NOVA 6.1 les 1 Energie effect

6.1 Energie effect
H6.1 Reactiewarmte
1 / 28
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.1 Energie effect
H6.1 Reactiewarmte

Slide 1 - Slide

Deze les

  • Herhalen hoofdstuk  6
  • Controle huiswerk opgave 3, 4, 5, 7, 11, 14 en 15
  • Tijdens de les werken aan voorbeeldopgave werkblad vormingswarmte

Slide 2 - Slide

Herhalen hoofdstuk 6
Sommige reacties verlopen niet of nauwelijks, terwijl andere reacties explosief verlopen. Met een katalysator kun je reacties sneller laten verlopen. Bij alle reacties is sprake van een energie-effect. Een reactie kan aflopend zijn, maar er kan zich ook een evenwicht instellen. Al deze onderwerpen komen aan bod in dit hoofdstuk: reacties in beweging

LET OP: van hoofdstuk 6 doen we alleen H6.1, H6.2 en H6.3!

Slide 3 - Slide

Leerdoelen H6.1 - deel 1
  • je kunt uit een temperatuurverandering afleiden of een reactie endotherm of exotherm is
  • je kunt een volledig energiediagram (met alle bijschriften) tekenen


Slide 4 - Slide

Waarom leer je dit?
Wanneer een reactie energie nodig heeft om te verlopen, moet een bedrijf energie inkopen. Het is belangrijk om te kunnen berekenen hoeveel energie er nodig is.
Wanneer er bij een reactie warmte vrijkomt, moet de reactor gekoeld worden, om te zorgen dat deze niet oververhit raakt. Dit zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot een explosie. Het is daarom belangrijk om te kunnen berekenen hoeveel warmte er vrijkomt.

Slide 5 - Slide

Wet van behoud van energie
  • Energie kan niet verloren gaan!
  • Energie kan wel van vorm veranderen  (energie-omzetting), bijvoorbeeld:
      chemische energie --> warmte (bij verbranden van aardgas)

      chemische energie --> licht (bij verbranden van Mg)
      chemische energie --> elektrische energie (in een batterij)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Verdampen van alcohol.
A
exotherm
B
endotherm

Slide 9 - Quiz

Ontstaan van rijp op grassprietjes
("rijpen" = fase-overgang g --> s)
A
exotherm
B
endotherm

Slide 10 - Quiz

ENDOtherm
EXOtherm
Als het proces de ene kant op warmte kost, dan komt er bij het omgekeerde proces warmte vrij. 
    (Wet van behoud
            van energie)

Slide 11 - Slide

Elektrolyse van water
A
exotherm
B
endotherm

Slide 12 - Quiz

Vorming van water uit waterstof en zuurstof
A
exotherm
B
endotherm

Slide 13 - Quiz

Verbranden van aardgas
A
exotherm
B
endotherm

Slide 14 - Quiz

Hoe zie je aan de temperatuurverandering of een reactie endo- of exotherm is?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Bij oplossen van natriumhydroxide in water stijgt de temperatuur van de oplossing.
A
exotherm
B
endotherm

Slide 17 - Quiz

Natriumhydroxide en zoutzuur van 18 °C worden samengevoegd.
Na de reactie is de temperatuur 23 °C
A
deze reactie is exotherm, want de stoffen worden warmer
B
deze reactie is endotherm, want de stoffen worden warmer
C
deze reactie is exotherm, want de omgeving wordt warmer
D
deze reactie is endotherm, want de omgeving wordt warmer

Slide 18 - Quiz

Bekijk op de volgende dia het filmpje van een chemische reactie tussen twee vaste stoffen.

Welke stoffen hebben de meeste energie: de beginstoffen of de reactieproducten?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

De reactie was endotherm
De temperatuur daalde, dus er is energie opgenomen uit de omgeving.
Deze energie is opgenomen door de stoffen.
De reactieproducten hebben dus meer energie dan de beginstoffen waar je mee begon

Slide 21 - Slide

Energiediagram
In een energiediagram wordt de chemische energie (E) van de beginstoffen en van de reactieproducten weergegeven:

  • bij een exotherme reactie hebben de beginstoffen MEER   
      energie dan de reactieproducten
  • bij een endotherme reactie hebben de beginstoffen MINDER
      energie dan de reactieproducten

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

WAAROM ONTBRANDT EEN LUCIFER NIET UIT ZICHZELF?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Afronding
Welke vragen heb je nog? Noteer ze hier.
De docent bespreekt ze in een les via Teams

Slide 28 - Open question