11-10-2020 Nederlandse les

Goedemorgen!
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemorgen!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


De grote ballon vliegt door de lucht.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort is "school" in deze zin?
De jongen fietst naar school.
A
zelfstandig naamwoord
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort is "het" in deze zin?

Het kindje is heel moe.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort is "glimt" in deze zin?
De rode auto glimt zo mooi.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welk woordsoort is "naar" in deze zin?

De kinderen lopen naar school.
A
voorzetsel
B
werkwoord
C
lidwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

___ vogels vliegen in de lucht.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

De koeien _____ weer naar buiten.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

Janneke heeft een mooi ____ aan.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

De paarden grazen ___ de wei.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

Het ____ meisje kan erg goed zingen.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort is onderstreept?
Vorige week heb ik een toets voor Nederlands gemaakt.
_______
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort is onderstreept?
Deze moeilijke toets had ook erg veel vragen.
____________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke woordsoort is onderstreept?
De resultaten van de toets waren niet erg hoog.
____
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Sparen, lenen of uitgeven?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Dit ga je leren
Wereldoriëntatie
Na deze les 
  • heb ik tips gekregen hoe ik het best met mijn geld om kan gaan en hoe ik kan sparen.
  • kan ik eigen keuzes maken hoe ik met mijn (zak)geld om wil gaan.
Woordenschat

Na deze les ken ik de belangrijke woorden die met geld te maken hebben.

Slide 16 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 18 - Video

This item has no instructions

.
Wat zou jij doen om niet in deze situatie terecht te komen?
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

..
.
Doe jij weleens klusjes om geld te verdienen?
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!
A
Ja, dat doe ik weleens.
B
Nee, dat doe ik nooit.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

.
Wat vind jij ervan dat Rens geen extra zakgeld van zijn moeder krijgt om naar de bioscoop te gaan?
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

.
Spaar jij nu ergens voor? 
Zo ja: waarvoor spaar je en hoe pak je dat aan?
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

.
Wat vind jij van de oplossing van Rens?
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

..
.Weet
Heeft Josh gelijk?
Josh: 'Betalen met iDeal is superhandig! Je hoeft namelijk niet echt te betalen, je krijgt wat je bestelt gewoon gratis thuis bezorgd!'
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!
A
Ja, Josh heeft gelijk.
B
Nee, Josh heeft geen gelijk. Je kunt handig met iDeal betalen, maar het is niet gratis. Het geld dat je moet betalen, wordt van je bankrekening afgeschreven.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Denkgesprek
Weet weet jij al?
Stel je voor: je wordt morgen wakker en opeens zijn jouw ouders miljonair. Verandert er iets in jouw leven, denk je? Wat dan?

Stel je voor: je wordt morgen wakker en opeens zitten jouw ouders in de schulden
Verandert er iets in jouw leven, denk je? Wat dan?
Een denkgesprek voeren doe je zo!
Lees de vraag en denk er voor jezelf over na. Deel vervolgens jouw ideeën in je groepje. Bespreek jullie ideeën en gedachtes. Al doende word je mondelinge taalvaardigheid groter.
de schulden
Als je schulden hebt, dan moet je nog geld terugbetalen aan iemand anders, bijvoorbeeld aan de bank. 
Als je meer geld uitgeeft dan je eigenlijk hebt, kun je in de schulden terechtkomen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Het nieuws

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel. 
Arceer in ieder geval: 

  • de oproep
  • de gevolgen
  • de (sport)-activiteiten
  • de achterstand



Slide 27 - Slide

Actualiteit
Lees samen met uw leerlingen het artikel. 
De leerlingen arceren de belangrijke woorden in de tekst.
de achterstand
Feit dat je minder ver bent dan zou moeten.
Meleknaz hoopt zijn achterstand op rekenen in de zomer weg te werken.
Woordenschat
de achterstand
de voorsprong
de voorsprong
Feit dat je verder bent dan een ander.
Misschien heeft Meleknaz na de zomerschool wel een voorsprong op rekenen.

Slide 28 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga op zoek naar de betekenis van de woorden die jij had gearceerd. De hulpkaart kan je hierbij helpen. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 29 - Slide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
..
.
Waarom hebben juist ‘kwetsbare’ wijken 
hulp nodig volgens de burgemeesters?
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!
A
Omdat de problemen daar nog erger zijn dan op andere plekken.
B
Omdat deze wijken vaak vergeten worden door anderen.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

.
Wat vind jij van het idee van de burgemeesters? Vind je dit een goed idee of niet? Kun je je antwoord uitleggen?
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

.
Wat vind jij ervan dat Melissima haar verhaal op televisie durft te vertellen?
Wat vind jij?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

.
Zou jij iets aan Melissima willen vragen? Of zou jij iets tegen haar willen zeggen? Wat dan?
Wat vind jij?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

EENS of ONEENS?

In hoeverre ben jij het eens met de uitspraak hiernaast? 

Schrijf op of je het eens bent of niet. Leg je mening ook goed uit. 
Wat vind jij?
In vergelijking met oorlogsgebieden en arme landen in Afrika en Azië bestaat armoede in Nederland eigenlijk niet!

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Dictee 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions