TisTaal by Dutchily E.E.
Ontdek Nederland(s) met Dutchily
lesplan

TisTaal | lesplan week 04 | groep 4 | fase 3

Wil je met dit lesplan aan de slag? Klik op de knop hieronder om een eigen kopie te maken in 'Mijn Lessen'. Vervolgens kun je de lessen aanpassen naar jouw wensen.

Dit lesplan bevat: 
  • startbladen - herhaling lesstof lesweek 3
  • spelling voor groep 4 
  • taal voor groep 4
De bijlages die nodig zijn voor de lessen zijn toegevoegd als PDF-bestand. Elke les bevat ook een reflectieblad, want doelgericht werken vraagt om doelen stellen en erop reflecteren.
De les begint met de startbladen. Met deze werkbladen wordt de lesstof van week 03 herhaald. Je kan hiermee zien of de lesstof wordt beheerst. Een klein toetsmoment dus en een mooie herhaling om je les mee te starten. 

startbladen herhaling week 3

Document
Document

antwoorden startbladen

Document
Document

groep 4 spelling woorden met v en f

Doel: ik kan de f en v onderscheiden. Ik schrijf woorden met f-, v- (feest, vuur) zonder fouten.
Deze les gaat over woorden met f en v. Kunnen de leerlingen deze letters al onderscheiden? Dit is de eerste keer dat ze deze categorie aangeboden krijgen. Leg uit dat woorden met f en v weetwoorden zijn en weetwoorden moet je uit je hoofd leren.

Aanbod
De les start met twee woordkaarten, waarna een sleepvraag en uitleg filmpje volgen. Daarna lees je klassikaal woorden met v en vraag je de leerlingen om hun vingers als een V op hun keel te leggen.
Na het oefenen met woorden met de letter V ga je de letter f oefenen. Je vraagt de leerlingen om hun vingers op hun lip te houden, voelen ze wind/fluiten? De f is een fluitletter.

Na het samen oefenen krijgen de leerlingen enkele meerkeuze vragen waarbij ze de juiste letter moeten invullen in het woord. Dan volgt er een dictee en een lied van de liedjeskast over woorden met v en f.

De les sluit af met reflecteren over het doel.

Woordkaarten

Document
Document

Uitlegbladen

Document

IDEETJE VOOR IN DE KLAS

Ren je rot
Maak kaartjes met woorden met een f / v. De leerlingen staan in een rij achter elkaar. De kaartjes liggen aan de andere kant van de klas op een tafel. Leerling 1 rent naar de tafel en leest het kaartje. Hij rent terug en zegt het woord tegen leerling 2. Leerling 2 schrijft het woord op een kaartje. Hij legt het kaartje ondersteboven op een tafeltje naast de rij en rent naar de tafel. Leerling 1 is achter aangesloten in de rij.
Als alle woorden zijn opgeschreven stopt de tijd. De juf kijkt na. elk goed geschreven woord levert 1 punt op. Als je voldoende leerlingen hebt, speel je dit spel met 2 teams.

werkbladen

Document
Document

antwoorden werkbladen

Document
Document

reflectieblad 

Document

Groep 4 taal werkwoorden

Doel: ik kan een werkwoord (doe-woord) herkennen.
Deze les gaat over werkwoorden, ook wel doe-woorden genoemd in dit leerjaar. Dit is de eerste keer dat de leerlingen dit aangeboden krijgen. Aan het einde van de les herhaal je de les van vorige week over het lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord. In LessonUp zijn opdrachten verwerkt hiervoor. Het werkwoord is namelijk ook een woordsoort.

Aanbod
De les start met uitleg over werkwoorden (doe-woorden). 
Na het uitlegblad volgt ook een uitlegvideo, bekijk deze klassikaal. Daarna oefenen de leerlingen met verschillende opdrachten de werkwoorden.
De tweede helft van de les staat in het teken van herhaling van de woordsoorten die vorige les zijn aangeboden: lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord.

Zing samen met met de liedjeskast met het lied over werkwoorden.

De les sluit af met reflecteren over het doel.

Uitlegblad

Document

Ideetjes voor in de klas

Werkwoorden zoeken
Neem het boek: De gele ballon / Nederland van Charlotte Dematons. Kies een van de platen en laat de leerlingen individueel of in groepjes zoveel mogelijk werkwoorden opschrijven die uit de plaat zijn te halen. Dit kan je ook doen met het Alfabet-boek of ander prentenboek met illustraties waar veel op gebeurt.
Variatie: Draai een letter met het rad (bijvoorbeeld het IKEA-rad met het alfabet erop, of het draaiwieltje van het spel Pim-pam-pet). Wie ziet als eerste een werkwoord met deze letter op de afbeelding?

Werkwoorden uitbeelden
Fluister een werkwoord bij een leerling in het oor of maak kaartjes met werkwoorden erop. Laat dit uitbeelden door de leerling. De overige leerlingen mogen raden welk werkwoord wordt uitgebeeld.

werkblad en antwoorden

Document
Document

Reflectieblad

Document

dutchily E.E. ©