02 VWO5 Wijs worden hoofdstuk 10 les 2

Huiswerk
Het huiswerk voor de les van vrijdag 11 september 2020 is het volgende:
- lezen pagina's 151 tot en met 154
- maken de opdrachten 9 t/m 12 van het boek
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Huiswerk
Het huiswerk voor de les van vrijdag 11 september 2020 is het volgende:
- lezen pagina's 151 tot en met 154
- maken de opdrachten 9 t/m 12 van het boek

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt het verschil tussen "normen" en "waarden" 
  • Je kunt uitleggen wat ethiek is en een voorbeeld geven van een "ethische discussie"
  • Je kunt een ethisch dilemma oplossen aan de hand van het argumentatiemodel

Slide 2 - Slide

Vervolg inleiding Ethiek

Slide 3 - Slide

Goed of Fout 
Goed

Fout

Bij institutionalisering van levensbeschouwing heeft alles te maken met het feit dat mensen tegenwoordig veel minder dan vroeger bereid zijn zich met een organisatie te verbinden. 
Nietzsche maakt een onderscheid in drie soorten onderwijs. 
Zo veel mogelijk kennis en cultuur leidt tot zoveel mogelijk productie en  consumptie – leidt tot zoveel mogelijk welvaart.
De maatschappij moet volgens Nitzsche beschaving, cultuur en gevoel voor kunst bijbrengen.

Slide 4 - Drag question

Ethiek
Wat weet je nog van de les van vorige week?

Slide 5 - Slide

Wat is moraal?

Slide 6 - Open question

Hoe noem je een wijze les in een verhaal?
A
Moreel.
B
Wijze les.
C
Moraal.
D
Diepere betekenislaag.

Slide 7 - Quiz

Welke factoren beïnvloeden moraal?

Slide 8 - Open question




Ethiek en moraal


Slide 9 - Slide

Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''

Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)

Slide 10 - Slide

Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''

Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)

Slide 11 - Slide

Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''

Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)

Slide 12 - Slide

Christelijke ethiek


Elk mens is door God gewild
bepaald doel

Normen en waarden veranderen bijna niet.

Want God verandert niet.

Slide 13 - Slide

Drie ethische theorieën
Het utilisme
De plichtethiek
De deugdenethiek

Slide 14 - Slide

Twee ethische visies
We kennen twee ethische visies

1. Gevolgenethiek 
2. Beginselethiek 

Slide 15 - Slide

Gevolgen Ethiek
Het gaat niet om het handelen zelf maar om het gevolg --> handeling mag dus goed of fout zijn --> zolang het gevolg positief is 

Twee grote stromingen zijn:
  • Hedonisme 
  • Eudemonisme 
  • Utilisme 

Slide 16 - Slide

Beginselethiek
  •  Ander woord beginsel--> recht of principe
  • Bij een ethisch probleem moet gekeken worden naar één of meerdere beginselen (rechten, principes)
Voorbeelden beginselethiek
recht op privacy
recht op gelijkwaardigheid
recht op leven
recht op eerbied van het leven 
recht op de waardigheid van de mens
etc.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Drie ethische theorieën
Het utilisme
De plichtethiek
De deugdenethiek

Slide 19 - Slide

Utilisme
Een handeling is moreel juist als als ze bijdraagt aan het vergroten van het geluk van zoveel mogelijk mensen.
Het gaat dus om het gevolg van de handeling.

Slide 20 - Slide

Plicht ethiek
Hier gaat het om je innelijke plicht om iets goeds te doen.
bv je geweten verplicht je om iets te doen.
Bij twijfel: vraag je af of jouw manier van handelen een algemen wet zou moeten worden.
Het gaat hier niet om de gevolgen van de handeling , maar om de poging/handeling zelf.
je handelt als een autonoom mens

Slide 21 - Slide

De deugdenethiek is de oudste vorm van ethiek.
  • Deze ethiek vertelt je hoe je als mens moet zijn.
  • Als je een goed mens bent bezit je deugden (kwaliteiten) en een goed mens doet automatisch het goede.

Slide 22 - Slide

Uitleg: Wat is ethiek?
Ethiek betekent letterlijk 'goede handeling'. Mensen die zich bezighouden met ethiek, houden zich bezig met de volgende dingen:
  • Keuzes maken (wat is het beste?)
  • Wat is goed en wat is kwaad?
  • Levensvragen (mag je liegen of niet?) óf vragen uit het dagelijks leven (wel of geen FairTrade producten kopen?)

Slide 23 - Slide

Wat betekent (denk je) het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nuttig

Slide 24 - Quiz

Welk begrip hoort niet bij utilisme
A
meerderheid
B
geluk / genot
C
eigenbelang
D
Bentham

Slide 25 - Quiz

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.

Slide 26 - Quiz

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 27 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Open question