5.3 De sociale kwestie: werk- en leefomstandigheden

Klas 2 Geschiedenis

§5.3 De sociale kwestie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klas 2 Geschiedenis

§5.3 De sociale kwestie

Slide 1 - Tekstslide

Industriële Revolutie
  • De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie

  • Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei)

  • Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine

Slide 2 - Tekstslide

Gevolgen van de industrialistatie
  • Huisnijverheid (gedaan door boeren) verdwijnt
  • Trek naar de stad --> steden groeien erg snel
  • Slechte leef- en werkomstandigheden arbeiders

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

De Sociale Kwestie

    • Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders.

    • Hoe moet dit worden opgelost en door wie?

    Slide 5 - Tekstslide

    Slechte werkomstandigheden
    • onveilig en ongezond, saai werk
    • lange werkdagen (14u/dag)
    • lage lonen => amper gezin onderhouden
    • geen rechten !

    Slide 6 - Tekstslide

    Kinderarbeid

    • Goedkoper dan volwassenen.

    • Nauwelijks onderwijs gehad. 

    • Noodzakelijk voor onderhoud gezin.

    Slide 7 - Tekstslide

    Kinderarbeid is heel gewoon

    Slide 8 - Tekstslide

    Erbarmelijke woonomstandigheden
    • slechte kleine huisjes (krotten)
    • grauwe arbeiderswijken
    • veel gezinsleden
    • slecht eentonig voedsel (vlees was zeldzaam)
    • hoge kindersterfte
    • weinig hygiëne -> één toiletblok voor heel de wijk.

    Slide 9 - Tekstslide

    Geen uitkering
    • Zieken, bejaarden en invaliden waren aangewezen op de liefdadigheid van de kerkelijke armenzorg.

    • Ze kregen eten, kleding en brandstof van de kerk 
          (maar dat was weinig)

    Slide 10 - Tekstslide

    Wie helpt de arbeiders?

    - vanaf 'de werkvloer'

    • Sommige fabrikanten gaven de arbeiders wél wat extra's.

       


    • Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken. waarom?

    • Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.

    Slide 11 - Tekstslide

    Wie helpt de arbeiders?

    - vanaf 'de werkvloer'

    • Vakbonden: organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers.
    • Als je lid was van een vakbond kon je staken: door lidmaatschap was er een kas waaruit je betaald werd.
    • Veel fabrikanten verboden lidmaatschap vakbond

    Slide 12 - Tekstslide

    Invoering Sociale wetten
    • Zeer slechte woon- werkomstandigheden arbeider
    • Regering zag dat ze hier iets aan moesten doen
    • 1874 Invoering eerste sociale wet: Kinderwetje van Van Houten --> kinderarbeid onder de 12 jaar in fabrieken verboden)

    • Invoering meer sociale wetten

    Slide 13 - Tekstslide

    Van liefdadigheid naar sociale wetten
    • 'Kinderwetje van Van Houten' (1874)
    • Leerplichtwet (1900)
    • Woningwet (1901)
    • Ongevallenwet (1901)


      Slide 14 - Tekstslide