Week 12-16 mei - grammatica WS

Week 12-16 mei - grammatica WS
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Week 12-16 mei - grammatica WS

Slide 1 - Diapositive

Lezen in je leesboek
Je leest 6 minuten in stilte.

Na afloop kun je een vraag krijgen over wat je gelezen hebt. 
timer
6:00

Slide 2 - Diapositive

Herhaling §3 lidwoord en zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord, hoe herken je het?
  • Het zelfstandig naamwoord heeft meestal een enkelvoud en een meervoud.
  • Je kunt er meestal een verkleinwoord van maken (fietsje, Sophietje). Niet altijd zoals bij melk of blijdschap
  • Soms bestaat een zelfstandig naamwoord alleen als verkleinwoord, zoals sprookje.
  • Meestal kun je de, het of een (lidwoorden) voor een zelfstandig naamwoord zetten. 

Slide 3 - Diapositive

§3 lidwoord en zelfstandig naamwoord
Hoeveel lidwoorden ken je?
  • Er zijn drie lidwoorden: de, het en een
  • de en het zijn bepaalde lidwoorden (blw), een is een onbepaald lidwoord (olw)
  • Een lidwoord hoort altijd bij een .....
  • Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord.
    Soms staat er tussen het lidwoord en het zelfstandig
    naamwoord een ander woord, bijv.: de schone was.

Slide 4 - Diapositive

Welkom th1b!
Ga lekker zitten en pak: 
 - je schrift en pen
  - je leesboek 
 - je leerwerkboek Nieuw Nederlands
 
Je laptop blijft nog in je tas. 











maandag 30 september 2024
donderdag 15 mei 2025

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen.
Aan het einde van deze les:
  • Je kunt uitleggen wanneer een en het geen lidwoorden zijn. 
  • Je kunt voorzetsels herkennen en gebruiken.

Planning van deze les:

  • lezen in je leesboek - 10 minuten;
  • uitleg §7 Voorzetsel
  • samen aan de slag met voorzetsels

Slide 6 - Diapositive

Maar eerst, lezen in je leesboek
Je leest 10 minuten in stilte.

Na afloop kun je een vraag krijgen over wat je gelezen hebt. 
timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Zo herken je een voorzetsel
  • Je kunt een voorzetsel voor een lidwoord + zelfstandig naamwoord zetten: naast de kast, voor de pauze, door de regen.
  • Soms staat het voorzetsel achter een zn: Ik rende het huis in / de berg op / de klas uit.

Vaste voorzetsels bij werkwoorden
Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel dat je niet kunt vervangen, een vast voorzetsel:
– houden van: Nico houdt van waterskiën.
– besteden aan: Ik wil niet veel tijd besteden aan deze onzin.

In een (online) woordenboek staat welk voorzetsel bij het werkwoord hoort.

Slide 11 - Diapositive

Samen aan de slag
WAT?           We maken samen opdracht 2 van §7 voorzetsel, blz. 212

HOE             in je leerwerkboek, blz.204-205 
HULP           theorie blz. 204
TIJD             5 minuten

KLAAR?      maak opdracht 3, 4 en 5 van §7 .
   



Slide 12 - Diapositive

Evaluatie
Leerdoelen:
  • Je kunt wanneer een en het geen lidwoorden zijn. Denk aan het Engels.
  • Je kunt voorzetsels herkennen en gebruiken.

Volgende les maandag 19 mei:
  • Huiswerk: maak opdracht 2,3 4 van §7 
 

Slide 13 - Diapositive