Taalvariatie: dialecten

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Taalvariatie (OPB)

Taalvariatie

Waaraan denk je bij taalvariatie? 

Schrijf 3 woorden op je blad

Wat zijn de typische kenmerken van STANDAARDTAAL

1. Klinkt in elke stad of provincie anders
2. Klinkt in heel België gelijk

Typische kenmerken van standaardtaal

1. Het is iets van heel lang geleden
2. Je kunt het nog altijd leren spreken en schrijven

Standaardtaal gaat alleen over uitspraak, niet over spelling en grammatica

1. Niet waar
2. Wel waar

Taalvariatie

Streektaal

Of ook: dialect

Wat is een dialect?

1. Een taal die alleen op school gesproken wordt.
2. Een taal die jongeren op straat spreken.
3. Een taal die in een deel van België wordt gesproken.
4. Een taal die alleen door de koninklijke familie wordt gesproken.

Wat is het verschil tussen een accent en een dialect?

Wie wordt serieuzer genomen iemand die dialect spreekt of iemand die AN spreekt? Waarom?

Je spreekt Standaardtaal

1. Als je op televisie komt
2. Wanneer je maar wil
3. Omdat die van Nederlands anders slechte punten geeft
4. Als je een goede indruk wil maken op iemand

Dialect

1. Wat is er typisch? = kenmerken

2. Wie gebruikt het? = sprekers

3. Wanneer spreek je het? = situaties

4. Waarom spreek je het? = doel

Uit welke provincie komen Jozef en zijn papa?

1. Limburg
2. Oost-Vlaanderen
3. West-Vlaanderen
4. Vlaams-Brabant

Waar speelt dit fragment zich af?

1. Antwerpen
2. Leuven
3. Gent
4. Brugge

Van waar zijn deze vrouwen?

1. Vlaams-Brabant
2. West-Vlaanderen
3. Oost-Vlaanderen
4. Antwerpen

Waar waarschuwen deze boeren voor de obussen?

1. West-Vlaanderen
2. Limburg
3. Oost-Vlaanderen
4. Antwerpen

Dialect

-> Accent

-> Specifieke woorden

Hoe zeg je in jouw dialect:
'Pas op voor die auto'

Hoe zeg je in jouw dialect:
'Een kwart kilo gehakt'

Hoe zeg je in jouw dialect
'Zet die mooie schoenen op je schouder'