...
A
zenuwstelsel
B
zintuigenstelsel
C
hersenstelsel
D
zintuigkanaal

Slide 16 - Quiz

Kegeltjes zijn zintuigcellen van het oog en hiermee zie je:
A
zwart-wit
B
zowel kleur als zwart-wit
C
kleur
D
niks want je kijkt met de staafjes

Slide 17 - Quiz

Voor welke twee prikkels heeft een mens geen zintuigen?
A
Aanraking en geluid
B
Koude en warmte.
C
Licht en smaak.
D
Magnetisme en waterstroming

Slide 18 - Quiz

De blinde vlek heeft zintuigcellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

In je hersenen word je je bewust van de smaak van een gehaktbal. Welke zintuig of zintuigen sturen dan impulsen naar de hersenen?
A
alleen de smaakzintuigen
B
alleen de reukzintuigen
C
smaakzintuigen en reukzintuigen

Slide 20 - Quiz

In welk onderdeel van het oog komt licht binnen?
A
Iris
B
Pupil
C
Netvlies
D
Staafjes en kegeltjes

Slide 21 - Quiz

Het oog is het zintuig om licht op te vangen. In welke laag van het oog bevinden zich de zintuigen voor het licht?
A
vaatvlies
B
netvlies
C
harde oogvlies
D
hoornvlies

Slide 22 - Quiz

Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 23 - Quiz

De buurvrouw kan haar balans niet houden. Welk zintuig functioneert niet voor deze buurvrouw?
A
Het oog
B
Het oor
C
De mond
D
De neus

Slide 24 - Quiz

Welke zintuigen liggen niet in de huid?
A
tastzintuigen
B
warmtezintuigen
C
evenwichtszintuigen
D
drukzintuigen

Slide 25 - Quiz

Je hebt geleerd dat je waarneemt via je zintuigen. Wat is GEEN zintuig?
A
Pijnzintuig
B
Tastzintuig
C
Warmtezintuig
D
Huidzintuig

Slide 26 - Quiz

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren
D
de oogkas

Slide 27 - Quiz