week 4

week 4
les 1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

week 4
les 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag:
Bespreken schrijfopdracht Schoolkrant artikel 
Bespreken leeshuiswerk + coverwerk
Opdracht met leeshuiswerk
Lezen in Katvis

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen:
Je weet wat de onvoltooid verleden tijd is en hoe je die maakt.
Je leert vormen van de ovt.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bespreken schrijfopdracht
We kijken samen naar een tekst die vorige week is geschreven.

- Welke kenmerken van een schoolkrantartikel zie je?
- Staan de werkwoorden in de juiste verleden tijd?

Schrijf in je schrift: de werkwoorden die je verkeerd had geschreven.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de fout...
  1. De studenten vond het een heel leuk idee.
  2. De kinderen wachten op....
  3. De meesters laten de leerlingen ijsjes kopen.



Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden; Zoek de fout...
  1. De studenten vonden het een heel leuk idee.
  2. De kinderen wachtten op....
  3. De meesters lieten de leerlingen ijsjes kopen.



Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaatsen shuffle

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

week 4
les 2

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag 21/5
Info over de toets
Quiz
Lezen!

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen:
Je weet hoe je je voorbereidt op de toets.
Je leert nieuwe vormen van de ovt.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Info over toets
Leestoets - 2 juni
Tekst over oplichting

Wat moet je weten?
- Waarover het boek Katvis gaat (vergelijken met tekst).
- De vormen van de verleden tijd in je schrift.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen!

Slide 13 - Diapositive

Ideeën Nicole:
- Foutje maken tijdens lezen, lln moeten fout aanwijzen.
- Lln lezen alinea voor, letten op uitspraak.
- Tijdens voorlezen foutje maken in de vt, lln moeten fout aanwijzen.

- Zoek de zin die begint met .... en maak hem af
- Zoek de zin ... (Engels) en schrijf hem in het Nederlands op
- Zoek de zin waarin staat dat .......(hij bang is, ongerust is, ...)
week 4
les 3

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag:
Quiz
Lezen!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen:
Je kunt de verleden tijd juist gebruiken.
Je leert nieuwe vormen van de ovt.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz
In groepjes - één persoon schrijft antwoorden op.
Welk groepje wint?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vraag 1
Hoe heten de hoofdpersonen in Katvis en waar wonen die?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vraag 2
Hoe hebben de hoofdpersonen in Katvis elkaar leren kennen?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vraag 3
Wat betekent het woord 'oplichting'? En waarom past de titel van de unit 'Te mooi om waar te zijn' daarbij?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vraag 4
Schrijf de juiste vorm van de ovt op.

1. Ik ben - Ik ....
2. Wij hebben - Wij .....
3. Jij gaat - Jij .....
4. Jullie staan - Jullie .......

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vraag 5
Wat zijn kenmerken van een schoolkrantartikel? Noem er vier.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vraag 6
Noteer de juiste vorm in de ovt.

1. Ik fiets - Ik .......
2. Hij vindt - Hij ....
3. Zij wonen - Zij .....
4. Jij maakt - Jij .....

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Laatste vraag:
Noteer de juiste vorm in de ovt.

1. Wij reizen - Wij .....
2. Ik verf - Ik ....

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen!

Slide 25 - Diapositive

Ideeën Nicole:
- Foutje maken tijdens lezen, lln moeten fout aanwijzen.
- Lln lezen alinea voor, letten op uitspraak.
- Tijdens voorlezen foutje maken in de vt, lln moeten fout aanwijzen.

1. Schrijf de 5 belangrijkste woorden op van dit hoofdstuk
2. Maak met deze 5 woorden een korte samenvatting
3. Markeer de belangrijkste zin van de samenvatting
4. Onderstreep het belangrijkste woord van deze zin
5. Vergelijk je woord met die van andere groepjes
Leesopdracht
  • schrijf de 5 belangrijkste woorden op van wat we gelezen hebben
  • vergelijk jouw 5 woorden met de buurman/-vrouw
  • kies samen de 5 belangrijkste woorden
  • Maak een samenvatting (met deze 5 woorden)
  • Onderstreep de belangrijkste zin
  • Schrijf het belangrijkste woord groot op een wisbordje

  • Wie had hetzelfde woord?

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions