IB_P2_MYP2Ljaar3 - Cours 8 Révision 20250617

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Startklaar

Enlevez votre manteau. 

Mettez votre téléphone portable dans votre sac à dos.

Écouteurs dans vos sacs à dos.

Posez vos sacs à dos par terre.

Posez votre ordinateur portable ouvert sur la table.

Mettez votre matériel scolaire sur la table.

Welkom bij VAK

Unit 3: Do you like traditions?/

Aimes-tu les fêtes et les traditions? 

Learner Profile: ....

Reflective/ Reflectief

ATL: ....

Organisation/ Reflection

Related concepts: ....

Context and Purpose

Key concept: ....

Culture encompasses a range of learned and shared beliefs, values, interests, attitudes, products, ways of knowing and patterns of behaviour created by human communities. The concept of culture is dynamic and organic.

Statement of Inquiry : The purpose of traditions depends on the different philosophies, ways of life, and beliefs within a specific cultural context.

Global context: ....

Personal & cultural expression

Programma

• Leerdoelen opstellen/ Objectifs d’apprentissage
• Huiswerk/Devoir - correction
• Herhaling/ Révision
• Reflectie en leerdoelen check/ Réflexion et vérification des objectifs d'apprentissage

Overzicht periode 3

Week 1	Week 2	Week 3	Week 4	Week 5
Quelles sont les fêtes que nous célébrons? What are the holidays we celebrate? Les pronoms possessifs Vocabulaire	Comment célèbres-tu ton anniversaire? How do you celebrate your birthday?	Qu'est-ce qu'un jour férié? What is a public holiday? Verbes Aller Vouloir	Qu'est-ce que tu manges lors d'une fête? What do you eat at a party? Verbe Faire Futur proche	Qu'est-ce que tu manges lors d'une fête? What do you eat at a party? Passé Composé (être, avoir, -ER, -IR)

Overzicht periode 3

Week 6	Week 7	Week 8	Week 9	Week 10
PO	Les traditions sont-elles essentielles à la culture? Les fêtes et les festivals. Are traditions essential to culture?Celebrations and festivals. Verbes en -IR Fréquence Vocabulaire aliments Rédiger texte	Comment analyser un texte visuel? How to analyze a visual text? Vouloir et Pouvoir Vocabulaire vêtements Interpréter une affiche	Révision/ Content review	Examen/ Test

Leerdoelen

• Je sais dire quand c'est une fête ou un tradition.
• Je sais dire ce qui appartient à moi et aux autres. 
• Je sais comment écrire une invitation. 
• Je sais parler d'une fête, de ce que j'ai déjà fait et de ce que je ferai lors dúne célébration.

• I know how to say when it is a holiday or a tradition.
• I know how to say what belongs to me and to others. 
• I know how to write an invitation.
• I know how to talk about a celebration, what I have already done and what I will do during a celebration.

 
 

Correction

Salut Emma,

J’ai une super idée ! Tu veux venir avec moi au Carnaval de Nice en février 2026 ? C’est une grande fête dans le sud de la France. Il y a des défilés, de la musique et beaucoup de couleurs. On va regarder les chars, danser et prendre plein de photos ! J’aimerais vraiment y aller avec toi, ce serait trop bien ! Tu es partante ?

J'attends ta réponse.

Bisous, Ana

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Les jours de la semaine et les mois de l'année.

De dagen van de week en de maanden van het jaar

Les saisons de l'année

De seizoenen van het jaar

Bezittelijke voornaamwoorden

FR - NL

	Masculin singulier	Féminin singulier	Pluriel
1ère personne	mon/ MIJN	ma/ MIJN	mes/ MIJN
2ème personne	ton / JOUW	ta/JOUW	tes/ JOUW
3ème personne	son/ ZIJN	sa/ HAAR	ses/ HUN
1ère personne pluriel	notre/ ONZE	notre/ ONZE	nos/ ONZE
2ème personne pluriel	votre/ JULLIE	votre/ JULLIE	vos/ JULLIE
3ème personne pluriel	leur/ HUN	leur/ HUN	leurs/ HUN

In French, the possessive adjective changes depending on the gender and number of the possessor (mon, ma, mes).

Activité 1

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

La fête	Het feest
La nourriture	Het eten
Les vêtements	De kleding
Noël	Kerstmis
Pâques	Pasen
un anniversaire	Een verjaardag
un cadeau	Een cadeau
une invitation	Een uitnodiging
un feu d'artifice	Vuurwerk

Un déguisement	Een kostuum
Un festival	Een festival
Un gâteau	Een taart
Un repas	Een maaltijd
Un rituel	Een ritueel
Une carte	Een kaart
une tradition	Een traditie
danser et chanter	Dansen en zingen
être heureux/heureuse	Gelukkig zijn

Instructie

La fréquence 

La fréquence - Pour donner une information sur la répétition d’une action dans le temps.

Frequency – to provide information about how often an action occurs over time.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Activité 2

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

	ÊTRE	AVOIR	ALLER
Je / J'	suis	ai	vais
Tu	e s	a s	va s
Il / Elle	est	a	va
Nous	sommes	av ons	all ons
Vous	êtes	av ez	all ez
Ils/ Elles	s ont	ont	v ont

Verbes

	PENSER	PARTAGER	MANGER
Je / J'	pens e	partag e	mang e
Tu	pens es	partag es	mang es
Il / Elle	pens e	partag e	mang e
Nous	pens ons	partage ons	mange ons
Vous	pens ez	partag ez	mang ez
Ils / Elles	pens ent	partag ent	mang ent

Verbes en -ER

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Verbe finir

to finish

je	fin is
tu	fin is
il / elle/ on	fin it
nous	fin issons
vous	fin issez
ils / elles	fin issent

Verbe faire

(to do/doen)

je	fais
tu	fais
il / elle/ on	fait
nous	faisons
vous	faites
ils / elles	font

ik	doe
jij	doet
hij / zij / men	doet
wij	doen
jullie / u	doen /doet
zij [mmv / vmv]	doen

	POUVOIR Kunnen	VOULOIR Willen
Je	peu x	veu x
Tu	peu x	veu x
Il/ Elle/ On	peu t	veu t
Nous	pouv ons	voul ons
Vous	pouv ez	voul ez
Ils/ Elles	peuv ent	veul ent

Verbes

Le verbe faire : doen/maken

Le verbe faire + activités

Activités 3 et 4

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

Correction

Futur Proche

Le Futur Proche /

De toekomende tijd

Zinsvolgorde wordt dan:

onderwerp + vorm van aller + heel werkwoord + rest van zin

Voorbeelden:

Je vais faire du shopping à Amsterdam. --> Ik ga shoppen in Amsterdam.

Il va acheter un nouveau pantalon. --> Hij gaat een nieuwe broek kopen.

Futur proche

Je (ik)	vais (ga)	parler (praten)
Tu (jij)	vas (gaat)	parler (praten)
Il/elle/on (hij/zij/wij)	va (gaat/gaan)	parler (praten)
nous (wij)	allons (gaan)	parler (praten)
Vous (jullie/u)	allez (gaan/gaat)	parler (praten)
Ils/elles (zij)	vont (gaan)	parler (praten)

Toekomende tijd: futur proche

Activités 5 et 6

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

Correction

Le passé composé est un temps verbal qui sert à raconter des faits ponctuels et passés.

The passé composé is a verb tense used to describe specific, past events.

Il est composé de deux parties :

It is composed of two parts:

LE PASSÉ COMPOSÉ

AVOIR ou ÊTRE

au présent

Participe Passé

J'ai mangé

Tu as bu

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

 Passé Composé

Passé composé

Passé-composé

Passé composé van être & avoir

Passé composé

		Dans er	Fin ir	Attend re
J' (ik)	ai	dans é	fin i	attend u
Tu (jij)	as	dans é	fin i	attend u
Il/elle/on (hij/zij/wij)	a	dans é	fin i	attend u
nous (wij)	avons	dans é	fin i	attend u
Vous (jullie/u)	avez	dans é	fin i	attend u
Ils/elles (zij)	ont	dans é	fin i	attend u

Werkwoorden - ER / IR / RE

Passé Composé 

Passé composé

Pers.vnw	Hulp.ww	Volt.dw
Je (ik)	suis	tomb é
Tu (jij)	es	tomb é
Il/elle/on (hij/zij/wij)	est	tomb é(e)
nous (wij)	sommes	tomb é(e)s
Vous (jullie/u)	êtes	tomb é(e)(s)
Ils/elles (zij)	sont	tomb é(e)s

Ik ben gevallen

Verleden tijd: passé composé 

Passé composé

Passé composé

		Dans er	Fin ir	Attend re
J' (ik)	ai	dans é	fin i	attend u
Tu (jij)	as	dans é	fin i	attend u
Il/elle/on (hij/zij/wij)	a	dans é	fin i	attend u
nous (wij)	avons	dans é	fin i	attend u
Vous (jullie/u)	avez	dans é	fin i	attend u
Ils/elles (zij)	ont	dans é	fin i	attend u

Werkwoorden - ER / IR / RE

Passé Composé 

Activités 7 et 8

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

Correction

Reflectie

Je sais dire quand c'est une fête ou un tradition.

Je sais dire ce qui appartient à moi et aux autres.

Je sais comment écrire une invitation.

Je sais parler d'une fête, de ce que j'ai déjà fait et de ce que je ferai lors dúne célébration.

I know how to say when it is a holiday or a tradition.

I know how to say what belongs to me and to others.

I know how to write an invitation.

I know how to talk about a celebration, what I have already done and what I will do during a celebration.

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.