Subjuntivo

1 / 35
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Duda

Slide 2 - Slide

Deseo

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

WEIRDO
In de V.S. zijn ook veel studenten die Spaans leren. Zij onthouden het gebruik van de subjuntivo met het ezelsbruggetje "WEIRDO".  Hier zie je hoe studenten dit in een liedje hebben verwerkt. Het is een bizarre (en slechte) video, maar het zorgt er absoluut voor dat je het woord WEIRDO niet meer vergeet.

Slide 5 - Slide

Heb je onthouden waar de letters voor staan?
1. W = 2. E = 3. I = 4. R = 5. D = 6. O =

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

signaalwoorden 
Er zin drie signaalwoorden die altijd een subjuntivo opleveren, para que (= zo dat), a fin de que (= op dat), antes de que (= voor dat). 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Vul de juiste vorm van de Presente (ind/subj) in:
Por favor, le ruego que (tener-usted) paciencia con él.

Slide 27 - Open question

Me alegro que (hacer-tú) esa pregunta.

Slide 28 - Open question

Creo que (estar-ellos) en casa.

Slide 29 - Open question

Es muy triste que (ir-él) a la cárcel.

Slide 30 - Open question

Quiero que (venir-él) mi abogado.

Slide 31 - Open question

¿Es cierto que (salir-tú) con Alejandro?

Slide 32 - Open question

Prefiero que (quedarse-tú)

Slide 33 - Open question

Es mejor que (esperar-nosotros) un poco.

Slide 34 - Open question

¿Siempre (salir-vosotros) tanto?

Slide 35 - Open question