B1 Werkwoordelijk gezegde

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Grammatica zinsdelen

Werkwoordelijk gezegde

Voordat we echt gaan beginnen...

Wat is een werkwoord?

Wat is de persoonsvorm?

Hoe kun je de persoonsvorm vinden in een zin?

1. vraag maken, plaats en tijd veranderen
2. onderwerp en lidwoord veranderen
3. vraag maken, getal en tijd veranderen
4. zin maken, plaats en tijd veranderen

Hoe kun je het onderwerp vinden in een zin?

1. Stel de vraag Wie/Wat + persoonsvorm?
2. Het onderwerp is altijd het 1e woord in de zin
3. Het onderwerp is altijd een mens of dier
4. Stel de vraag Waarom + persoonsvorm?

Theorie

Zinsdelen

Het onderwerp [ow] en de persoonsvorm [pv] zijn zinsdelen.

Jan | heeft | vorige week | naar een film | gekeken.

ow  |   pv    | vorige week | naar een film | gekeken.

Het werkwoordelijk gezegde [wg] is ook een zinsdeel.

Dan is het nu tijd om te oefenen!

Het regent al de hele dag.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Is alles gelukt gisteren?

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

De nieuwe buren hebben zich gisteren aan ons voorgesteld.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Het is buiten erg afgekoeld door de regen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Nu een beetje moeilijker!

Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.

Wat is de persoonsvorm?

Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.

Wat is het onderwerp?

Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Ik hoop dat wij snel weer naar school gaan!

Wat is de persoonsvorm?

Ik hoop dat wij snel weer naar school gaan!

Wat is het onderwerp?

Ik hoop dat wij snel weer naar school gaan!

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

1. Door van de zin een vraagzin te maken.
2. Door de vraag te stellen: Wie of Wat + persoonsvorm.
3. Door alle werkwoorden in de zin te zoeken.
4. Ik snap het nog niet.

Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.

😒🙁😐🙂😃