ICLON
NPO-lesaanbod Studievaardigheden, versterking aansluiting vwo-wo

Proefles Lesmateriaal Studievaardigheden

Onderzoeksvaardigheden
Informatie zoeken en evalueren
Proefles
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Onderzoeksvaardigheden
Informatie zoeken en evalueren
Proefles

Slide 1 - Tekstslide

Introductie voor de docent:
Dit is de eerste les in een lessenreeks van in totaal 10 lessen waarin leerlingen in 4, 5 en 6 vwo de vaardigheden 'onderzoeken', 'communiceren' en 'reflecteren' ontwikkelen. Dit zijn vaardigheden die leerlingen nodig hebben gedurende hun schoolloopbaan maar ook wanneer zij naar het wo gaan. 
Het doel van deze lessenreeks is om de verbinding tussen de vaardigheden die leerlingen ontwikkelen in het vwo en later in het wo te versterken.

Elke les bevat zowel een theoretische component als interactieve opdrachten om het geleerde in te verwerken. Alle lessen in deze lessenreeks zijn zo vormgegeven dat leerlingen, na een gezamenlijke start, zelfstandig aan de lesdoelen kunnen werken. Je kunt er als docent voor kiezen om delen van de instructie of het bespreken van gemaakte opdrachten klassikaal te doen. Waar dit mogelijk of wenselijk is, wordt dit in de docentinstructie aangegeven.

Het is belangrijk dat in alle lessen, en in het bijzonder in de reflectielessen, dat leerlingen hun gedachten, wensen en ideeën vrijuit kunnen uiten. Met eerlijke antwoorden zal de leeropbrengst voor de verschillende onderdelen worden vergroot. Het is dan ook de taak van de docent of mentor om dit veilige pedagogisch klimaat te bewerkstelligen.

Toelichting:
Deze les is het startpunt van het werken aan de vaardigheid "onderzoeken", waarbij het vinden en beoordelen van bronnen op betrouwbaarheid centraal staat.
Tijd: 2 minuten voor het klaarzetten van lesson-up en om leerlingen te laten inloggen.
Vorm: de start van deze les is klassikaal, maar als snel zullen de leerlingen individueel aan de slag gaan om vragen voor zichzelf te beantwoorden. Aan het einde kunnen leerlingen kort klassikaal terugblikken.
Het onderwerp leent zich voor groepsdiscussies over bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van sociale media, mits alle leerlingen vrijuit hun mening kunnen uiten zonder daarop veroordeeld te worden. Maak eventueel (gedrags)afspraken met de leerlingen wanneer de les klassikaal wordt behandeld. 



Dit is de eerste les in een lessenreeks van in totaal 8 lessen waarin je gaat werken aan jouw vaardigheden. Vaardigheden heb je nodig tijdens je schoolloopbaan, daarbuiten, maar ook wanneer je een vervolgstudie gaat doen. 
Vaardigheden helpen namelijk om beter om te kunnen gaan met informatie en de mensen om je heen. 

Slide 2 - Tekstslide

Toelichting voor de docent:
De eerste les start met het schetsen van een achtergrond aan de leerlingen t.a.v. de lessenreeks. Je kunt er als docent voor kiezen dit deel klassikaal te doen, maar je kunt er ook voor kiezen om de eerste slides door de leerlingen individueel te laten doorlopen. 


Sommige vaardigheden, zoals communiceren, komen dagelijks terug. Andere vaardigheden gebruik je misschien alleen in de klas. Alle vaardigheden die in deze lessen aan bod komen, zal je straks ook tegenkomen als je gaat studeren. Hoe meer je er nú al mee geoefend hebt, des te beter je straks je studie kunt doorlopen. Het doel van deze lessen is dat jij beter voorbereid je studie start.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn veel verschillende vaardigheden te onderscheiden. Niet alle vaardigheden komen aan bod in de lessen die je hier gaat volgen. In deze lessenreeks staan de drie vaardigheden centraal, namelijk: ‘reflecteren’, ‘onderzoeken’ en ‘communiceren'. In de organizer hierna kan je zien wat er in de lessen precies aan bod komt. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Sociale vaardigheden
     Denkvaardigheden
Vaardigheden


Onderzoeken

  • Informatie zoeken
    & evalueren
  • Informatie lezen
    & begrijpen   

Communiceren

  • Informatie schriftelijk communiceren
Persoonlijke vaardigheden


 Reflecteren

  • Het zelfdiagram
  • Het beeld van jezelf  

Slide 5 - Tekstslide

Toelichting
Dit is een advanced organizer, een soort kapstok die de leerlingen structuur biedt, zodat ze de verschillende lessen over reflecteren, onderzoeken en communiceren in een groter geheel kunnen plaatsen onder de noemer 'Vaardigheden'.
In iedere les van deze lessenreeks komt deze advanced organizer terug. Het dient als visuele weergave waaraan de leerlingen de nieuwe kennis en vaardigheden kunnen koppelen. Door de verbinding te leggen tussen dit schema en de voorkennis van de leerlingen, is het waarschijnlijk dat ze nieuwe kennis en vaardigheden makkelijker en sneller tot zich nemen.
Dit schema geeft tevens ruimte voor de koppeling aan eerdere lessen in deze lessenreeks, maar ook aan andere vakken waar leerlingen wellicht al gewerkt hebben aan de vaardigheid die in de huidige les centraal staat.

Vaardigheden binnen de Universiteit 
De vaardigheden in de organizer van deze lesstof die je net hebt bekeken komen ook terug binnen de universiteit. Alle vaardigheden die daar aan bod komen, zie je in dit overzicht staan. Wat misschien opvalt, is dat de namen en termen die gebruikt worden soms van elkaar verschillen. Kan jij ontdekken welke overeenkomen?  

Slide 6 - Tekstslide

Toelichting:
In dit overzicht zien leerlingen hoe er aan  vaardigheden binnen Universiteit Leiden wordt gewerkt. De leerlingen krijgen via klikken op de hotspot de opdracht om verschillen te ontdekken tussen het schema dat ze op de vorige slide te zien kregen en op deze slide. Het grootse verschil is dat binnen deze lessenserie slechts enkele van deze vaardigheden aan bod komen, namelijk reflecteren, onderzoeken en schriftelijk communiceren. Een ander verschil is de benaming van de verschillende vaardigheden. 

Tijd:
2 minuten
Vorm
Klassikaal 

Hoe zou jij vaardigheden als onderzoeken of reflecteren op school of in de toekomst denk je kunnen gebruiken?
Schrijf je antwoord op in 1 zin.

Slide 7 - Open vraag

Tijd: 2 minuten

Vorm: individueel, open vraag

Toelichting:
De leerling beantwoordt hier voor zichzelf de vraag door in het tekstveld een antwoord te typen. De leerling kan het gegeven antwoord na het doorlopen van de volgende slides altijd nog terugzien of wijzigen. 
Reflecteren
Onderzoeken
Communiceren
Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 7
Les 5
Les 8
Les 6
Jouw lessen

Slide 8 - Tekstslide

Toelichting:
In deze overzichtsslide zien leerlingen hoeveel lessen zij volgen per thema, waar ze zich bevinden in de lessenreeks en welke lessen zij al hebben gedaan.

Tijd:
1 minuut om de visual toe te lichten
Vorm
klassikaal
Dit weet je al
Dit leer je nu
Doen
Terugkijken
Reflecteren
Onderzoeken
Communiceren
Hoe werkt het?
Klikken
Slepen
Typen
Tijdens de les worden verschillende iconen gebruikt. Aan de hand van de vier iconen links, zoals te zien op deze slide, kun je makkelijk zien wat het leerdoel is van dat onderdeel. 
Zo betekenen de hersenen dat voorkennis geactiveerd wordt (dingen die je al weet), het boek betekent dat je nieuwe lesstof leert d.m.v. theorie, het papier met de pen betekent dat je actief bezig bent met het combineren van voorkennis en nieuwe kennis, dus dat je iets oefent. En het oog betekent dat je reflecteert en terugkijkt op wat je leert. 

Slide 9 - Tekstslide

Tijd: 2 minuten om de iconen en kleuren toe te lichten. 
Vorm: klassikaal
Toelichting:
De iconen en kleuren op deze slide komen terug in iedere les. 
  • De iconen geven aan waar de leerlingen mee bezig zijn in het leerproces. Zie ook de hotspot rechts bovenin voor uitleg van de iconen. 
  • De kleuren geven aan met welke vaardigheid de leerlingen oefenen. De kleur komt terug in de achtergrond. In deze les is dat bijvoorbeeld lichtblauw: onderzoeken.
Aan de slag! 

Slide 10 - Tekstslide

Toelichting:
Vanaf deze slide kunnen leerlingen de les individueel doorlopen. Je kunt er als docent steeds voor kiezen om iets klassikaal te bespreken of om iets door leerlingen individueel te laten doorlopen.

Tijd: 1 minuut om de les vanaf hier toe te lichten en in lesson up de leerlingen individueel toegang te geven tot de slides en opdrachten. + 30 minuten voor het individueel maken van de opdrachten.

Instructie:
Geef leerlingen de instructie dat zij de les vanaf dit punt zelf mogen doorlopen. Maak daarbij de keuze of jij wil dat zij mogen overleggen of de opdrachten volledig zelfstandig maken.
Leerlingen leren aan de hand van de volgende opdrachten over de betrouwbaarheid van bronnen. 


     Sociale vaardigheden
     Denkvaardigheden
Vaardigheden


Onderzoeken

  • Informatie zoeken
    & evalueren
  • Informatie lezen
    & begrijpen   

Communiceren

  • Informatie schriftelijk communiceren
Persoonlijke vaardigheden


 Reflecteren

  • Het zelfdiagram 
  • Het beeld van jezelf 

Slide 11 - Tekstslide

Tijd: 2 minuten om de advanced organizer toe te lichten en een koppeling te maken met relevante voorkennis. 

Toelichting
Zie slide 5 voor uitleg bij de advanced organizer.

In de komende vier lessen staat de vaardigheid onderzoeken centraal. Ook deze vaardigheid zal je nodig hebben om nú en in de toekomst succesvol je schoolcarrière te kunnen doorlopen. De vaardigheid onderzoeken bestaat uit een aantal deelvaardigheden. In deze les gaan we het hebben over informatie zoeken en evalueren.

Slide 12 - Tekstslide

Toelichting:
Deze tekstslide geeft achtergrondinformatie bij het onderwerp dat centraal staat. 


Verschillende informatiebronnen benoemen.
Aan het einde van de les kun je:
Factoren die de betrouwbaarheid van een 
informatiebron beïnvloeden benoemen.
Uitleggen wat het belang is van betrouwbare versus onbetrouwbare bronnen.

Slide 13 - Tekstslide

Tijd: 1 minuut voor het expliciteren van de leerdoelen.

Vorm: bij voorkeur klassikaal

Toelichting:
Elke les start met een weergave van de lesdoelen. Expliciteer deze naar de leerlingen, zodat zij weten waaraan zij deze les gaan werken en waarom. 
Wat voor soort informatiebronnen 
ken je al?

Slide 14 - Woordweb

Toelichting:
Leerlingen vullen in het tekstveld in wat voor soort informatiebronnen zij kennen. Dit mag van alles zijn. Meerdere antwoorden geven is mogelijk. Het resultaat is een woordweb waarbij dat wat het meest genoemd is in grote letters wordt weergegeven.

Alternatieve vorm:
De vraag kan ook klassikaal beantwoord worden. Er ontstaat dan een woordweb van antwoorden dat inspirerend kan zijn en leerlingen kan helpen bij het beantwoorden van de vraag.
Naar verwachting reageren de leerlingen met onderstaande antwoorden:
Boeken, Wikipedia, TV, (online) kranten, wetenschappelijke artikelen, sociale media, tijdschriften, webpagina’s aangereikt van school, andere webpagina’s, etc

Als aanvullende vraag kunnen de leerlingen proberen hun antwoorden gezamenlijk te categoriseren waarbij hun antwoorden bij elkaar worden gezet en er een hoofdthema aan wordt gekoppeld. 

Met devices
Dit woordweb werkt het beste als leerlingen gebruik kunnen maken van een device, zoals een tablet, laptop of smartphone. Dit kan individueel, waarbij de leerlingen allemaal gebruik maken van een eigen device, of in een groep met een enkel device per groep.

Zonder devices
Mocht het niet mogelijk zijn om het woordweb te doen met devices, dan kan de vraag worden getoond, waarna de leerlingen deze op papier overnemen. Ze schrijven dan rondom de vraag hun voorkennis op.

Tijd: 2 minuten
Vorm: individueel of klassikaal, woordweb






Bronnen over internationaal nieuws: welke bron 
raadpleeg jij als eerste om de waarheid te bepalen? 
Internationale nieuwswebsite
Nederlandse nieuwswebsite
Google
WikiLeaks
Sociale media
Anders

Slide 15 - Poll

Vorm: individueel, poll

Bij het interactieve onderdeel Poll, kunnen de leerlingen de poll beantwoorden. Dit kan zowel met- als zonder devices. Bij de variant zonder devices kan eventueel gebruik worden gemaakt van wisbordjes.

Leerlingen lezen het nieuwsbericht door erop te klikken en beantwoorden vervolgens de vraag. 


Bronnen over vaccineren: welke bron 
raadpleeg jij als eerste om de waarheid te bepalen?
GGD
Google
Sociale media
Wetenschappelijk onderzoek
Wikipedia
Anders

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Bronnen voor je profielwerkstuk: welke bron 
raadpleeg jij als eerste om de waarheid te bepalen?
Google
Internationale nieuwswebsite
Nederlandse nieuwswebsite
Sociale media
Wetenschappelijk onderzoek
Wikipedia
Anders

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke informatiebron jij gebruikt, hangt erg af van het onderwerp en de doelstelling van je vraag. Hoeveel 
tijd heb je daarnaast om het antwoord te vinden? 
En hoe gedetailleerd heb je informatie nodig?
Welke bron gebruik je wanneer?
Voor een snel en eenvoudig antwoord...
Google of Wikipedia
Voor een gedetailleerd overzicht...
Boeken en wetenschappelijke artikelen
Als je een vraag hebt over je eigen wereld en mensen om je heen ...
Sociale media
Voor lokaal, nationaal en internationaal nieuws...
Kranten, tijdschriften of de TV

Slide 18 - Tekstslide

Toelichting:
Deze theoretische slide geeft leerlingen informatie over het gebruik van bronnen. 
De uitleg staat in de hotspots. 

Tijd: 2 minuten 
Vorm: individueel of klassikaal
Als het alleen gaat om het onderwerp, de tijd die je hebt en hoe gedetailleerd je informatie nodig hebt, kun je vast zelf al goed inschatten wélke bron je kunt gebruiken. Maar er is nog een belangrijk punt dat je mee moet nemen in je keuze: de betrouwbaarheid van je bron

Slide 19 - Tekstslide

Toelichting:
Deze tekstslide geeft achtergrondinformatie/ theorie bij het onderwerp dat centraal staat. 
Wat maakt een bron


Dat leer je in de
volgende opdrachten!
#betrouwbaar

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe betrouwbaar zijn deze bronnen?
Klik op de hotspots om de bronnen te openen.
Betrouwbaarheid van bronnen
Onderzoek: Een onderzoek is betrouwbaar als je dezelfde uitkomsten zou krijgen als je hem op exact dezelfde wijze nog een keer uitvoert. 
Krant: De krant is betrouwbaar afhankelijk van welke krant het is, wie het heeft geschreven en hoe goed diegene diens bronnen heeft gecheckt.
Sociale media: is betrouwbaar wanneer de persoon diens bronnen heeft gecheckt. Diegene is nog betrouwbaarder als die diens bronnen vermeldt.
Wikipedia: doet aan kwaliteitscontrole. Bekijk of een artikel (recente) referenties, bronnen, noten en literatuurverwijzingen heeft.

Slide 21 - Tekstslide

Toelichting:
Op deze slide leren leerlingen meer over de betrouwbaarheid van bronnen door per bron op de hotspot te klikken. 
Vorm: individueel
Tijd: 3 minuten

Hoe zou je de verschillende type bronnen ranken m.b.t. betrouwbaarheid?
minst betrouwbaar
meest betrouwbaar
Onderzoek
Krant
Sociale media
Wikipedia

Slide 22 - Sleepvraag

Vorm: individueel, sleepvraag
Toelichting:
Hier gaan leerlingen nadenken over de vraag: Hoe zou je de verschillende type bronnen nu ranken m.b.t. betrouwbaarheid?
Laat de leerlingen de bronnen (hotspots) slepen van minst naar meest betrouwbaar. Wanneer de leerling op de hotspot klikt, ziet hij wat de hotspot inhoudt.

Met devices
Deze sleepvraag werkt het beste als leerlingen gebruik kunnen maken van een device, zoals een tablet, laptop of smartphone. Dit kan individueel, waarbij de leerlingen allemaal gebruik maken van een eigen device, of in een groep met een enkel device per groep.

Zonder devices
Mocht het niet mogelijk zijn om de sleepvraag te doen met devices, dan kan de vraag worden getoond op het centrale scherm en kunnen de onderdelen worden versleept door de docent (of leerlingen) op de computer van de docent of touchscreen.


Einde proefles
Kosteloos toegang krijgen tot de rest van het lesmateriaal Studievaardigheden?

Vraag dan nu je vouchercode aan op www.universiteitleiden.nl/lesmateriaal-studievaardigheden 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies