Als je een woord niet kent kun je het fragment vaak toch begrijpen omdat je de betekenis van het woord kunt raden.
• Uit de context, dat is de rest van de zin en de andere zinnen eromheen, kun je vaak al opmaken wat een woord kan betekenen.
• Let op voorbeelden. Die beginnen vaak met: for example, such as, think of, especially.
• Lijkt het woord op een Nederlands woord? Competition lijkt bijvoorbeeld erg op competitie.