Hoofdstuk 4 _26 mei

Welkom in de les
maandag en woensdag 


26-5-2025
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2HBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 54 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
maandag en woensdag 


26-5-2025

Slide 1 - Diapositive

Hoe gaat het?
toetsen teruggeven met %: invullen op je voortgangsgesprek
toetsregels  bespreken
vandaag hoofdstuk 1 herhalen en oefenen
voortgangsgesprekken vragen over?
oefenen voor de toetsen: spreken/schrijven/luisteren
vragenlijst invullen
voortgangsgesprek invullen
gesprekken inplannen


Slide 2 - Diapositive

De toets is op 16, 18, 23 en 25 juni
➡️ Aanwezig zijn is verplicht! Geef het ook door aan je werk.
➡️ Je doet 4 onderdelen: lezen, luisteren, spreken, schrijven
➡️ Je krijgt een certificaat als je 3 van de 4 onderdelen haalt
➡️ Cursus 1x gevolgd = recht op herkansing
➡️ Cursus 2x gevolgd = geen herkansing (dan word je uitgeschreven)
Let op:Heb je de toetsen al eerder gedaan? Stuur mij een privébericht.
Heb je fysieke of leerproblemen (bijv. dyslexie)? Stuur mij ook een privébericht.
We hebben nog maar 2,5 week. Kom naar alle lessen! Alleen naar de les komen is niet genoeg. Oefen ook thuis en maak minimaal je huiswerk. Elke dag 15 minuten is al goed.: GEEF 100%

Slide 3 - Diapositive

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=uLfxsxgpXUyNWHwyQcYF1MitcuSQfCBHtoAwqRU5P2hUNjVKUFBUWFg0WjY3TDZSWE9QTVQzM0kyUy4u

voorgangsgesprekken inplannen

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk voor maandag
:
1. Gespreksformulier invullen (voor voortgangsgesprekken)= Inleveren op maandag

Herhaal Hoofdstuk 1
2. Spreken +lezen oefenen: Blz 15: Kennismaken +Blz 23: Hoe gaat het?

3. Grammatica oefenen: Blz 17: Werkwoorden vervoegen + Blz 31: Hebben en zijn

4. Schrijven – 2 teksten op apart papier:

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

jezelf introduceren/vertel wat over jezelf
Hoe gaat het?
Hoe heet je?  Wie ben jij?
Hoe oud ben je?
Waar kom je vandaan?
Waar woon je?/In welke plaats woon je?
Wat is je hobby?
Wat eet je graag?
Wat voor werk doe je?


Slide 7 - Diapositive

reacties?
Ik ben verkouden.

Mag ik iets  vragen? 

Ik ben vandaag vrij.

Kan jij mij helpen?

Slide 8 - Diapositive

reacties?
Ik ben verkouden. > Dat is vervelend/sterkte.Beterschap

Mag ik iets  vragen?  >Ja, natuurlijk

Ik ben vandaag vrij. > O leuk!  Fijne dag.

Kan jij mij helpen? ja, natuurlijk

Slide 9 - Diapositive

jezelf introduceren in 2-tallen


intro blz 15 voordoen, daarna in 2-tallen
blzi 23 voordoen, daarna in 2-tallen



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

werkwoorden vervoegen/herhalen
hebben/zijn/  spreken/komen/wonen/helpen/vragen/kennen/stoppen

de man
de kinderen
u
jij
de ouders
jullie
ik
jij

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Lien



4. Schrijven – 2 teksten op apart papier:

Slide 15 - Diapositive

maak de volgende zinnen af (op een aparte papier):
schrijftoets laten zien

Slide 16 - Diapositive

maak de volgende zinnen af (op een aparte papier):
schrijftoets laten zien




Slide 17 - Diapositive

maak de volgende zinnen af (samen):
De oma gaat naar de winkel. Ze koopt ...
Jan is thuis. Hij kijkt ...
Miep gaat op vakantie. Zij pakt ...
Jan belt zijn vader. Hij praat ...
Het is zomer. Kees wil ....
Hans zit op de bank. Hij  schrijft  ... 
Piet wast de trui. HIj is  ...
Het is warm. Linda draagt een ....
Margo rijdt in de auto. Ze gaat .....

Slide 18 - Diapositive

oefentoets a1 van badir uitdelen

Slide 19 - Diapositive


leestoets adappel uitdelen van het is 10 uur
tekst 1 tm 4 samen doen
eerst lezen hardop: woorden vertalen, daarna zelf maken en samen controleren

tekst 5 en 6 zelf in de les maken 

Slide 20 - Diapositive

oefentoets spreken uitleggen
beoordelingscriteria uitleggen 

Let op: normale zin = wie/wat -werkwoord-de rest

de jongen gaat naar school

Inversie
Tijd-werkwoord-wie/wat-de rest
Vandaag  rijd ik met de auto naar Amsterdam.


Slide 21 - Diapositive

spreken oefentoets van kleren/eten en drinken
klassikaal

opschrijven

daarna in 2-tallen

Slide 22 - Diapositive

Wat vind jij lekker? Wat vind jij niet lekker?
samen spreken: eerst 1 cursist voor de klas/met de bal
Ik eet graag ....
Ik houd van ...
Ik vind .... lekker.

Ik vind .... niet lekker. 
Ik houd niet van ....

Slide 23 - Diapositive

Wat eet ik? Vraag aan elkaar wat je eet?
ochtend = ontbijt: Wat eet je als ontbijt? Ik eet  ... als ontbijt.
middag = lunch: Wat eet je als lunch? Ik eet ... als lunch. 
avond = avondeten: Wat eet je als avondeten? Ik eet ... als avondeten.
snacks: Wat voor snacks eet jij?
drinken: Wat drink jij? 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

oefentoets luisteren: print doc
via teams

Slide 26 - Diapositive

einde

Slide 27 - Diapositive

er/hier/daar
Grammatica (er/hier/daar): ('Daar' is met dat, 'hier' is met dit) oefening 33 besproken
Daar is 'ver'. Hier is 'dichtbij'
maak een zin met hier, daar, er
Er zijn appels op de markt. Er zijn schoenen in de schoenenwinkel.

Slide 28 - Diapositive

er/hier/daar
1. Ze wonen ver. Ze wonen .....
2. Bij de stoplichten gaat u linksaf. ..... is het ziekenhuis.
3. Wanneer ga je naar je werk? Ik ga .... elke dag naar toe.
4. Dit is een lekker restaurant. .... ga ik elke week eten.
5. Dat is de markt. ..... kom ik regelmatig. 
6. Ik werk in Amsterdam maar ik woon .... niet.

Slide 29 - Diapositive

tegenstellingen
rot -
smal-
leeg -
zuur -
nieuw - 
licht  -
ongezond -

Slide 30 - Diapositive

herhalen grammatica 127
oef 35 samen maken


Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

oef 8 zelf maken  van herhalen zelf maken bladzijde 5
eerst de zinnen vertalen

Slide 33 - Diapositive

briefje laten zien
verdieping/etage/lift

seizoenen: de winter, de herfst, de lente, de zomer 

Op de markt:
Klant:  Heeft u nog appels?
Verkoper: ....... de appels zijn op. 

linksaf   verschil linkerhand/linkerkant???

Slide 34 - Diapositive

zinnen afmaken
1. Volgende week ga ik  ....
2. Bij de supermarkt koop ik ....
3. In de herfst ga ik ....
4. Kan ik u helpen? Ik zoek ....
5. Wie is er aan de  ...?
6. Op de vierde etage .....
7. Aan de rechterkant ziet u ....
8. Ik werk in Amsterdam. Waar ....?
9. Goedemiddag meneer, mag ik ....?

Slide 35 - Diapositive

oef 37, blz 130

Slide 36 - Diapositive

Bekijk de zinnen. Je krijgt 3 minuten.
Daarna sluiten we het bord en begint het dictee.
1.Mag ik u iets vragen?
2. Is de kledingzaak in de buurt?
3. U gaat met de roltrap naar boven.
4. Aan het einde van de gang gaat u linksaf.
5. Kan ik daar parkeren?
6. Wie is er aan de beurt?
7. De kaas is in de aanbieding.
8 Kan ik contant betalen?
9. De docent draagt een rode trui.


Slide 37 - Diapositive

websites toets oefenen (voor mijzelf)


https://www.adappel.nl/oefenexamens

https://nt2taalmenu.nl/nt2-a1-oefeningen-2/#a1-luisteren

https://www.youtube.com/watch?v=aJxF7HPizlw

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

taalhulp 117 nog een keer luisteren met tekst buiten
luisteren en nazeggen

Slide 41 - Diapositive

De weg vragen buiten
a: Mag ik u iets ....?
b: Natuurlijk. 
a: Ik zoek het winkelcentrum
b: U gaat hier ..... Dan bij de ..... straat linksaf. Bij het ..... rechtdoor. 
a: Fijn, dank u wel
b: Graag ....

Slide 42 - Diapositive

taalhulp 117 nog een keer luisteren met tekst binnen
luisteren en nazeggen

Slide 43 - Diapositive

De weg vragen binnen
a: Waar vind ik de supermarkt?
b: De supermarkt is op de .... grond. U gaat hier in de gang rechtdoor.  
b: Aan het .... van de gang links.  De supermarkt is na 30 m aan de rechterhand. 
a: Fijn, dank u wel
b: Graag ....

Slide 44 - Diapositive

Let op:
De supermarkt is aan je linkerkant. (met 'aan')
U gaat hier linksaf.  (met 'gaan')

U gaat rechtdoor tot het einde van de straat.
Bij de stoplichten gaat u rechtdoor. 
Waar kan ik parkeren?

Slide 45 - Diapositive

wie ben ik?
schrijf namen van de cursisten op een papier
1 persoon omschrijft de persoon op het papier
bv hij/zij heeft zwart haar,
 hij/zij draagt een witte trui,
 hij/zij draagt een blauwe spijkerbroek,
hij/zij heeft blond haar
hij/zij heeft een bril

Slide 46 - Diapositive

oefening 22 (optioneel)
herhalen bijvoeglijknaamwoord met of zonder e
Ik heb hier (lekkere druiven)
Ze zijn ( geel en hard)
Het kost ...  per  ... kilo/stuk/..gram

Bijvoeglijk naamwoorden: bijvoorbeeld zuur, zacht, hard, rood, wit, etc

Slide 47 - Diapositive

oef 24: optioneel

De ... zijn in de aanbieding.
De .... (bv appels) kosten 3 euro per kilo.

Slide 48 - Diapositive

taalhulp blz 122 en 123 luisteren

verkoper: Kan ik u ....?
klant: Ik zoek een ...
verkoper: Welke maat heeft u?
klant: maat ...
verkoper: Welke kleur vind u mooi?
klant: ....
Klant: Kan ik passen?
Verkoper: De paskamer zijn achter in de winkel.
klant: Deze is mooi. Ik neem hem. Kan ik contant ....?
Verkoper: ja hoor, dat is dan  .... euro. 


Slide 49 - Diapositive

oef 37  in de klas zelf doen en oef 10 van herhalen

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Diapositive

https://www.tekenteam.nl/lesmateriaal/basisonderwijs

Slide 52 - Diapositive

Slide 53 - Diapositive

https://www.tekenteam.nl/lesmateriaal/basisonderwijs/groep-7-8

Slide 54 - Diapositive