Basisstof 7: Energiestroom in een ecosysteem + Basisstof 8: Voedselproductie

Thema 6: Ecologie en milieu
Basisstof 7: Energiestromen
Basisstof 8: Voedselproductie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 6: Ecologie en milieu
Basisstof 7: Energiestromen
Basisstof 8: Voedselproductie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg basisstof 7 en 8
  • Aan het werk!
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • De energiestroom in een ecosysteem beschrijven;
  • De landbouw in Nederland beschrijven.

Slide 3 - Slide

Trofische niveaus
Binnen een voedselketen spreek je van trofische niveaus als je kijkt naar de plaats van een organisme.
  • Planten zijn autotroof: kunnen zelf energierijke stoffen maken
  • Organismen zonder bladgroen zijn heterotroof: afhankelijk van andere organismen voor energierijke stoffen

Slide 4 - Slide

Trofische niveaus
  • Producenten (planten) zijn het eerste trofische niveau.
  • Consumenten zijn het tweede, derde en verdere trofische niveau.
  • Per trofisch niveau neemt de biomassa af.

Slide 5 - Slide

Energiestroom
  • Energie wordt doorgegeven van het ene trofische niveau naar het andere: energiestroom.
  • Bij verbranding van glucose komt energie vrij. Glucose is een energierijke stof

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Energiestroom
  • Voor de productie van bouwstoffen en het vervoer van stoffen is energie nodig.
  • Dit komt vrij door de verbranding van glucose.
  • Biomassa gaat verloren door verbranding (warmte) en door afval van organismen.

Slide 8 - Slide

Voedselproductie
Landbouw zorgt voor de productie van ons voedsel:
  • Akkerbouw (aardappels, suikerbieten, graan);
  • Veeteelt (koeien, varkens, kippen, schapen, geiten);
  • Tuinbouw (kassen, groenten, fruit).

Slide 9 - Slide

Voedselproductie
  • Door veredeling wordt de opbrengst van voedselgewassen en landbouwhuisdieren vergroot.
  • Door mest (organisch of kunst) kunnen planten sneller groeien (door veel stikstof).
  • Door insecticiden worden planten beschermd tegen plagen en plantenziekten.

Slide 10 - Slide

Gewasbescherming
Door overmatig gebruik van pesticiden kunnen plagen resistent worden.
  • Ze zijn immuun voor de pesticide: er moet een nieuwe ontwikkeld worden

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Gewasbescherming
Je kan ook je gewassen biologisch beschermen door natuurlijke vijanden in te zetten:
  • Lieveheersbeestjes tegen bladluizen;
  • Sluipwespen tegen witte vliegen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Biologische landbouw
Door geen monocultuur aan te houden op je stuk grond is de kans op plagen kleiner.
  • Je doet hierbij aan vruchtwisseling.
Bij biologische landbouw wordt er meer rekening gehouden met plant en dier.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 t/m 8 van thema 6
Hoe: Fluisteren met je directe buur
Tijd: 15 minuten
Hulp: Raadpleeg je boek/buur of steek je vinger op
Klaar: Nakijken en verbeteren, alvast leren voor de toets

Slide 21 - Slide