Vogelbescherming Nederland
Samen voor vogels en natuur

Vogels voeren

vogels voeren
Wie eet wat? Wanneer? En waarom?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 4-6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Leerlingen leren waarom ze vogels voeren, wat ze eten en hoe ze het eten. Vervolgens doen de leerlingen een mini onderzoek naar de functie van de snavels van vijf vogels. Daarna bepalen ze welke tuinvogels ze willen lokken en stemmen daar het voer op af. Met die informatie gaan ze in groepjes pindakaas-dennenappels maken, vetbollen maken en pindasnoeren rijgen. Daarnaast maken ze een eenvoudig voederhuisje van een melkpak. Er is ook een extra opdracht toegevoegd: het maken van een voederplank. Bij deze opdracht gaan leerlingen naast zagen en boren ook meten met een meetlint.

Instructies

Voorbereiding
Print voldoende informatiebladen uit (Voedseltips voor tuinvogels, zie bijlagen, 1 per groepje). Als je de activiteiten als carrousel doet, maak dan 4 werkplekken in de klas; voor elke activiteit 1. Dek voor de vetbollenactiviteit 1 tafel af met plastic (vuilniszak), in verband met het morsen van frituurvet.

Werkbladen

Onderdelen in deze les

vogels voeren
Wie eet wat? Wanneer? En waarom?

Slide 1 - Tekstslide

Duifies Duifies kom maar bij Gerritje... Het is super leuk om vogels eten te geven. Je bent net een prinses waar alle vogels op af komen. Maar wat is goed voedsel voor? En wanneer mogen we ze wat voeren? Daar gaan we deze les naar kijken.
Het doel

•  wat voor voedsel vogels nodig hebben
•  wanneer ze welk voedsel nodig hebben
 • hoe je zelf vogels kunt helpen aan voedsel
Aan het einde van de les weet je....

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan denk jij bij het woord 'vogelvoer'?

Slide 3 - Woordweb

Woordweb
Vraag: Waaraan denk jij bij het woord 'vogelvoer'?
Doe: Laat alle leerlingen woorden bedenken waaraan zij denken bij het woord vogelvoer.

Hulpvragen die je kunt stellen, terwijl de leerlingen woorden invullen:
  • Welke vogels ken je allemaal?
  • Eten al deze vogels hetzelfde?
  • Wat eten vogels volgens jou?
  • Wanneer eten ze dat?

Slide 4 - Video

Video over voedsel en vogelsnavels.
Dit filmpje hoef je niet te vertonen als je de les over het voedselweb al hebt gegeven. 

Wat is het verschil tussen de vogels op het filmpje en onszelf?

Slide 5 - Open vraag

Openvraag
Vertel: Zojuist bekeken we een filmpje over snavels en hoe vogels eten. 
Vraag: Wat is het verschil dat jij zag in deze video hoe deze vogels aten en hoe wij zelf eten?
Extra hulpvragen: Hoe eten zij, hoe eten wij? Welke soorten snavels heb je gezien? Wat deden de vogels in het filmpje ermee?
Wat zijn volgens jou de redenen dat vogels gevoerd worden?
Sleep deze antwoorden naar de voederplank.
Vogels kunnen steeds minder plekken
vinden met eten, door al het beton en asfalt.
Zodat de vogels verder op
eigen kracht kunnen overleven.
Omdat vogels horen in onze woonomgeving.
Veel mensen genieten
van vogels dicht bij huis.
Als je ze bijvoert, laten vogels zich veel vaker zien en kun je ze beter leren kennen.

Slide 6 - Sleepvraag

Sleepvraag
Vraag: Wat zijn de redenen dat vogels gevoerd worden?
Doe: Laat de leerlingen de juiste antwoorden naar de voederplank.
Antwoord: Alle antwoorden zijn juist! Weten de leerlingen zelf nog meer redenen waarom zij het leuk vinden om vogels te voerne?
Extra uitleg: Onze bebouwde kom wordt steeds dichter bebouwd en intensiever beheerd. Braakliggende terreinen met zadenrijke planten en insecten maken steeds vaker plaats voor beton en asfalt.
Vogels kunnen daarom minder geschikte voedselplekken vinden. Struiken en bomen zijn natuurlijke schuil- en nestgelegenheden,
maar die komen ook niet veel meer voor. Vogelvriendelijk ingerichte tuinen kunnen dat verlies compenseren en bieden vogels een goed thuis in de bebouwde kom. Een variatie aan gras, bloeiende planten, struiken of bomen helpt veel vogels aan voedsel en nestgelegenheid zodat ze op eigen kracht kunnen overleven. Vogels horen in onze woonomgeving. Veel mensen genieten van vogels dicht bij huis. Als je ze bijvoert, laten vogels zich veel vaker zien en kun je ze beter leren kennen.

Kunnen we het hele jaar door vogels eten geven?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Vogels houden van tuinen met veel planten en struiken, bessen, insecten, een stukje gras en liefst niet al te netjes. Daar vinden ze volop voedsel, hebben ze de ruimte om te schuilen en een nestje te bouwen. Maar daarnaast mag je ze het hele jaar bijvoeren. 
Eten van een koolmees
Koolmezen eten zowel insecten als zaden. Hoeveel ze van het ene of het andere eten, hangt af van het seizoen. In de winter zijn er weinig insecten en zie je koolmezen regelmatig op pinda’s en vetbollen. 
Daarnaast eten ze dan vooral zaden zoals beukennootjes. Als ze gaan broeden en jongen hebben, schakelen ze over op insecten (onder andere rupsen). 
Met deze snavel kan hij gemakkelijk zaden en insecten oppakken.

Slide 8 - Tekstslide

Dit is een koolmees. Hier zie je staan wat hij eet en wanneer hij dat eet. Straks gaan wij van een vijftal vogels ook onderzoeken wat zij eten.
Mini onderzoek

  • Wat eet deze vogel?
  • Wisselt het per seizoen wat deze vogel eet?
  • Hoe helpt zijn snavel hem met eten?
Onderzoeksvragen:
Reiger
Spreeuw
Slechtvalk
Huismus
Grutto
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Mini onderzoeksopdracht
Duur: 15 minuten
Maak groepjes in de klas en laat ieder groepje één vogel kiezen voor een mini onderzoek. Deze drie vragen komen naar voren in het onderzoek:
  • Wat eet deze vogel?
  • Wisselt het per seizoen wat deze vogel eet?
  • Hoe helpt zijn snavel hem met eten?
Laat de leerlingen gebruik maken van de vogelgids: https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids




Wat heb jij deze les geleerd?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies