6.3 - Gedrag

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom!

Zit je op je eigen plek?

WC-check? Gaan voor de les begint

Ligt je boek, schrift en pen/potlood op tafel?

Dan kan je kletsen tot de les begint

Planning

Woensdag - 6.2

Donderdag (2x) - 6.3 + 6.4

Vrijdag - Verder met gedrag

Thema 6 - Waarneming en gedrag

LessonUp klas: rplzz

Online boek: 532446

Thema 6 - Waarneming en gedrag

LessonUp klas: rplzz

Online boek: 532446

Thema 6 - Waarneming en gedrag

6.1 - Zintuigen

6.2 - Het oog

6.3 - Gedrag

6.4 - Beïnvloeden van gedrag

6.5 - Sociaal gedrag bij dieren

6.6 - Gedrag bij mensen

6.3 - Gedrag

Bladzijde 106

BiNaS: -

Doelen van deze paragraaf

Je kunt toelichten wat gedrag is en beschrijven hoe gedrag tot stand komt

Je kunt uitleggen dat gedrag het resultaat is van de relatie van een organisme met zijn omgeving

Je kunt een eenvoudig gedragsonderzoek beschrijven

Wat is gedrag?

Alle waarneembare activiteiten van mens en dier.

Adequaat gedrag: gedrag dat de overlevingskansen en fitness vergroot.

     

distelvink

Gedrag

Gedrag is een respons op een prikkel

Van prikkel tot handeling

Gedrag is opgebouwd uit opeenvolgende handelingen. Deze handelingen noemen we gedragselementen. De (vaste) volgorde van gedragselementen is een gedragsketen.

Voorbeelden van gedragselementen:

Kauwen, knipperen, krabben, tanden laten zien, etc...

Prikkels en motivatie

Door homeostase blijven waarden in je interne milieu in balans. Hierbij bepalen de interne prikkels de motivatie voor het gedrag. 

Normwaarden (voedingstoestand, vochttoestand, temperatuur, osmotische waarde ect. )

• Lege maag? -> interesse eten; Volle maag? -> geen interesse eten
• Te veel CO2/te weinig O2 --> sneller ademen
• Te weinig water -> drinken; te veel water -> plassen

prikkels en motivatie 

Periodieke invloeden

Periodieke invloeden = terugkerende schommelingen in interne/externe prikkels 

(zorgt voor verandering hormoonspiegel)

Bijv. door: 

- daglengte

- temperatuur

- hoeveelheid licht

Gedragsonderzoek

Hoe je gedragsonderzoek toepast.

• ethogram
• protocol

En: objectief!

Je kunt in gedragingen herkennen:

• Gedragssystemen
• Gedragselementen
• Gedragsketens
  

Vragen?

Aan het werk

6.3 - Opdracht 32 tot en met 42

Doelen van de paragraaf:

Je kunt toelichten wat gedrag is en beschrijven hoe gedrag tot stand komt

Je kunt uitleggen dat gedrag het resultaat is van de relatie van een organisme met zijn omgeving

Je kunt een eenvoudig gedragsonderzoek beschrijven