20 en 22 mei Leesvaardigheid les 2 en 3

T V 2 B
20 mei
Welkom 

Zitten volgens plattegrond

 









1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

T V 2 B
20 mei
Welkom 

Zitten volgens plattegrond

 









Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen deze week

  1. Herhaling leesvaardigheid Hst. 1 t/m 3
  2. Uitleg theorie leesvaardigheid Hst 4
  3. Thuis en op school werken aan je boekopdracht (mindmap en rap/gedicht)

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk 20 mei
Reader mee
Schrift mee en etui
Opdrachten pag 2 t/m 4 afmaken
Theorie leesvaardigheid 1.3, 2.3 en 3.3 herhalen Talent

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

- Chemische bestrijdings-middelen (mensen ziek)
- Kinderarbeid
- Lage lonen voor vrouwen en meisjes
- Verplicht overwerken

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Leesvaardigheid 
Theorie  Hst 1 t/m 3 (herhaling)

Slide 8 - Diapositive

Tekstdoelen, -soorten en -vormen:
Feiten, objectief
Mening, subjectief

Slide 9 - Diapositive

De inleiding heeft een doel of functie
  • Aandacht trekken van de lezer (zodat deze verder gaat lezen), of
  • onderwerp noemen of beschrijven, of

  • centrale vraag stellen, of
  • mening geven van de schrijver (bij overtuigend tekstdoel), of
  • samenvatting geven (b.v. bij nieuwsbericht)

Slide 10 - Diapositive

Ook een slot heeft een functie:
  • 1. een conclusie geven 
  • let op signaalwoorden: 'dus', 'daarom', 'dan ook': deze geven een concluderend tekstverband weer

  • 2. een samenvatting geven van het belangrijkste uit de tekst 
  • let op signaalwoorden voor samenvattend tekstverband: 'kortom', 'samenvattend'
  • 3. een advies geven, herkenbaar aan zinnetjes als 'Het is beter..' of 'Het is raadzaam om ..'
  • 4. een toekomstverwachting uitspreken

Slide 11 - Diapositive

Betogende teksten (overtuigen)
  • Inleiding: onderwerp en mening (titel verraadt deze al vaak)
  • bv...
  • Kern: argumenten voor de mening
  • ...
  • Slot: conclusie of samenvatting
  • ...
  • Om extra te overtuigen gebruikt schrijver ook soms tegenargumenten die dan weerlegd worden (onderuit-gehaald worden).

Slide 12 - Diapositive

Stelling: Scholieren moeten pas vanaf 10 uur les krijgen

  • Verzin in tweetallen een aanleiding 

  • Geef twee argumenten vóór deze mening
  • ...

  • Om extra te overtuigen verzin je één tegenargument dat je daarna  weerlegt  (onderuithaalt)
  • ...
  • Je bedenkt de conclusie

Slide 13 - Diapositive

Reader Leesvaardigheid
over mode, klimaat en duurzaamheid 


Slide 14 - Diapositive

Een blouse gekocht die in de kast blijft hangen? 

Deze training leert hoe je een miskoop kunt voorkomen




=> Heb jij zo'n training nodig? 
Waarom wel of niet? 
Eerste twee alinea's samen actief lezen.

Slide 15 - Diapositive

Zelfstandig werken
1. Plenda 22 mei: Reader Leesvaardigheid, lezen en opdrachten maken, pag. 5 t/ 8. Noteer de woorden die je niet kent. Talent meenemen deel B
OF werken aan:
2. Mindmap leesboek en boekopdracht (zie opdracht op papier of bij Teams P4; deze lever je 3 juni in)

Slide 16 - Diapositive

Hoe heb je gewerkt? 

Slide 17 - Diapositive

T V 2 B
22 mei
Welkom 

Zitten volgens plattegrond

 









Slide 18 - Diapositive

Tweegesprek
Naomi en Mirac

Slide 19 - Diapositive

Leerdoelen deze week

  1. Herhaling leesvaardigheid Hst. 1 t/m 3
  2. Uitleg theorie leesvaardigheid Hst 4
  3. Thuis en op school werken aan je boekopdracht (mindmap en rap/gedicht)

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
1. Plenda: Reader Leesvaardigheid, lezen en opdrachten maken, pag. 5 t/ 8. 

=> Noteer de woorden die je niet kent.





Slide 21 - Diapositive

Woordenschat: nieuwe woorden Tekst 2: 
  1. ...
  2. weerstaan
  3. intentie
  4. marketing
  5. impulsaankoop
  6. stevige wetgeving
  7. pleidooi

Slide 22 - Diapositive

Woordenschat: nieuwe woorden Tekst 2: 
  1. weerstaan: zich verzetten tegen, niet toegeven aan
  2. intentie: bedoeling, goed voornemen
  3. marketing: alle activiteiten om verkoop te stimuleren (reclame, prijsverlagingen, influencers)
  4. impulsaankoop: aankoop die zonder veel nadenken of voorbereiding wordt gedaan
  5. stevige wetgeving: strenge regels waaraan je je moeilijk kunt onttrekken
  6. pleidooi: betoog / verdediging om de ander te overtuigen

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk bespreken met buren
=> Waarom is het volgens de tekst 'Een blouse gekocht' zo moeilijk om minder kleding te kopen?
=> Lees elkaars dagboekfragment. Wat vind je ervan?

Slide 24 - Diapositive

Theorie leesvaardigheid Hst 4.3
(Talent, deel B)

Slide 25 - Diapositive

  1. "Dat prakje heb je heerlijk opgewarmd, mama!"
  2. Op 4 mei moeten alle slachtoffers van geweld herdacht worden.
  3. "Stop nú de opwarming van de aarde en sluit je aan!"
  4. Al 370.000 jaar geleden leefden in ons land mensachtigen, blijkt uit onderzoek in Woerden. 
A. Informeren
B. Amuseren
C. Overtuigen
D. Activeren



          => zoek de juiste   
          combinaties

Slide 26 - Diapositive

Activerende tekst
  • Activeren: schrijver zet lezer aan tot actie. Tweede doel is natuurlijk informeren
  • Zet aan tot kopen / bijwonen van voorstelling / lid worden / meedoen / geld geven voor een goed doel
  • Tekstvormen: advertentie, reclametekst, pop-up op een website ("schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!"), uitnodiging

Slide 27 - Diapositive

Beeld en opmaak
  • Functies van beeld: aandacht trekken; voorbeeld geven; extra informatie toevoegen
  • Opmaak (lay-out): verdeling van tekst over de pagina; lettertype en -grootte; kleurgebruik; kadertjes. Doel: aandacht trekken

Slide 28 - Diapositive

Tekstverbanden (pag. 157 Talent)
  • Doel-middel: Om warm te blijven (=doel) doe ik een muts op. (=middel) 
  • "om te" / "daarmee" / "opdat" / "waarmee"
  • => Ik doe een muts op, opdat ik warm blijf.
  • => Herschrijf deze zin met een ander signaalwoord!


Slide 29 - Diapositive

Tekstverbanden (pag. 157 Talent)
  • Voorwaardelijk: Als je nu vertrekt (=voorwaarde), haal je de bus nog
  • "als", "wanneer", "indien", "tenzij", "op voorwaarde dat", "mits"
  • => Wanneer het mooi weer is, gaan we naar het strand.
  • => Herformuleer met 'tenzij' en 'op voorwaarde dat'

Slide 30 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Plenda 27 mei: Talent:  Hst 4.3, tekst 3 en opdrachten 12 t/m 15. Dit doe je online of in je boek.


Slide 31 - Diapositive

Exit-ticket:
Staan: ik ken dit onderdeel (redelijk goed); zitten: ik ken dit nog niet goed (genoeg)
  • ...
  • voorwaardelijk 
  • doel-middel tekstverband
  • activerend tekstdoel

  • kennis over duurzame kledingproductie
  • kennis van nieuwe woorden

Slide 32 - Diapositive