Cette leçon contient 8 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Introduction
Leerlingen kennen 'het waarom' van schoolregels en kunnen uitleggen wat omgangsvormen zijn
Instructions
Éléments de cette leçon
Onze school in - uit
Les 9
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Aan het eind van deze les... • kan ik 3 schoolregels noemen
• kan ik vertellen waarom er schoolregels en afspraken zijn
• kan ik uitleggen wat omgangsvormen zijn
Omgaan met autoriteit: Ik ga met respect om met andere mensen
Slide 2 - Diapositive
Bespreek met de leerlingen wat ze aan het einde van deze geleerd hebben.
Naspelen
We gaan oefenen
Hoe werkt het?
Instructie
Let op! Nu komt er uitleg
Doe activiteit
We gaan aan het werk
Schrijf opdracht
Opdracht uit de Baaz-map
Afronding
Gezamenlijke afsluiten
Kijken
Goede kijkhouding
Luisteren
Goede luisterhouding
Overleggen
Met elkaar overleggen
Groepsgesprek
Met elkaar in gesprek
Slide 3 - Diapositive
Bespreek en herhaal de picto's die terugkomen in de les.
Mochten de leerlingen deze al goed kennen, kun je dit overslaan.
Les 9- Onze school in - uit
Schoolregels en afspraken
Groepsgesprek: hoe gaat het in de klas?
Omgangsvormen
Filmfragment
Afronding; onze omgangsvormen
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Noem een schoolregel
timer
1:00
Slide 5 - Question ouverte
Open vraag schoolregels:
Zelfstandig:
Met devices:
De leerlingen noteren een schoolregel
Zonder devices:
De leerlingen schrijven op post-it hun antwoorden op en plakken deze op het bord.
Groepjes:
Maak groepjes van 3-4 leerlingen. De leerlingen schrijven zoveel mogelijk schoolregels op die zij kennen.
Door de timer te zetten, ontstaat er een spelelement (wedstrijd) wie de meeste regels in een bepaalde tijd kan opschrijven.
Bespreek vervolgens de schoolregels en vergelijk wat de leerlingen hebben opgeschreven met de daadwerkelijke schoolregels. Benoem de overeenkomsten en evt. de vergeten regels.
Wat denk je, wat zeg je, wat doe je?
Luister naar een situatie
Bedenk:
- Wat denk je?
- Wat doe je?
- Wat zeg je?
Slide 6 - Diapositive
Voorbeeldsituaties:
Optie 1:
Bespreek situaties met de leerlingen waarbij ze antwoord geven op de 3 vragen.
Optie 2:
Laat de leerlingen de situaties na spelen.
Bespreek het na en wijs de leerlingen erop dat dit omgangsvormen zijn.
Om het verschil in goede/minder goede omgangsvormen duidelijk te maken, kun je situaties nogmaals spelen waarin goede/minder goede omgangsvormen terug komen.