Cultuureducatie Enschede
(Ondersteunend) lesmateriaal bij culturele educatieve Enschedese activiteiten.

De Filmfabriek, gr 7/8, les 3 Art direction

GROEP 7/8
LES 3: Art direction

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Les 3 Art direction In les één heb je samen met de leerlingen het verhaal bedacht en uitgewerkt in een scenario. In les twee kwam de visualisering en de volgorde van het verhaal aan bod via het storyboard. Daarmee is een stevig begin gemaakt voor de volgende stap. In de filmwereld bekend als ´art direction´. Art direction is de stap waarin het verhaal verdere invulling krijgt. Hoe ziet de acteur er uit? Op welke plekken zal straks worden gefilmd? Welke spullen zijn er allemaal nodig om acteurs en omgeving verder ‘aan te kleden’. Dit is de les waarin de leerlingen bekend raken met nieuwe woorden als rekwisiteur, grimeur en locatiescout. Zij zijn minstens zo belangrijk als acteurs en de regisseur. Want zonder goede aankleding en zonder een goede locatie kan een film niet worden gemaakt.

Instructies

Benodigdheden:
  • Digibord met geluid, verbonden met het internet
  • Tablets/iPads/telefoons, verbonden met internet (voor quizvraag, één per tweetal)
  • Bijlage 3.1: Begrippenlijst art direction (gr 1 t/m 8, les 3)
  • Bijlage 3.2: Werkblad art direction personage (gr 5/6, les 3  kopie per leerling
  • Bijlage 3.3: Kleding en accessoires (groep 5 t/m 8, les 3)  kopie per tweetal
  • Bijlage 3.4: Werkblad inventarisatie (gr 5/6, les 3) kopie voor de leerkracht
  • Pennen en kleurpotloden/stiften
  • Evt. tijdschriften (met kleding, accessoires, attributen, locaties, etc.), scharen en lijm

Lesinhoud:
  • Verkenning:inhoud en introductie
  • Informatie: art direction
  • Opdracht: art direction
  • Afsluiting: wie neemt wat mee?

Leerdoel:  
Aan het einde van de les weten de leerlingen wat er onder ‘art direction’ valt (kleding, accessoires, haar/make-up, props en locaties) en 
kunnen ze de bijbehorende beroepen aan afbeeldingen koppelen. 
Daarnaast kunnen ze voor hun eigen personage bijpassende kleding, accessoires en attributen bedenken.

Bekijk de introductievideo van Rein en Nikita.
Daarna ga je naar slide 6 de open vraag. Laat de leerlingen met een tablet/iPad/telefoon zich aanmelden bij de LessonUp-les. Vertel dat een filmset de plek is waar een film wordt opgenomen. Laat de leerlingen vervolgens via hun tablet/iPad/telefoon één woord invullen, over wat ze denken dat er op een filmset aanwezig is. Bespreek vervolgens de antwoorden. 

Enkele antwoorden: 
licht, microfoon en koptelefoon (voor het geluid), de regisseur, acteurs, cameraman/-vrouw, catering (eten en drinken voor alle mensen die op de set aanwezig zijn), props, draaiboek (voor de planning), script (voor de acteurs en regisseur) storyboard (camera-man regisseur)

Informatie: art direction
Vertel de leerlingen aan de hand van slides wat ‘art direction’ inhoudt; alles wat hoort bij de aankleding van de personages (kleding, accessoires, haar/make-up) en de filmset (locatie/decor/props).  

Doe de sleepvraag; Koppel de namen van de beroepen aan de juiste afbeeldingen, slide 7

Antwoorden:
Costumedesigner: houdt zich bezig met kleding
Grimeur: houdt zich bezig met de make-up en grime (bijv. nepwondjes op iemands lichaam)
Hairdresser: houdt zich bezig met het haar 
Locatiescout: zorgt voor passende locaties voor de filmopnames 
Rekwisiteur: zorgt voor alle props (attributen/spullen) die nodig zijn in de film

Opdracht: art direction

A. Personages uitwerken: 
Laat de leerlingen op bijlage 3.2 informatie over het/hun eigen personage uit hun film invullen. 
Als ze de gegevens hebben ingevuld, kunnen ze op de linkerhelft van het werkblad het personage tekenen. Daarbij moeten de leerlingen goed nadenken hoe hun personage eruit ziet. 
Ze kunnen de kleding tekenen of gebruik maken van de plaatjes uit bijlage 3.3 (kleding en accessoires) (en plaatjes uitknippen, inkleuren en op het werkblad plakken). 
Laat de leerlingen de benodigde props voor hun personage erbij tekenen. 
Hierbij kun je eventueel ook gebruik maken van plaatjes uit tijdschriften (bijpassende afbeeldingen uitknippen en erbij plakken). 


B. Filmsets uitwerken: 
Deze opdracht is bedoeld voor degene die de film gaan opnemen. Dus voor de cameraman/ -vrouw en de regisseur.
Laat deze leerlingen opzoek gaan naar geschikte plekken (sets) in en rondom de school waar de film opgenomen zou kunnen worden. 
  • Laat hen spullen zoeken die bij de set en de sfeer van de film passen. 
  • Laat de leerlingen de set inrichten en laat hen vervolgens de sets met verschillende shots (totaal, medium en close-up), standpunten (kikvorsperspectief, vogelperspectief en ooghoogte) en bewegingen (pan, tilt en geen) filmen. 
  • Laat de leerlingen vervolgens bekijken wat er mooi en passend uitziet op beeld. 
  • Laat deze groep ook de props laten maken, indien dat nodig is. 
 

C. Moodbords maken:
Een Moodbord is een creatieve verzameling van alles wat jou inspiratie geeft voor bijvoorbeeld de film. Dit kunnen bepaalde kleuren zijn. Een bepaalde sfeer. Een moodboard is nooit goed of fout is. Het is namelijk een weergave van jouw ideeën over de film. Aan het einde van de les bekijken jullie de moodbords. En kijk je of het overeen komt. Dit moodbord kun je ook gebruiken bij het ontwerpen van je poster in les 8. 

Benodigdheden:
  • Schaar
  • Lijm
  • Ondergrond van karton (of ander stevig materiaal)
  • Tijdschriften
  • Gekleurd papier voor de ondergrond
  • oude tijdschriften 

Afsluiting: wie neemt wat mee?
  1. Bekijk elkaars werkbladen, moodbords en filmpjes. 
  2. Hang de moodbords op in de klas. 
  3. Welke spullen (kleding en props) zijn er nodig, die niet op school liggen? 
  4. Heeft iemand thuis iets liggen wat in de film gebruikt kan worden? 
  5. Inventariseer wie wat mee neemt van huis.  
  6. Schrijf dit op bijlage 3.4  
  7. Scan het werkblad en mail dit naar de ouders van de leerlingen of geef de leerlingen een kopie mee van het werkblad voor hun ouders, zodat zij op de hoogte zijn wat hun kind moet meenemen. 
  8. Hang het werkblad vervolgens bij de deur van het klaslokaal. 
  9. Laat de leerlingen dit voor les 6 (wanneer er gefilmd gaat worden) meenemen naar school. 
  10. Bekijk of er ook eventueel geschminkt moet worden en vraag of één van de ouders beschikbaar is tijdens les 6. 

Werkbladen

Onderdelen in deze les

GROEP 7/8
LES 3: Art direction

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2
storyboard
script
Les 1
Verhaal
Les 8
Reclame
Les 4
Acteren
Les 3
Art direction
Les 5
Geluid &
Muziek
Les 6
Filmen
Les 7
Montage

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

bekijk het filmpje met Rein en Nikita
De filmset
De filmset wordt soms helemaal ingericht. Alles wordt dan bedacht of zelfs speciaal gemaakt voor die ruimte. Maar je kunt ook een bestaande plek nemen. Zoals bijvoorbeeld de bibliotheek van jouw school. Daar hoef je maar weinig aan te veranderen. Behalve als je een rommelige bibliotheek wilt met alle boeken op de grond :-)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Art Directions








Outfit
Ook over de outfit, zoals de kleding en de accessoires van een acteur wordt na gedacht. Een cowboy bijvoorbeeld draagt een cowboyhoed. 
De lokatie
De plek (de lokatie) past goed bij het verhaal en een personage (acteur). Bijvoorbeeld een prinses woont in een kasteel. Een indiaan woont in een tent. Een klas is in een school.
Props
Je ziet aan die props (zo noem je spullen die je nodig hebt in een film) met wie je te maken hebt. Een cowboy heeft bijvoorbeeld een pistool. Een indiaan een pijl en boog.
Over alles in een film wordt nagedacht!
En de afdeling die daar over nadenkt en die alles bij elkaar zoekt of maakt noem je de Art direction.  Zij letten op:

Slide 5 - Tekstslide

In de volgende slides zie je voorbeelden van locaties, kleding en accessoires en props.

Wie doet wat bij de art direction?
De Rekwisiteur gaat tijdens opnames over de filmsets en de props (rekwisieten). Props zijn bijvoorbeeld een pistool voor een boef of een tas van een mevrouw.
De Grimeur verzorgt de make up. Soms moet een jong iemand er oud uit zien.  Of iemand heeft heeft heel veel puisten of een wond. Daar kan een grimeur voor zorgen. 
De Hairdresser zorgt voor het haar van de acteurs. Soms heeft iemand een pruik nodig of moethet haar mooi gefhönd  worden. Daar zorgt de hairdresser voor.
De Locatiescout is iemand die de lokaties zoekt. Je film speelt af in een kasteel, zoals bij Harry Potter, dan ga je als locatiescout op zoek naar een kasteel. 

Slide 6 - Sleepvraag

De Rekwisiteur gaat tijdens opnames over de filmsets en de props. Props zijn bijvoorbeeld een tas van een mevrouw. 

De Kostuumdesigner verzorgt de kleding en de objecten die door acteurs worden vastgehouden of gebruikt. Bijvoorbeeld een bril of een wandelstok. Vaak wordt de kostuumdesigner ook geholpen door de rekwisiteur. 

De Grimeur verzorgt de make up. Soms moet een jong iemand er oud uit zien. Daar zorgt een grimeur dan voor. Of iemand heeft heeft heel veel puisten. Ook daar kan een grimeur voor zorgen. Zelfs een namaakwond kan een grimeur maken.

De Hairdresser zorgt voor het haar van de acteurs. Soms heeft iemand een pruik nodig of moet het haar heel mooi gefhönd  worden. Daar zorgt de hairdresser voor.

De Locatiescout is iemand die de locaties zoekt. Je film speelt af in een kasteel, zoals bij Harry Potter, dan ga je als locatiescout op zoek naar een kasteel. (ander voorbeeld?).
Op welke plekken wordt jullie film opgenomen? 

Slide 7 - Tekstslide

Waar wordt jullie film opgenomen? Binnen en/of buiten? Op het schoolplein, in een bibliotheek of bij jullie in de klas? 
Welke accessoires hebben jullie nodig voor de film?

Slide 8 - Tekstslide

Accessoires zijn onderdeel van de kleding, zoals sieraden, hoeden en schoenen. 

Welke accessoires hebben jullie nodig in de film? Maak hiervan een lijst zie de bijlage 1.
Welke props hebben jullie nodig?

Slide 9 - Tekstslide

Vaak hebben de (hoofd)personen bepaalde spullen nodig. Deze voorwerpen en/of attributen worden in de filmwereld ook wel props genoemd. Welke  props hebben jullie nodig in de film? Maak hiervan een lijst gebruik hiervoor bijlage 2.
Sleepvraag
Welk beroep hoort bij welk plaatje?
Costumedesigner
Grimeur
Hairdresser
Rekwisiteur
Locatiescout

Slide 10 - Sleepvraag

Sleepvraag

Antwoorden
  • Costumedesigner: 2
  • Grimeur: 1
  • Rekwisiteur: 3
  • Hairdresser: 4
  • Locatiescout: 5
Personages uitwerken:

Filmsets uitwerken:

 
Props verzamelen:


Aan de slag:
Moodbord uitwerken:

Kleding & accessoires : 

Slide 11 - Tekstslide

Personages uitwerken:
Als je acteur bent in de film, hoe ziet jouw personage er dan uit? Werk je personage uit en gebruik hier voor bijlage 3.2. Maak eventueel gebruik van bijlage 3.3 

Filmsets uitwerken:
Bekijk geschikte plekken (sets) in/en rondom de school waar de film opgenomen kan worden. Zoek spullen om de sets passend bij de film te maken. Film de sets met verschillende shots, standpunten en bewegingen. Weet je nog les 2 Storyboard en Script? Bekijk wat er op het beeld mooi uitziet. 

Props verzamelen:
Wellicht hebben jullie props nodig in jullie film. Soms kun je die van huis mee nemen, soms kun je ze ook zelf maken. Speelt er bijvoorbeeld een jury mee in jullie film, maak dan zelf de naambordjes met Jurylid.

Kleding & accessoires : 
Overleg met acteurs welke kleding en schoenen ze nodig hebben. Accessoires zoals sieraden vallen onder props 

Moodbord uitwerken:
Een Moodbord is een creatieve verzameling van alles wat jou inspiratie geeft voor bijvoorbeeld de film. Dit kunnen bepaalde kleuren zijn. Een bepaalde sfeer, bepaalde spullen.
Schrijf het op!
noteer alles wat je nodig hebt op werkblad 3.4

Slide 12 - Tekstslide

Tot slot: Bespreek met de leerlingen wat er voor de film nodig is. 

1. Op welke plek(ken) wordt er gefilmd?
2. Welke kleding is nodig?
3. Welke props zijn er nodig in de film? 
4. Wat ligt er op school?
5. En welke leerling kan wat van thuis meenemen? 
6. Zorg ervoor dat alle spullen voor les 7 filmen op school zijn. 

gebruik hiervoor werkblad 3.4

Gemaakt door: 







Gefinancierd door:
Met dank aan:

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies