1MH - 6.1 Kwadraten en wortels

H6 Kwadraten en wortels
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6 Kwadraten en wortels

Slide 1 - Slide

H6 Kwadraten en wortels
leerdoelen 6.1:
weten wat kwadraten zijn
berekenen van kwadraten
rekenvolgorde met kwadraten
weten wat negatieve kwadraten zijn
weten wat wortels zijn

Slide 2 - Slide

4² is een kwadraat

Slide 3 - Slide

4² is een kwadraat
4² betekent 4 x 4

Slide 4 - Slide

4² is een kwadraat
4² betekent 4 x 4
4² = 16

Slide 5 - Slide

Bereken: 7²
A
14
B
49

Slide 6 - Quiz

Bereken: 9²
A
18
B
81

Slide 7 - Quiz

Bereken: 1²
A
1
B
2

Slide 8 - Quiz

Bereken: 8²
A
16
B
64

Slide 9 - Quiz

Bereken: 0²
A
0
B
1
C
2

Slide 10 - Quiz

... ² = 81
A
3
B
6
C
9
D
40,5

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Opgave
Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.


Uitwerking

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Opgave
Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.


Uitwerking

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
Opgave
Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.


Uitwerking

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Opgave
Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.


Uitwerking

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
Opgave
Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.


Uitwerking

Slide 17 - Slide

Voorbeeld
Opgave
Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.


Uitwerking

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
Opgave
Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.


Uitwerking

Slide 19 - Slide

Voorbeeld
Opgave
Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.


Uitwerking

Slide 20 - Slide

Voorbeeld
Opgave
Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.


Uitwerking

Slide 21 - Slide

Negatieve getallen kwadrateren
Kwadrateren betekent het kwadraat uitrekenen van een getal.
Bij een kwadraat wordt alleen het getal wat er voor de 2 staat meegenomen.
Dus als we naar -6² kijken, dan kijken we alleen naar de 6.  De min blijft dus staan.
Dus: -6² = -6 x 6 = -36

Nu komt de uitzondering:

Als een negatief getal tussen haakjes staat, neem je de min wel mee.
Dus:  (-6)² = -6 x -6 = 36

Tussen haakjes ---> positief.                             Geen haakjes -----> negatief.

Slide 22 - Slide

Uitleg: rekenen met negatieve kwadraten
Om te onthouden:
-62 betekent -6 x 6
(-6)2 betekent -6 x -6

Als je de vraag krijgt: bereken het kwadraat van -5, gebruik altijd haakjes. Vul deze ook in op je rekenmachine!
negatief x positief = negatief
negatief x negatief = positief

Slide 23 - Slide

(-3)² =
A
-9
B
9
C
-6
D
6

Slide 24 - Quiz

worteltrekken

Slide 25 - Slide

Wortels
Min is het tegenovergestelde van plus.
Delen door is het tegenovergestelde van vermenigvuldigen.
Dan moet er dus ook een tegenovergestelde zijn van een kwadraat. 
Dat is de wortel trekken.

Bij een wortel ga je op zoek naar het getal dat in het kwadraat uitkomt op het getal.
Dus bijv.: √64 = ? 

Welk kwadraat komt uit op 64?

Dus √64 = 8

Slide 26 - Slide

Worteltrekken

Slide 27 - Slide

√36 =

Slide 28 - Open question

√81 =

Slide 29 - Open question

Huiswerk
m. par. 6.1, oef. 3-6, 10-13, 16-18, 20

Slide 30 - Slide

Te maken opdrachten
H6.1:
Te maken opdrachten:   2 t/m 5 zie studiewijzer
Ben je klaar ? Numo maken,


  • Opgave stap voor stap op de juiste manier uitwerken.
  • Fout?! en niet meer kunnen veranderen, dan uitwerken in je schrift
verplicht te doen

Slide 31 - Slide

Zelfstandig werken
timer
10:00

Slide 32 - Slide