Oefenen voor de toets van hoofdstuk 1

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Als de dichtheid van een stof 2 g/cm³ is en het volume is 6 cm³, hoe groot is dan de massa?

1. 12
2. 3
3. 4
4. 1/3

wel een stofeigenschap

geen stofeigenschap

kleur

geur

smeltpunt

kookpunt

massa

volume

dichtheid

fase (vast, vloeibaar, vast)

temperatuur

oplosbaarheid in water

oplosbaarheid in olie

trillen op de plaats

bewegen langs elkaar heen

bewegen heel snel, ver van elkaar

vast

gas

vloeibaar

Ken je de faseovergangen nog?

verdampen

condenseren

stollen

smelten

rijpen

vervluchtigen

/ sublimeren

Wat geeft het horizontale deel in deze grafiek aan?

1. kookpunt
2. smelttraject
3. kooktraject
4. smeltpunt

Sleep de woorden naar de juiste plek.

kookpunt

smeltpunt

smelten

condenseren

verdampen

stollen

Oplossing

Suspensie

Emulsie

suspensie

emulsie

oplossing

nevel

Bevat geen vaste stoffen

Vloeistofdruppeltjes verdeeld in een gas

Kan je scheiden m.b.v. filtreren

Is helder

Leg aan de hand van de definitie van schuim uit of schuim een homogeen of heterogeen mengsel is.

Suspensie

Residu

Filtraat

Op welke stofeigenschappen berusten de volgende scheidingsmethodes? Sleep de juiste eigenschap naar de juiste scheidingsmethode 

Deeltjesgrootte

Dichtheid

aanghechtingsvermogen

kookpunt

Filtreren

Bezinken

Adsorberen

Destilleren

Centrifugeren

Extraheren

Indampen

Dichtheid

Kookpunt

Oplosbaarheid

Bij destillatie van een schoonmaakazijn krijg je 60 ml destillaat (azijnzuur) en 80 ml residu.
Bereken het volumepercentage azijnzuur in het mengsel.

Willem heeft het stollen van kaarsvet onderzocht. Hij heeft het kaarsvet laten afkoelen van 70 graden tot 30 graden. Hij ziet dat het kaarsvet stolt tussen de 50 en 35 graden.
Teken de stolcurve van kaarsvet. Geef in de curve het stoltraject aan.

Je ziet hiernaast een chromatogram van 3 zuivere stoffen en één mengsel, de loopvloeistof is alcohol. Welk van de 3 zuivere stoffen lost het beste op in alcohol, licht je antwoord toe!

Spiritus is een blauwe oplossing. De blauwe kleur kan je het best verwijderen door middel van:

1. adsorptie
2. destillatie
3. extractie
4. filtratie

Een blokje met massa van 93 gram is gemaakt van materiaal met een dichtheid van 2,7 g/cm3. Bereken het volume van het blokje.

1. 0,029 cm3
2. 251,1 cm3
3. 34,44 cm3

Hexaan is niet mengbaar met water en ethanol. Water en ethanol zijn volkomen mengbaar. Hexaan heeft de kleinste dichtheid. Welke figuur geeft het eindresultaat weer van gelijke volumes van deze drie vloeistoffen in een reageerbuis?

1. Buis A
2. Buis B
3. Buis C
4. Buis D

Johan is verpleegkundige. Hij moet een injectiespuit vullen met 0,60 mg van een bepaald medicijn. Op het flesje van het medicijn staat 0,25 mg/mL. 

Hoe veel mL moet Johan in de spuit doen?

Je wilt een mengsel van twee stoffen, A en B, scheiden door middel van chromatografie.
Stof A lost beter op in de loopvloeistof dan stof B.
Stof B hecht beter aan het papier dan stof A.
Welke stof komt hoger in het chromatogram?

1. stof A
2. stof B
3. beide evenhoog

Welke kleur lost het beste op in de mobiele fase?

1. rood
2. roze
3. blauw
4. geel

Welke kleur hecht het beste aan de stationaire fase?

1. rood
2. roze
3. blauw
4. geel

De hoeveelheden krypton en neon in lucht zijn klein. 1,0 L lucht bevat 0,0187 mL neon.
Bereken het volumepromillage neon in lucht.

Welke stappen moet je zetten om een mengsel van zand en zout

van elkaar te scheiden?

stap 1

stap 2

stap 3

verwarmen

door filter gieten

water toevoegen

Wat gebeurt er in stap 1?

1. het zout lost op in het water
2. het zand blijft achter in het filter
3. het water verdampt
4. zand en zout zitten niet meer in dezelfde buis

Wat gebeurt er in stap 2?

1. het zout lost op in het water
2. het water verdampt
3. het zand blijft achter in het filter
4. water en zout zitten niet meer in dezelfde buis

Wat gebeurt er in stap 3?

1. het zout lost op in het water
2. het water verdampt
3. het zand blijft achter in het filter
4. het water wordt opgenomen door het zand

kleurstoffen in een viltstift

zand in water

kleurstof in vloeistof

zout in water

kleur-, geur- en smaakstoffen in theeblaadjes

alcohol in wijn

bezinken en afschenken

chromatografie

destilleren

indampen

adsorberen

extraheren

Hiernaast zie je een bekerglas van 250 ml. Bereken hoeveel  soda er in dit glas is opgelost als de oplossing verzadigd is.

1. 215 g
2. 860 g
3. 53,75 g
4. 89,75 g