5V H4.6 De woonomgeving

Herhaling en 4.6: de woonomgeving
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling en 4.6: de woonomgeving

Slide 1 - Slide

stadscentrum
arbeiderswijken
naoorlogse wijken
nieuwbouwwijken
jaren-`70-wijken
vooroorlogse wijken

Slide 2 - Drag question

Kenmerken van 19e eeuwse arbeiderswijken zijn:
A
Slecht geïsoleerd, kleine kamers, wel centrale verwarming.
B
Kleine kamers, geen douches, aan de rand van de stad.
C
Kleine kamers, slecht geïsoleerd, tegen het centrum aan
D
Veel groen, grote woningen

Slide 3 - Quiz

Welke drie kenmerken zijn typisch voor nieuwbouwwijken (ook wel VINEX- wijken) in Nederland?
A dicht bij het centrum
B grote woningen
C kleine woningen
D veel groen
E ver van het centrum
F weinig groen
A
B, D, E
B
A, B, E
C
B, C, E
D
B, C, D

Slide 4 - Quiz

Verbanden tussen Woningkenmerken/bewonerskenmerken bijv:
Oudere, goedkopere, slecht onderhouden huurwoningen (flatwijken, vooroorlogse wijken) -> Lage inkomens (niet-westerse allochtonen, alleenstaande ouders, ouderen)

Duurdere, goed onderhouden koopwoningen (jaren '30, vinex, monumentale stadswoningen -> hoger inkomen (gezinnen met kinderen en autochtonen)


Slide 5 - Slide

Woonomgevingskenmerken
De openbare ruimte en de aanwezigheid vanvoorzieningen. 
hebben invloed op:
De sociale cohesie 
en 
de sociale veiligheid

En bepalen samen de Leefbaarheid van een wijk

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Persoonskenmerken

Slide 12 - Slide

Fysieke kenmerken van de buurt
Onderhoud
Toegankelijkheid
Overzichtelijkheid
Toezicht

Slide 13 - Slide

Sociale kenmerken van de buurt

Slide 14 - Slide

'Vorig jaar zijn in de wijk Velve 44 aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 15 - Quiz

Welke fysieke maatregelen kunnen genomen worden om het gevoel van veiligheid te vergroten?

Slide 16 - Open question

Stadsvernieuwing; 

Slide 17 - Slide

Stadsvernieuwing
Stadsvernieuwing
De kwaliteit van de sociale huurwoningen wordt verbeterd. Dit gebeurt door:
Renovatie
Sanering
De bevolkingssamenstelling (wie er wonen) blijft hetzelfde (daarom ook vaak geen oplossing voor de andere problemen: segregatie en lage leefbaarheid

Slide 18 - Slide

Herstructurering

Slide 19 - Slide

Herstructurering
Vanaf de jaren 90 wordt er niet 
alleen stadsvernieuwing maar 
ook herstructurering toegepast. 
Vooral in 19 eeuwse arbeiderswijken, 
naoorlogse hoogbouwwijken en de
 voormalige industrie/haven terreinen

Slide 20 - Slide

Herstructurering betekent dat het gebied een nieuwe functie krijgt. Dit kan zijn: 
- van wijk met goedkope sociale huur naar wijk met duurdere (koop of private huur) woningen. 


- of van industrie/haven gebied naar woon/uitgaangsgebied 

Net als bij stadsvernieuwing kan dit via renovatie of sanering

Slide 21 - Slide

In het kantorenpark tussen de Amsterdam Arena en het AMC worden kantoren omgebouwd tot appartementen.
Van welk proces is hier sprake?
A
Segregatie
B
Stadsvernieuwing
C
Herstructurering
D
Sanering

Slide 22 - Quiz

De Holendrecht buurt ligt in de wijk Zuid Oost. Deze wijk staat bekend om zijn hoge aandeel Nederlanders met een migratie achtergrond en lagere inkomens.
De nieuwe appartementen zijn bedoeld voor personeel van het AMC en de kantoren rond de Arena. Welk gevolg valt hierdoor niet te verwachten?
A
de segregatie wordt minder
B
de leefbaarheid gaat omhoog
C
er komen nieuwe (hoogwaardigere) voorzieningen
D
het woon-werk verkeer neemt toe

Slide 23 - Quiz

Gentrificatie
Als herstructurering lukt dan komen komen er 
mensen met een hoger inkomen in de wijk wonen. 
Hierdoor zullen ook de voorzieningen zich op deze nieuwe bewoners aanpassen. 

Dit proces van verandering in de 
bevolkingssamenstelling en het 
voorzieningenniveau noemen we 
GENTRIFICATIE.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Huiswerk
Maken opdrachten 1,2 en 5 paragraaf 4.6

Slide 26 - Slide