Hoofdstuk 7 - Vormingsvraagstuk: samenlevingsvormen | HAVO

Hoofdstuk 7
Vormingsvraagstuk: samenlevingsvormen
1 / 65
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 65 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 15 videos.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7
Vormingsvraagstuk: samenlevingsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe had jouw leven eruit gezien als je 100 jaar geleden 
geboren was? 
Hoe had jouw leven eruit gezien
als je 100 jaar geleden geboren was?

Slide 2 - Woordweb

Deze vraag zet leerlingen aan om na te denken over hoe samenlevingsvormen veranderd zijn vanaf de jaren '20 van de vorige eeuw.

Slide 3 - Video

Amsterdam, 1922. Een korte sfeerimpressie van het straatbeeld hoe mensen honderd jaar geleden leefden.
Wat leer ik dit hoofdstuk?
  • wat het begrip representatie inhoudt
  • welke politieke stromingen er zijn
  • de functies van politieke partijen
  • de twee modellen van politieke besluitvorming
  • wat het begrip globalisering inhoudt
Vorig hoofdstuk leerde ik ...

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer ik dit hoofdstuk?
Ik leer ...
  • wat de kernconcepten institutionalisering, democratisering, individualisering en rationalisering zijn
  • hoe deze ontwikkelingen de afgelopen 100 jaar tot stand zijn gekomen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§7.1 Vorming, verandering en institutionalisering

Slide 6 - Tekstslide

Pagina 121
Institutionalisering (1920-1960)
Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen, die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Sinds welk jaar is er in Nederland sprake van algemeen kiesrecht?
Sinds welk jaar is er in Nederland sprake van algemeen kiesrecht? 
A
1819
B
1890
C
1919
D
1910

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Benadruk hier de betekenis van passief en actief kiesrecht.
Verzuiling
De samenleving was opgedeeld in drie (of vier) levensbeschouwelijke en sociaaleconomische groepen: 
Katholiek
Protestants
Socialistisch
(Liberaal)
Mensen bleven voornamelijk binnen ‘de eigen zuil’ en de cultuur was sterk collectivistisch.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Benadruk dat er in dit filmpje andere zuilen worden benoemd dan in het lesboek, maar dat we bij Seneca socialistisch, protestants, katholiek (en liberaal) aanhouden.
Bij welke zuil horen de kranten?
Katholiek
Socialistisch
Protestants
Liberaal

Slide 12 - Sleepvraag

Benadruk na deze vraag dat er bij de verzuiling sprake was van min of meer geformaliseerde regels die ervoor zorgden dat gedragspatronen gereguleerd werden, zoals welke krant mensen lazen.
Gezinsleven ('20-'60)
Het gezin kun je zien als een sociale institutie, omdat er regels zijn waardoor iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt.
Kostwinnersgezin en bevelshuishouding: er was sprake van een duidelijke rolverdeling tussen man en vrouw en een grote machtsafstand. 
Dit was was ook (deels) wettelijk vastgelegd. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen in instituties (Na WOII)
Maatschappelijke veranderingen: baby-boom, economische vooruitgang en eigen woning bezit
In de wet veranderde onder andere het volgende:
1. De opbouw en de uitbreiding van de verzorgingsstaat
2. Wetswijziging in 1957: vrouwen werden niet langer als handelingsonbekwaam gezien.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies




Wat zou een nadeel kunnen zijn van institutionalisering?
Wat zou een nadeel kunnen zijn van institutionalisering?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen
Gedrag wordt gereguleerd
Er wordt steeds meer geredeneerd vanuit regels en procedures
Leidt tot zingeving (bijvoorbeeld statieflessen)
Nadelen
Gedrag wordt voorspelbaar, wat leidt tot meer vrijheid

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§7.2 Vorming, verandering en democratisering

Slide 18 - Tekstslide

Pagina 126
Waar denk je aan bij democratisering?
Waar denk je aan bij democratisering?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Democratisering (1960-1980)
Het proces van de verandering van de machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degenen met minder macht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratisering in de politiek
Een voorbeeld van democratisering is de verlaging van stemgerechtigde leeftijd in 1965 en 1972. 
Streven naar een politiek systeem waarin burgers participeren in de besluitvorming, door actief- en passief kiesrecht.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere voorbeelden van democratisering in de politiek:
2. Politieke grondrechten, zoals kiesrecht en het recht om een politieke partij op te richten
1. Klassieke vrijheidsrechten,   zoals de vrijheid van  meningsuiting


Democratisering in de politiek
3. Sociale grondrechten, zoals de zorg voor woning, werk, zorg en onderwijs voor iedereen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deel 1 van het fragment over de demonstratie van Black Lives Matter in coronatijd.

Slide 24 - Video

Deel 2 van het fragment
Over wat voor soort grondrecht heeft Femke Halsema het in dit fragment?
Over wat voor soort recht heeft Femke Halsema het in dit fragment?
Klassiek vrijheidsrecht
Politiek grondrecht
Sociaal grondrecht

Slide 25 - Poll

Antwoord: Halsema sprak over de vrijheid van demonstratie/betoging (Artikel 9, lid 2 van de Grondwet). Net zoals de vrijheid van meningsuiting behoort de vrijheid van demonstratie tot het klassiek vrijheidsrecht. 

Slide 26 - Video

Aanknopingspunt om te vertellen hoe het gezinsleven tussen de jaren '60 en '80 veranderde: 
- Andere gezinssituaties (zoals woongroepen)
- Openlijke homoseksualiteit
- Ongehuwd samenwonen en latrelaties
Onderhandelingshuishouding
Verandering van bevelshuishouding naar onderhandelingshuishouding: 
  • Kleinere machtsafstand tussen ouders en kinderen
  • Over het gedrag, taken en rollen werd steeds meer overlegd
  • Kinderen kregen steeds meer zeggenschap
  • Stimulatie van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoeveel biologische broers en zussen heb jij?
Hoeveel (biologische) broers en zussen heb jij?
1
2
3
4
5 of meer

Slide 28 - Poll

Bespreek met de leerlingen dat gezinnen steeds kleiner zijn geworden, o.a. door anticonceptie. 
Bovendien was er de opkomst van het moderne kerngezin: vader, moeder en een klein aantal kinderen. 

Al laatste de toename van zeggenschap voor de vrouw. (Pagina 127)

Slide 29 - Tekstslide

Afbeelding van een demonstratie van de Provo's in Amsterdam als voorbeeld van een jeugdbeweging.


Verandering rol socialisatoren
Peergroup
Media 
Jongeren hadden meer geld en tijd en de mogelijkheid om te studeren
De media ging een grotere rol spelen, wat leidde tot de ontzuiling
Kinderen brachten steeds meer tijd door op school. Ook in het onderwijs was er sprake van democratisering
Onderwijs

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§7.3 Vorming, verandering en individualisering

Slide 31 - Tekstslide

Pagina 129



Wat heeft deze afbeelding met individualisering te maken?
Wat heeft deze afbeelding met 
individualisering te maken?

Slide 32 - Open vraag

Antwoord: Vroeger werd er vaak met losse koffie een pot koffie gezet, voor meerdere mensen. Op de afbeelding zie je cupjes waarmee een kopje koffie tegelijk kan worden gezet. Daarin zie je de nadruk op het individu in plaats van op het collectief.


Individualisering
Het proces waarbij individuen in toenemende mate hun zelfstandigheid op verschillende gebieden kunnen vergroten

Slide 33 - Tekstslide

Hierna zou je als docent uit kunnen leggen wat de relatie met secularisering en ontzuiling is. 
Verklaringen
Verklaringen voor individualisering vanaf 1960:
  • Toename van de welvaart, waardoor mensen   zelfstandiger werden.
  • Stijging van het opleidingsniveau van   arbeidskrachten, waardoor partners minder   afhankelijk van elkaar werden.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Aan de hand van dit filmpje kun je als docent uitleggen dat individualisering ook werd geïnstitutionaliseerd, bijvoorbeeld door de invoering van de scheidingswet in 1971. 
Individualisering '80-'00
Zelfstandigheid om eigen keuzes te maken is vergroot, sprake van een meerkeuzemaatschappij.
Mensen met minder macht kregen grote inspraak en medezeggenschap en werden dus zelfstandiger
Groei van het aantal eenpersoonshuishoudens

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individualisering in het gezin '80-'00
Vrouwenemancipatie leidde tot meer gelijkheid
 

Man en vrouw gingen steeds meer allebei werken huishouden werd soms uitbesteed
Onafhankelijkheid, zelfontplooiing, ontwikkeling en eigen keuzes maken
Gevolg: steeds meer co-ouderschappen en samengestelde gezinnen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je individualisering terug in jouw leven? 
Hoe zie je individualisering
terug in jouw leven?

Slide 39 - Woordweb

Voorbeelden: eigen slaapkamers, door oortjes en koptelefoons je kunnen afzonderen en je eigen muziek kunnen luisteren of films kunnen kijken, naar de sportschool gaan in plaats van een teamsport doen. 

Slide 40 - Tekstslide

Een voorbeeld van hoe individualisering terug te zien is in het leven van de leerlingen, mensen kunnen in deze tijd hun eigen media aanbod bepalen. 
Individualisering (heden)
  • Moderne media stimuleren de eigen keuzes in bindingen
  • Verschuiving van toebedeelde relaties (familie, kerkgenoten) naar verworven relaties (bindingen op basis van interesses of overtuigingen). 



  • Socialisatie vindt steeds meer plaats op school en minder in het gezin. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen
Meer vrijheid en zelfstandigheid
Bedreiging voor solidariteit en de verzorgingsstaat
De nadruk ligt op eigen verantwoordelijkheid en jezelf helpen bij moeilijkheden
Nadelen
Meer tot recht komen als individu

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§7.4 Vorming, verandering en rationalisering

Slide 43 - Tekstslide

Pagina 134

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rationalisering
het proces van het ordenen en systemeren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar te maken en het doelgericht inzetten van middelen om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken. 




Slide 45 - Tekstslide

Een voorbeeld van rationalisering zijn datingapps, zoals Bumble en Tinder. 

Bedenk een voorbeeld van rationalisering
in het verleden
Bedenk een voorbeeld van rationalisering 
in het verleden 

Slide 46 - Open vraag

Voorbeelden zijn: innovatie in oorlogsvoering, de industriele revolutie, veranderend wereldbeeld naar aanleiding van wetenschappelijk denken. 
Benadruk dat rationalisering terug te zien is op verschillende gebieden: economie, wetenschap, kunst, politiek en bestuur
Rationalisering en gezinnen
De samenleving wordt steeds meer als maakbaar gezien, bijvoorbeeld: bestrijding criminaliteit.
Gezinsleven en gezondheid werd steeds beheersbaarder door bijvoorbeeld de pil en vaccinaties
Economische rationalisering zorgde voor toename van vrije tijd

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 48 - Video

Voorbeeld van rationalisering en gezinnen. 
00:49
Stelling: 'De Nip-test is een goede ontwikkeling'
Stelling: 'De Nip-test is een goede ontwikkeling'
Eens
Oneens

Slide 49 - Poll

Deze stelling kan dienen als een aanleiding tot een discussie over deze medisch-ethische kwestie. 

Slide 50 - Tekstslide

Relatie tussen rationalisering van gezinnen en rationalisering overheidsbeleid. 

Hiermee probeert de overheid vaders aan te sporen tot een meer gelijke verdeling van taken thuis en wil men het voor vrouwen makkelijker maken om het moederschap te combineren. Hierbij is dus sprake van rationalisering, individualisering en democratisering. 
Rationalisering in overheidsbeleid (nu)
Rationalisering is soms duidelijk zichtbaar in het beleid. De overheid laat vaak wetenschappelijk onderzoeken hoe het beleid de gebeurtenissen zo efficiënt en effectief mogelijk kan beïnvloeden.

Ideologieën hebben verschillende opvattingen over maakbaarheid. 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de ideologie naar de juiste opvatting.
'Traditionele rolverdeling is belangrijk en daarom moet er belastingkorting zijn voor éénverdieners.'
'De vrijheid van het individu staat voorop. De overheid moet zich neutraal opstellen.'
'De overheid moet ingrijpen om de gelijkheid tussen man en vrouw en verschillende samenlevingsvormen te bevorderen.'
Confessio-
nalisme
Liberalisme
Socialisme en sociaaldemocratie

Slide 52 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Bij deze afbeelding kan de rationalisering van nieuwe samenlevingsvormen uitgelegd worden (pagina 137)
Participatiesamenleving
Het idee dat de klassieke verzorgingsstaat, 
waarin de overheid grote verantwoordelijkheid 
draagt voor het welzijn van de burgers, dient te 
veranderen in een samenleving waarin 
iedereen die dat kan een actieve bijdrage 
levert. 

Slide 54 - Tekstslide

Pagina 138
Voordelen
De wereld is voorspelbaar en beheersbaar
De wereld is minder geheimzinnig en mysterieus
Bedreiging voor werkgelegenheid
Nadelen
Rationalisering  heeft de wetenschap, politiek en cultuur verder gebracht
De verantwoordelijkheid voor succes of falen wordt steeds groter
Toename van maatschappelijke problemen

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 56 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 57 - Link

Deze slide heeft geen instructies


Wat heb je geleerd deze les?

Slide 58 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat vind je nog lastig?

Slide 59 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 60 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 61 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 62 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 63 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: Maatschappelijke verschillen
Ik leerde ...
  • wat de kernconcepten institutionalisering, democratisering, individualisering en rationalisering zijn
  • hoe deze ontwikkelingen de afgelopen 100 jaar tot stand zijn gekomen

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van hoofdstuk 7
Vormingsvraagstuk: samenlevingsvormen

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies