Conditionals

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

IF - zinnen of conditionals
Een if-zin bestaat uit twee gedeelten: het gedeelte dat begint met ‘if’ (if he runs)- de voorwaarde, en het hoofdgedeelte van de zin (he will be on time). Het maakt geen verschil of je de zin met het hoofdgedeelte laat beginnen of met 'if'. Er zijn vier verschillende soorten if-zinnen/conditionals.
Jullie moeten er 4 kennen, de zero-conditional, de first conditional, second conditional en de third conditional.

Slide 2 - Tekstslide

Zero Conditional





Het gaat hierbij om gewoontes en feiten.

Slide 3 - Tekstslide

Fill in the zero conditional:
If it ... (rain), the grass ... (get) wet.

Slide 4 - Open vraag

If it ... (freeze) tonight, water ... (turn) into ice (zero conditional)

Slide 5 - Open vraag

First conditional

Gebruik: als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.


Vorm: if + present simple, will + hele werkwoord

If Daniel leaves, we will be sad.

If you prepare properly, you will pass the test

Slide 6 - Tekstslide

If he takes his medicine, he ________ better.
A
won't feel
B
will feel
C
feels
D
would feel

Slide 7 - Quizvraag

If you _______ well tonight, you won't be tired tomorrow.
A
sleep
B
will sleep
C
slept
D
would sleep

Slide 8 - Quizvraag

Fill in the first conditional:
If he ... (go) to Paris next month, he ... (visit) the Eiffel Tower.

Slide 9 - Open vraag


My boss will be angry if I ___(not finish) my work. (1st conditional)

Slide 10 - Open vraag

Second conditional

Gebruik: als het gaat over iets wat niet zo waarschijnlijk is dat het ooit zal gebeuren/ iets in je fantasie, nu of in de toekomst.


Vorm: if + past simple, would + hele werkwoord


If  I knew Daniel was leaving us, I would be so sad!

If you bought that car, you would not have to go by bus to work!

Slide 11 - Tekstslide

Second conditional
UITZONDERING: 
Als het werkwoord  in je "if-zin" is "to be", dan gebruik je  "I were" in plaats van "I was".
If I were there, I  would make my point.

Slide 12 - Tekstslide

If Dad drove me to school, I _______ late.
A
won't be
B
be
C
wasn't
D
wouldn't be

Slide 13 - Quizvraag

If I were you, I _______ an umbrella.
A
will take
B
would take
C
take
D
took

Slide 14 - Quizvraag

Fill in the second conditional:
If England ... (have) better weather, it ... (be) the perfect place to live.

Slide 15 - Open vraag

Fill in the second conditional: If you _______ (press) the button, the light ________ (come) on.

Slide 16 - Open vraag

Third conditional
Gebruik: als het gaat over iets dat definitief niet gebeurd is in het verleden (had gekund, maar niet gelukt)
Vorm: if+ past perfect, would have + voltooid deelwoord
If I had seen you, I would have said hello.

Slide 17 - Tekstslide

If they.......... (study) it the way we are able to do today, they ............... ( be) amazed. (third conditional)
A
had studied, would have been
B
have studied, would be
C
studied, had been
D
have studied, would be

Slide 18 - Quizvraag

Mixed questions

Slide 19 - Tekstslide

If we won the lottery, I ..... (be) very happy

Slide 20 - Open vraag

If you .........( have) the right equipment, you ....................( visit) Titan and be able to experience life on a moon.
A
have, would have visited
B
had had, would have visited
C
have had, would visited
D
had, would visit

Slide 21 - Quizvraag

If you .... (press) this button, you would have heard the doorbell.

Slide 22 - Open vraag

If you had asked nicely, he ________ (let) you into the club.

Slide 23 - Open vraag

What is the situation?
"If I give a party, everyone will be happy."
A
algemene waarheid (zero conditional)
B
kan gebeuren (first conditional)
C
onwaarschijnlijk (second conditional)
D
niet gebeurd (third conditional)

Slide 24 - Quizvraag

What is the situation?
"If we had talked, we would have made up."
A
algemene waarheid (zero conditional)
B
kan gebeuren (first conditional)
C
onwaarschijnlijk (second conditional)
D
niet gebeurd (third conditional)

Slide 25 - Quizvraag

What is the situation?
"If Peter learned a lot, he would pass his exam."
A
algemene waarheid (zero conditional)
B
kan gebeuren (first conditional)
C
onwaarschijnlijk (second conditional)
D
niet gebeurd (third conditional)

Slide 26 - Quizvraag

What is the situation?
"If you heat ice, it melts."
A
algemene waarheid (zero conditional)
B
kan gebeuren (first conditional)
C
onwaarschijnlijk (second conditional)
D
niet gebeurd (third conditional)

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide