A5 WA H11.4C5A

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

A4 WA H10 voorkennis

Planning van deze les

• Terugkijken naar de vorige les
• Uitleg nieuwe leerdoelen
• Werken aan hw als er tijd over is.

Leerdoel van deze les

Hoofdstuk 11 paragraaf 4

Eenzijdig en tweezijdig toetsen

• Ik kan een enkelvoudige nulhypothese toetsen.

Hoofdstuk 11 paragraaf 5

Binomiale toetsen

• Ik kan eenzijdige binomiale toetsen voeren.

Ik kan een enkelvoudige nulhypothese toetsen.

Ik kan eenzijdige binomiale toetsen voeren.

Frisdrankfabrikant Mol beweert in een advertentie dat 40% van de Nederlanders zijn nieuwe frisdrank de lekkerste frisdrank vindt. Concurrent Franck vecht dit aan bij de Reclame Code Commissie (RCC). Volgens hem is dit percentage lager. De RCC besluit een steekproef van 100 personen te nemen en op grond van het steekproefresultaat zal Mol de advertentie al dan niet moeten herzien.

De toetsingsgrootheid X is het aantal personen in de steekproef dat de frisdrank van fabrikant Mol de lekkerste vindt. Licht toe dat X een binomiaal verdeelde toevalsvariabele is.

Frisdrankfabrikant Mol beweert in een advertentie dat 40% van de Nederlanders zijn nieuwe frisdrank de lekkerste frisdrank vindt. Concurrent Franck vecht dit aan bij de Reclame Code Commissie (RCC). Volgens hem is dit percentage lager. De RCC besluit een steekproef van 100 personen te nemen en op grond van het steekproefresultaat zal Mol de advertentie al dan niet moeten herzien.

Neem aan dat X=48. Zal Mol de advertentie moeten herzien?

Frisdrankfabrikant Mol beweert in een advertentie dat 40% van de Nederlanders zijn nieuwe frisdrank de lekkerste frisdrank vindt. Concurrent Franck vecht dit aan bij de Reclame Code Commissie (RCC). Volgens hem is dit percentage lager. De RCC besluit een steekproef van 100 personen te nemen en op grond van het steekproefresultaat zal Mol de advertentie al dan niet moeten herzien.

Neem aan X=28.
Welke partij krijgt dan volgens jou gelijk?

In een krant staat dat 45% van de Nederlanders in één keer slaagt voor het rijexamen. De directeur van een rijschool beweert dat dit percentage bij haar rijschool hoger ligt. Bij een aselecte groep van 40 klanten van deze rijschool slagen er 23 in één keer voor het rijexamen.
Bereken de overschrijdingskans van 23.

In een krant staat dat 45% van de Nederlanders in één keer slaagt voor het rijexamen. De directeur van een rijschool beweert dat dit percentage bij haar rijschool hoger ligt. Bij een aselecte groep van 40 klanten van deze rijschool slagen er 23 in één keer voor het rijexamen.
Is er aanleiding om de directeur gelijk te geven bij α=0,05?

Huiswerk voor deze paragraaf

Zorg dat je de volgende leerdoel beheerst:

• Ik kan een enkelvoudige nulhypothese toetsen.
  
• Ik kan eenzijdige binomiale toetsen voeren.

Maak dan opdrachten 49 en 50  van paragraaf 4 en opgaven 55, 57, 58, 59 en 60 van hoofdstuk 11.