lezen 2.3 leerjaar 2 k/gl

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Verwijswoorden

H2.3 Lezen

Lesplanning les 1 - 2.3

- Zelf lezen

- Nakijken opdracht 21 t/m 24

- Zelfstandig werken aan paragraaf 2.3 

Klaar? - lezen in je leesboek

Lesplanning les 1 - 2.3

Nakijken opdracht 20 t/m 24 

Blz. 38, 39 en 40

Zelfstandig werken

Lees tekst 1 verkennend 

Maak opdracht 1 en 2 op blz. 108

Lees tekst 1 nauwkeurig

Maak opdracht 3 op blz. 108

Op blz.32 vind je een overzicht van de signaalwoorden als je dit nodig hebt. 

Lesplanning les 2 - 2.3

- We starten met het lezen in je leesboek

- Theorie tekstdoelen

- maken opdrachten 4 t/m 9

Klaar? - lezen in je leesboek

Lesdoel: Je weet welke tekstdoelen er zijn en kunt er een voorbeeld bij bedenken. Je weet hoe een tekst is opgebouwd. 

Welke tekstdoelen ken jij nog?

Informeren (nieuwsbericht, handleiding) 

Amuseren (leesboek, stripverhaal)

Overtuigen (recensie/review, betoog)

Activeren (advertentie)

Waar is dit een voorbeeld van?

Uit welke 3 delen bestaat een tekst?

Inleiding - kern - slot

Inleiding

Inleiding

=is kort en trekt de aandacht van de lezer. Ook vind je er vaak informatie over het onderwerp van de tekst.

kern

kern

=het langste deel van de tekst en behandelt het onderwerp. In de kern lees je vaak over deelonderwerpen.

slot

slot

= bevat meestal een samenvatting of een conclusie. Het bevat geen nieuwe informatie.

Wat betekent het als een tekst een tweedeling heeft?

Twee manieren van tekstopbouw

tweedeling: inleiding – kern

(nieuwsbericht)

driedeling: inleiding – kern – slot
(verslag)

Aan de slag

H2.3 Lezen
Opdracht 4 t/m 9 op blz 109 t/m 113

Je mag de volgende vragen overslaan: 4d, 6d,
Dit is ook het huiswerk voor de volgende keer

Lesplanning les 3

- Voorlezen

- Nakijken - opdracht 7,8 en 9

- Theorie verwijswoorden 

- maken opdrachten 10 + 12(samen), 11, 14 en 15 op blz. 113 t/m 118

Klaar? - lezen in je leesboek

Lesdoel: je weet wat verwijswoorden zijn. 

 moeilijke woorden 

Verwijswoorden

=In de meeste teksten staan verwijswoorden. Dat zijn woorden die verwijzen naar één of meer woorden in de tekst, en soms zelfs naar een hele zin.

Voorbeelden

Henk pakt zijn fiets. Hij moet haasten. 

De buren vinden hun eikenboom te hoog worden, ze willen hem omzagen

Samen maken opdracht 10

Welke verwijswoorden zitten erin en waar verwijzen ze naar?

Tekst Nigara Falls

Welke verwijswoorden zitten erin en waar verwijzen ze naar?

Signaalwoorden

= geven verbanden aan in een tekst.

Verschillende signaalwoorden: 

een opsomming, tijdsvolgorde, tegenstelling of een voorbeeld. 

Signaalwoorden

Even oefenen 

Aan de slag

H2.3 Lezen

Maken opdrachten 10 t/m 15 op blz. 113 t/m 118

opdracht 13 mag je overslaan
Dit is ook het huiswerk voor de volgende keer

Lesplanning les 3

- Zelf lezen

- Nakijken opdrachten huiswerk (zelf)

- Samen lezen tekst: Soep van drijvend plastic

- Zelfstandig werken

Lesdoel: je oefent met verkennend en nauwkeurig lezen 

Zelfstandig werken

Maak opdrachten 18 t/m 24 op blz 119 t/m 123

De volgende opdrachten mag je overslaan: 18c, 19c, 21d en 23

Heb je vragen: stel ze!

Weet jij de oplossing van deze rebus?