3.6 Betoog_2A

3.6   Betoog 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

3.6   Betoog 

Slide 1 - Slide

Een betoog schrijven
Je geeft je mening over een onderwerp. Je vertelt dus wat je van een onderwerp vindt.

Slide 2 - Slide

Opbouw betoog
Inleiding: kort het onderwerp benoemen of je mening geven.
Kern: je mening uitleggen met argumenten om de lezer te overtuigen
Slot: conclusie

Verder...
Gebruik signaalwoorden voor opsomming
 - ten eerste, bovendien, ook....

Slide 3 - Slide

Het doel van een betoog is..

Slide 4 - Open question

Een betoog is een stuk tekst waarin je de lezer wilt...
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren

Slide 5 - Quiz

In de kern van het betoog zet je....

Slide 6 - Open question

Een betoog eindig je met...

Slide 7 - Open question

Formuleren
Maak lange en korte zinnen. Dus niet alleen maar korte zinnen of alleen maar lange zinnen. Gebruik voor het langer maken van een kortere zin voegwoorden:
- dus, en, maar, of, want, als

Bijvoorbeeld:
Ik wil wel komen, maar het regent en ik heb geen paraplu.
Zij doet goed haar best op school, want ze heeft een doel voor ogen.

Slide 8 - Slide

Maak zelf een zin met een van de volgende voegwoorden: dus, maar, of

Slide 9 - Open question

Zijn er nog vragen?

Slide 10 - Open question