Zinsontleding

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Zinsdelen en zinsontleding

Wat gaan we doen vandaag?

• herhalen PV en werkwoorden
• Filmpje kijken 
• Vragen beantwoorden over het filmpje 
• Opdrachten maken

Hoe vind je de persoonsvorm?

Wat is de PV in de zin:
Jan haalt een kaas op de markt in Gouda.

Wat is het gezegde in de zin:
De leraar is tijdens de les niet op komen dagen.

Zoek het onderwerp (ow).

Wie of Wat + de persoonsvorm.

Onderwerp

Zin                                          Wie / Wat +pv    Onderwerp

Wij gaan brood kopen. → Wie gaan? →     Wij

 

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Toledo en meneer Vriesema leggen het onderwerp uit.

1. Mevrouw Toledo
2. Mevrouw Toledo en meneer Vriesema
3. meneer Vriesema
4. het onderwerp

Wat is het ow uit onderstaande zin?

De jongens gooiden sneeuwballen tegen de ramen.

Onze kat had een muis gevangen.
Wat is het onderwerp in deze zin?

1. onze kat
2. had
3. een muis
4. had gevangen

De tamme grasparkiet vliegt door de kamer.

Het onderwerp is:

Doel van de les:

Aan het einde van de les weet ik hoe ik een zin in zinsdelen kan verdelen. Ik oefen hiermee online en met mijn opdrachten.

Ik vind het onderwerp in de zin. 

Wat is de eerste stap van zinsontleding?

Gisteren vertelde Alfred aan de kinderen een droevig verhaal.

Eerste stap?!

Stappenplan zin ontleden

1. Zoek de persoonsvorm.

Zet een streep voor en achter de persoonsvorm.

2. Zoek het gezegde. Zet ook hier een streep voor en achter.

3. Welk stukje kan ik voor de persoonsvorm plaatsen?

4. Zet daar strepen omheen, want ook dat is een zinsdeel. 

Welke zin is goed in zinsdelen opgedeeld?

1. De leerlingen /hebben gisteren/ een kahoot /gemaakt
2. De leerlingen/ hebben /gisteren een kahoot /gemaakt
3. De leerlingen/ hebben/ gisteren/ een kahoot /gemaakt
4. De/ leerlingen/ hebben /gisteren/ een / kahoot/ gemaakt

Ontleed de volgende zin: Aan het einde van de les kan iedereen zinnen ontleden!

Wat heb je geleerd?