past Simple Continuous 40 min

Good morning!
Good afternoon!

How are you doing today?
I am so glad you are here today!

What date is it today?
What day is it today?



1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Good morning!
Good afternoon!

How are you doing today?
I am so glad you are here today!

What date is it today?
What day is it today?



Slide 1 - Slide

Vandaag-Today
Oefenen voor het PW
Herhaling Verleden Tijd
Past Simple en pastContinuous

Slide 2 - Slide

Past Simple
Je gebruikt de past simple wanneer er iets in het verleden plaats vindt. Het is voorbij.

The past simple is what in Dutch is called the verleden tijd.


Slide 3 - Slide

 Regular Verbs (regelmatige ww)
After a regular verb you put -ed'

I walk -> I walked
He walks -> He walked
They walk -> They walked

Slide 4 - Slide

 Regular Verbs Spelling

Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter: I like - I liked

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat: I drop - I dropped

Slide 5 - Slide

 Regular Verbs Spelling

Als een werkwoord eindigt op -y, dan verandert de -y  in de past simple in een - i:   I carry - I carried

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat: I drop - I dropped

Slide 6 - Slide

Past Simple -bevestigend vragend/ontkennend
Bevestigend
hele ww+ed / eigen vorm(2 rij p.88)
I walked to school yesterday. / I ran to school.
Questions -Vragend
Did +het hele werkwoord:
Did you walk to school yesterday?

Negations -ontkennend
Didn't + het hele werkwoord:
You didn't walk to school yesterday.

Slide 7 - Slide

Past Simple - Irregular verbs (onregelmatige ww)
Some verbs in English are irregular, this means that in the past tense they don't get '-ed' at the end, but have their own form:

To see -> saw; I saw her letter last week.
to eat -> ate; He ate the whole cake.
to have -> had: They had a very nice meal two days ago

Slide 8 - Slide

kaartjes met de werkwoorden

Opdracht:
 Maak een bevestigende zin met het werkwoord op het kaartje. Bedenk zelf een onderwerp.
1.      Kijk naar het werkwoord. 
2.     Is het een regelmatig of een onregelmatig werkwoord? 
               -Hoe maak je Past Simple met een regelmatig ww?
3a.   Je zet -ed achter het hele ww (walk-walked)
               -Hoe maak je Past Simple met onregelmatig ww?
3b.    Kijk in het CB p.88, 2de rijtje(run-ran)
4.       Maak een zin.
Mike walked to school yesterday.
Mike ran to school yesterday.
3 min

Slide 9 - Slide

kaartjes met de werkwoorden

Opdracht:
Maak een ontkennende zin met het werkwoord op het kaartje. Bedenk zelf een onderwerp.               
Hoe maak je ontkennende zinnen in Past Simple ?
1. Zet did not (didn't) voor het hele werkwoord (didn't walk/ didn't run)
2. Maak een zin.
Mike didn't walk to school yesterday.
Mike didn't run to school yesterday.
2 min

Slide 10 - Slide

kaartjes met de werkwoorden
Opdracht:
Maak een vragende zin met het werkwoord op het kaartje. Bedenk zelf een onderwerp.
Hoe maak je vragende zinnen in Past Simple ?
1. Zet Did  aan het begin van de zin , gebruik het hele werkwoord Did... walk?/ Did.... run?)
2. Maak een zin.
Did Mike  walk to school yesterday?
Did Mike run to school yesterday?
2 min

Slide 11 - Slide

Wat is de verleden tijd (past simple)?
to bring - …….
kijk CB p.88
A
brang
B
bringed
C
brought
D
bring

Slide 12 - Quiz

Wat is de verleden tijd van BE
kijk CB p.88
A
IS
B
WAS/WERE
C
BEED
D
BEING

Slide 13 - Quiz

Past Simple
Past simple!

Slide 14 - Slide

Past Continuous

Slide 15 - Slide


Past Continuous - de Duurvorm

WAS/WERE      +        WW + ING
 
Je gebruikt deze vorm om aan te geven dat iets in het verleden aan de gang was . Vaak wordt deze gecombineerd met de past simple. 


Slide 16 - Slide

It was raining.
(past continuous)
We were singing.
(past continuous)

Slide 17 - Slide

Use past continuous:
Last summer, Miguel ..... (learn) English

Slide 18 - Open question

I ______ fun on my phone,
when my sister ruined the mood.
A
had
B
have
C
was having
D
were having

Slide 19 - Quiz

Maak een bevestigende zin met het werkwoord op het kaartje.
 Bedenk zelf een onderwerp.
Gebruik Past Continuous

        Maak een zin.
Mike was walking to school .

Slide 20 - Slide

Janet missed the bus.
A
Past Simple
B
Past Continuous

Slide 21 - Quiz

Past simple or Past continuous?

I was having a shower yesterday.
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 22 - Quiz

Was Andrew playing computer games?
A
Past Continuous
B
Past Simple

Slide 23 - Quiz

Past Simple en Past Continuous
Maak de opdrachten uit het WB-Unit 2:
-Ex.14p.55
-Ex.15, 16 p.56
-Ex.35,36 p.66,67
-Self-test Grammar E,F,G p.72-73
-Catch up Ex.3, 4,5 p.76-77
-Guinness World Records :Ex 1,2,3 p.80-81

Slide 24 - Slide

Puzzle time

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video