Comparison

Vergelijkingen (Comparisons)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vergelijkingen (Comparisons)

Slide 1 - Slide

in het Engels zet je dan -er achter het woord 
small - smaller
fast - faster
high - higher
       small           smaller
1

Slide 2 - Slide

2
woorden die eindigen op -e
vergrotende trap: r
overtreffende trap: st
a large dog
a larger dog
the largest dog

Slide 3 - Slide

3
woorden die eindigen op -y
Bij de overtreffende trap komt er een -st achter het woord
a lazy dog
a lazier dog
the laziest dog

Slide 4 - Slide

4
woorden die eindigen op medeklinker + klinker
medeklinker verdubbelt
a fat dog
a fatter dog
the fattest dog

Slide 5 - Slide

er zijn ook lange bijvoeglijke naamwoorden. Deze hebben 3 of meer lettergrepen
  • beautiful
  • intelligent
  • wonderful
  • exciting
  • difficult

Slide 6 - Slide

Bij deze lange woorden maak je de vergrotende trap door more voor het woord te zetten
  • more beautiful
  • more intelligent
  • more wonderful
  • more exciting

Slide 7 - Slide

Here is Emily. She's six years old. Her brother is nine, so he is...........
A
old
B
older
C
olden
D
oldest

Slide 8 - Quiz

This magazine is cheap, but that
one is...........
A
cheaper
B
cheaping
C
cheap
D
cheapest

Slide 9 - Quiz

Vul het goede antwoord in:
She is (smart).... than her brother

Slide 10 - Open question

Vul het goede antwoord in:
You won the lottery? You must be the ………………… (lucky) person in the world.

Slide 11 - Open question

This is .............
exercise on the worksheet.
A
the difficultest
B
the most difficult
C
the most difficultest
D
the more difficulter

Slide 12 - Quiz

My sweater is .............
than yours.
A
cheap
B
cheaper
C
cheapper
D
cheapest

Slide 13 - Quiz

Deze rijtjes moet je uit je hoofd leren :


  • much/many - more - most
  • little/ few - less - least
  • bad - worse - worst
  • good - better - best

Slide 14 - Slide

Oh no, this is my ............ nightmare!
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 15 - Quiz