Oefentoets grammatica zinsdelen

Goedemiddag :)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemiddag :)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lezen / leren / hulpkaart afmaken
  • Oefentoets maken + aan de slag met onderdeel naar keuze
  • Oefentoets bespreken en cijfer (ongeveer) berekenen

Slide 2 - Slide

Lezen / leren (cursus 5: grammatica) / hulpkaart
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Lesdoelen SO komende donderdag
  •  §1: Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.
  •  §1: Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden.
  •  §3: Ik kan het onderwerp in een zin vinden.
  •  §5: Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.
  •  §7: Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden.

Slide 4 - Slide

Oefentoets maken
Maak in stilte en zonder overleggen de oefentoets die je 
van me krijgt. De antwoorden schrijf je op de toets. Je mag gebruik maken van de hulpkaart die je zelf hebt gemaakt!
Klaar? 
Ga oefenen met een onderdeel naar keuze op je laptop. Dit kun je bijvoorbeeld doen op:
--> www.cambiumned.nl 
--> online leeromgeving van de methode (oefentoetsen per onderdeel)

Slide 5 - Slide

Verder aan de slag
Maak je hulpkaart af en laat zien als je het klaar hebt.

Klaar? Maak in ieder geval 2 oefentoetsen van de paragrafen waar je nog mee wilt oefenen. Dit doe je op je laptop in de online leeromgeving. 

Slide 6 - Slide

Lijdend voorwerp + Quizizz
Lijdend voorwerp  --> wie/wat + gezegde + onderwerp

Oefenen met Quizizz.

www.joinmyquiz.com
code: 742342
vul je eigen naam in

Slide 7 - Slide

Lijdend voorwerp uitleg + oefenzin
Lijdend voorwerp  --> wat/wie + gezegde + onderwerp

Oefen nu zelf met de onderste twee zinnen.

1. Ze heeft haar kamer echt heel netjes opgeruimd.
2. Mijn broer heeft vorige week een mooi horloge kunnen kopen bij de juwelier.

Slide 8 - Slide

Estafette 'spoor het lijdend voorwerp op'
1. Groepjes vormen van 3/4 leerlingen. Geef elkaar een nummer.
2. Op mijn teken loopt nummer 1 van elk team naar één van de zinnen.
Kies een zin, lees hem goed en loop terug naar je groepje. Vertel je groepje wat de zin is en welk nummer je zin heeft. Je mag een kladblaadje gebruiken!
3. Samen met je team beslis je wat het lijdend voorwerp is en schrijf jullie antwoord op het antwoordenblad.
5. Klaar? Nummer 2 van het groepje loopt naar een nieuwe zin en je team loopt alle stappen weer door. Herhaalt dit tot alle zinnen zijn ontleed.
timer
12:00

Slide 9 - Slide

Antwoorden estafette bespreken
1. Schuif de antwoordenbladen door 
2. Kijk elkaars antwoorden na. Welke groepje heeft de meeste goede antwoorden?

Slide 10 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (WG)
Werkwoordelijk gezegde = wat het onderwerp doet  of overkomt.
WG = de persoonsvorm + de andere werkwoorden
Voorbeeld: Ik heb altijd al dokter willen zijn. WG = heb willen zijn
Let op!
- Scheidbare werkwoorden! Delen van een scheidbaar werkwoord horen er ook bij! Wij belden gisteren aan bij de buurman. 
- Als er 'aan het' of 'te' voor een heel werkwoord staat, horen 'aan het' en 'te' ook bij het werkwoordelijk gezegde. Wij zijn samen aan het bellen.

Slide 11 - Slide