week 5

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

week 5

les 2

Vandaag:

Herinnering: 11 juni summative writing

Uitlezen Katvis

Formative writing

Doelen:

Je kunt een schoolkrantartikel schrijven.

Je kunt de kenmerken van een schoolkrant gebruiken.

Je kunt vormen van de onvoltooid verleden tijd juist gebruiken.

Formative writing

- In 2-tallen

- Je hebt het boek Katvis gelezen. Schrijf hierover een schoolkrantartikel waarin je vertelt over dit boek. Dit doe je op papier.

- Schrijf ongeveer 400 woorden.

Niet af in de les = huiswerk voor morgen

Morgen: feedback op elkaars werk geven.

Lezen!

week 5

les 3

Vandaag:

Feedback geven

Tops en tips bespreken

Feedback verwerken in tekst

Doelen:

Je weet wat er al goed gaat bij het schrijven van een schoolkrantartikel. 

Je weet wat er nog beter kan.

Feedback geven

15-20 minuten, alleen

Lees de tekst die je krijgt. Vul het feedbackformulier in.

Gebruik alle tijd die je krijgt. 

Je mag ook op de tekst schrijven.

Tips en tops bespreken

Zoek je partner, 5 min.

Wissel met elkaar welke tips en tops je gegeven hebt.

Stel elkaar vragen over de feedback.

Zorg ervoor dat alle vragen beantwoord zijn!

Ideeën Nicole:

- Foutje maken tijdens lezen, lln moeten fout aanwijzen.

- Lln lezen alinea voor, letten op uitspraak.

- Tijdens voorlezen foutje maken in de vt, lln moeten fout aanwijzen.

- Zoek de zin die begint met .... en maak hem af

- Zoek de zin ... (Engels) en schrijf hem in het Nederlands op

- Zoek de zin waarin staat dat .......(hij bang is, ongerust is, ...)

Feedback verwerken in tekst

Alleen, rest van de les

Verwerk de feedback in jouw tekst: Kies:

- Kies een alinea en schrijf die opnieuw.

- Schrijf de hele tekst opnieuw.

Stel vragen als je die hebt! Laatste les voor de toets!

Ideeën Nicole:

- Foutje maken tijdens lezen, lln moeten fout aanwijzen.

- Lln lezen alinea voor, letten op uitspraak.

- Tijdens voorlezen foutje maken in de vt, lln moeten fout aanwijzen.

1. Schrijf de 5 belangrijkste woorden op van dit hoofdstuk

2. Maak met deze 5 woorden een korte samenvatting

3. Markeer de belangrijkste zin van de samenvatting

4. Onderstreep het belangrijkste woord van deze zin

5. Vergelijk je woord met die van andere groepjes