Leerjaar 1 KGT, 9.1 A gelijknamige breuken optellen en aftrekken
1 / 24
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Is dit de teller of de noemer?
86
A
teller
B
noemer
Slide 6 - Quiz
Als je een breuk vereenvoudigt:
Voorbeeld
Voorbeeld
93
31
wordt
A
deel je de teller door een getal
B
deel je de noemer door een getal
C
deel je de teller en de noemer allebei door hetzelfde getal
D
deel je de teller en de noemer door een ander getal
Slide 7 - Quiz
Bereken (en vereenvoudig!)
279
A
279
B
31
C
13,54,5
D
kan niet
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Ik kan gelijknamige breuken optellen en aftrekken
🤯NEEE
🤔nee
😐Misschien
🙂ja
😁JAAA
Slide 17 - Sondage
Wat blijft hetzelfde als je een breuk optelt of aftrekt?
A
De teller
B
De noemer
Slide 18 - Quiz
41−41=
Slide 19 - Carte mentale
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Wat is hetzelfde bij een gelijknamige breuk?
De noemer of de teller?
De noemer of de teller?
A
De noemer
B
de teller
