H5 energie opslaan en gebruiken les 4

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Weten wat 'beperkende factor' betekent

Doorsnede blad

Cuticula (= waslaagje)

(pallissade-parenchym)

(Houtvaten en bastvaten)

(O2 eruit en CO2 erin)

Wat is noodzakelijk voor fotosynthese?

1. zuurstof
2. warmte
3. licht
4. glucose

Voor de fotosynthese is water nodig.
Welke andere stof wordt verbruikt bij de fotosynthese?

1. Glucose
2. Koolstofdioxide
3. Zuurstof
4. Stikstof

Beperkende factoren

Beperkende factor is de factor die het meest van het optimum afligt.

Door de beperkende factor wordt de fotosynthese geremd.

Beperkende factoren

Wat is de beperkende factor tussen P en R?

Wat zou de beperkende factor tussen R en S kunnen zijn?

Plantencellen bevatten chloroplasten. Dat woord moet je kennen. Wat zijn 'chloroplasten'?

1. Het zijn zetmeelkorrels
2. Het zijn bladgroenkorrels
3. Het zijn kleurstofkorrels
4. Het zijn huidmondjes

Fotosynthese = glucose, en dan? 

Andere suikers            (Vervoer via bastvaten)

Zetmeel                          (Opslag, in bladeren en wortels en knollen)

Cellulose                        (In celwanden, voedingsvezels!)

Eiwitten                          (Opbouw van cellen, Opslag in zaden)

Vetten                             (In celmembranen, Opslag in zaden)

Koolstofassimilatie en voortgezette assimilatie

Koolstofassimilatie = fotosynthese

Voortgezette assimilatie = omzetten van glucose in andere stoffen

Aan welke processen doet een plant?

1. Fotosynthese
2. Fotosynthese en verbranding
3. Verbranding
4. Geen van allen

Een plant is :

1. autotroof
2. heterotroof

Autotroof (de groene planten en cyanobacteriën)

De meeste planten zijn autotroof (= zelfvoedend) 

Fotosynthese

koolstofdioxide + water + zonlicht --> glucose + zuurstof

anorganische stoffen --> organische stoffen

Experimentje

Een tiental planten wordt onder tien lampen geplaatst, met elk een verschillende lichtcapaciteit (lux)

Het resultaat staat in de tabel op de volgende dia

Maak van deze gegevens een goede grafiek, in je schrift (schets, niet te netjes). Maak een foto.

Wie durft er een foto van zijn/haar grafiek te laten zien?

Antwoord

Ja, zowel fotosynthese als (aerobe) dissimilatie vinden plaats. De fotosynthese produceert evenveel O2 als de dissimilatie verbruikt (namelijk 5). Vandaar dat het netto op 0 uitkomt.

Het antwoord op de vorige vraag was:
(over Nettoproductie, Fotosynthese en Dissimilatie)

1. N = D - F
2. N = F - D
3. N = D + F
4. N = F

Drooggewicht = als je een organisme helemaal droogt.
Waarvoor gebruik je dit?

1. Om te kijken of een organisme aan fotosynthese gedaan heeft
2. Om te kijken of het organisme veel water bevat
3. Om te kijken of het organisme groter geworden is
4. Om te kijken of de biomassa van het organisme toegenomen is

Door fotosynthese ontstaat biomassa

1. Juist
2. Onjuist