1.3 Budgetteren

Leerdoelen § 3: bugetteren
  1. Je kunt uitleggen hoe een budgetlijn inzicht geeft in de keuzes die je kunt maken.
  2. Je kunt een budgetlijn tekenen in een grafiek.
  3. Je kunt uitleggen wanneer en hoe een budgetlijn verschuift.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolWOvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leerdoelen § 3: bugetteren
  1. Je kunt uitleggen hoe een budgetlijn inzicht geeft in de keuzes die je kunt maken.
  2. Je kunt een budgetlijn tekenen in een grafiek.
  3. Je kunt uitleggen wanneer en hoe een budgetlijn verschuift.

Slide 1 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

1.3 Budgetteren
Hoe kun je budgetkeuzes vergelijken?

1. Een budgetlijn laat zien hoeveel je van elk product
    (bij een keuze uit twee) kunt kopen met een gegeven 
    inkomen en gegeven prijzen.




Budgetlijn:
Lijn die aangeeft hoeveel je van elk van twee producten kunt kopen met een gegeven budget bij gegeven prijzen.

Slide 2 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3 Budgetteren
Hoe kun je budgetkeuzes vergelijken?

1. Een budgetlijn laat zien hoeveel je van elk product
    (bij een keuze uit twee) kunt kopen met een gegeven 
    inkomen en gegeven prijzen.
2. Het gebied onder de budgetlijn noem je de budgetset. 
    Hierin staan alle mogelijke keuzes binnen het budget.



Budgetlijn:
Lijn die aangeeft hoeveel je van elk van twee producten kunt kopen met een gegeven budget bij gegeven prijzen.
Budgetset:
Alle keuzemogelijkheden van twee producten die binnen je budget vallen

Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3 Budgetteren
Hoe teken je een budgetlijn?

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeeld
Adam heeft een inkomen van € 20 per maand. Hiervan betaalt hij soep en fruit.
Prijzen:
Soep  € 4
Fruit   € 2


Slide 5 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld
Adam heeft een inkomen van € 20 per maand. Hiervan betaalt hij soep en fruit.
Prijzen:
Soep  € 4
Fruit   € 2


Slide 6 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

           Aan de slag
maak opgave 26 en 29 op pagina 25 en 26.

Slide 7 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
1.3 Budgetteren
Wanneer verschuift een budgetlijn?

Een budgetlijn kan verschuiven doordat het budget verandert 
of wanneer de prijs van de producten verandert.




Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3 Budgetteren
Wanneer verschuift een budgetlijn?

Een budgetlijn kan verschuiven doordat het budget verandert 
of wanneer de prijs van de producten verandert.

Verandering budget:
1. Budget stijgt, budgetlijn verschuift
    evenredig naar boven.
2. Budget daalt, budgetlijn verschuift 
    evenredig naar beneden.


Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3 Budgetteren
Verandering prijs:
1. Prijs stijgt van product x, binnen je budget kun je nu minder producten x kopen. 
    De hoek van de lijn op de y-as wordt kleiner.
2. Prijs daalt van product x, binnen je budget kun je nu meer producten x kopen. 
    De hoek van de lijn op de y-as wordt groter.

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

           Aan de slag
Maak opgave 32 en 34 op pagina 28.

Slide 11 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen