Herhalingsles B1 + 2

B1 + 2 herhalingsles
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

B1 + 2 herhalingsles

Slide 1 - Tekstslide

Quiz Botten

Slide 2 - Tekstslide

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 3 - Quizvraag

ademhalings-
stelsel
skelet
bloedvaten-stelsel
spierstelsel
zenuwstelsel
verterings-stelsel

Slide 4 - Sleepvraag

Volwassenen hebben meer botten dan baby's?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De schedel
Het skelet
Het bot

Slide 6 - Sleepvraag

Waarom zit er 'lijm' in onze botten?
A
Buigzaamheid
B
Stevigheid

Slide 7 - Quizvraag

Het skelet!
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 8 - Sleepvraag

Waarom zit er kalk in onze botten?
A
Buigzaamheid
B
Stevigheid

Slide 9 - Quizvraag

waar zit kraakbeen?
A
tussen alle botten
B
tussen alle gewrichten
C
puntje v.d. neus, oren, en tussen alle botten
D
puntje v.d. neus, oren en tussen alle gewrichten

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn wel taken van het skelet?
Taak skelet
Vorm geven
Beweging
bescherming
stevigheid geven
ademhalen
eten verteren
spreken
stoffen maken

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is géén functie van ons skelet?
A
Je skelet maakt je lichaam stevig
B
Je skelet zorgt ervoor dat we kunnen denken
C
Je skelet beschermt organen
D
Je skelet kan ervoor zorgen dat spieren groeien

Slide 12 - Quizvraag

Sleep de functies van het skelet naar de bijbehorende plaatjes.
timer
1:00
Bescherming
Beweging
Vorm geven
Stevigheid

Slide 13 - Sleepvraag

Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
orgaan
D
cel

Slide 14 - Quizvraag

Sleep naar de botten die je 
ziet op de röntgenfoto:
Spaakbeen
rolgewricht
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes
scharniergewricht

Slide 15 - Sleepvraag

In kraakbeen zit
A
veel kalk
B
weinig kalk

Slide 16 - Quizvraag

Kraakbeen is een
A
beenverbinding waardoor er een heel veel beweging mogelijk is, bijv. bij de ribben
B
beenverbinding waardoor er een geen beweging mogelijk is, bijv. bij de ribben
C
beenverbinding waardoor er een beetje beweging mogelijk is, bijv. bij de ribben
D
verbinding tussen 2 kraakbeenlaagjes

Slide 17 - Quizvraag

Verbandenleggen
  1. Opperarmbeen - dijbeen
  2. Stevigheid geven - bescherming geven
  3. Kalk - lijmstof
  4. Botweefsel - tussencelstof
  5. Kraakbeen - skelet
  6. Lijmstof - botbreuk
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Opdrachten bespreken en nakijken

Slide 20 - Tekstslide

Oefenen
  • Flitskaarten
  • test je zelf van thema 4: B1 + 2 

Slide 21 - Tekstslide