Woordenschat thema 4 les 6a + 6b

• Taal
• Basisschool
• Groep 3,4

Woordenschat thema 4 les 6a + 6b

Lesdoel

• Je leert de betekenis kennen van de 12 themawoorden.
  

 Welke papa's en mama's zijn er getrouwd? 

de bruiloft

de bruiloft 

Het feest van twee mensen die trouwen. 

de bruidegom 

De man die trouwt. 

het bruidsmeisje

Het meisje dat helpt op de bruiloft. 

morgenochtend

De ochtend van de dag na vandaag. 

morgenmiddag

De middag van de dag na vandaag. 

gisteravond

De avond van de dag voor vandaag. 

de sleep

Een lang stuk stof aan de achterkant van een trouwjurk.

algauw

Snel. 

de receptie

Een soort feest waar veel mensen bij elkaar komen. Ze komen iemand feliciteren, bijvoorbeeld het bruidspaar. 

het feestmaal

Een maaltijd tijdens een feest. 

de toespraak 

Iets vertellen aan een heleboel mensen tegelijk. 

gewoonlijk

Meestal.

Vertel aan je groepje:

1. Wat heb je gisteravond gedaan?

2. Wat ga je morgenochtend doen?

3. Wat ga je morgenmiddag doen?

Opdracht:

1. De avond van gisteren was ik niet thuis: 
2. We waren op een feest om iemand de feliciteren: 
3. Meestal vind ik dat soort dingen maar saai:
4. Vaak houdt iemand een lange iets vertellen aan een heleboel mensen tegelijk: 
5. Maar gisteren sprak de man die trouwt:
6. Ik moest snel hard lachen, hij sprak zo grappig:

En nu even oefenen...