In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1. Metriek Stelsel
Slide 1 - Tekstslide
notitie volgend jaar
voor HAVO/VWO en VWO.
bij volume ook hoogte uitrekenen
toets moeilijker maken
dit nog toevoegen
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Grootheden & eenheden
Eenheden omrekenen
Tijd voor huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
Wat is Natuurkunde?
Natuurkunde is vaak
'meten aan de natuur'
Slide 4 - Tekstslide
Wat kan je allemaal meten?
Slide 5 - Tekstslide
Grootheden & Eenheden
Grootheid: wat we meten
Snelheid
Tijd
Volume
Lengte
Massa
Temperatuur
bijvoorbeeld:
Slide 6 - Tekstslide
Grootheden & Eenheden
Eenheid: waarin we meten
Kilometer per uur
Seconden
Kubieke meter
Meter
Kilogram
Graden Celsius
bijvoorbeeld:
Slide 7 - Tekstslide
Grootheden & Eenheden
Grootheid = …. eenheid
Snelheid = 100 Tijd = 10 Volume = 60 Lengte = 100 Massa = 2
Temperatuur = 35
Bij een grootheid hoort altijd een bepaalde eenheid, bijvoorbeeld:
Slide 8 - Tekstslide
Grootheden & Eenheden
Grootheid = …. eenheid
Snelheid = 100 Tijd = 10 Volume = 60 Lengte = 100 Massa = 2
Temperatuur = 35
Bij een grootheid hoort altijd een bepaalde eenheid, bijvoorbeeld:
Kilometer per uur
Slide 9 - Tekstslide
Grootheden & Eenheden
Grootheid = …. eenheid
Snelheid = 100 Tijd = 10 Volume = 60 Lengte = 100 Massa = 2
Temperatuur = 35
Bij een grootheid hoort altijd een bepaalde eenheid, bijvoorbeeld:
Kilometer per uur Seconden
Slide 10 - Tekstslide
Grootheden & Eenheden
Grootheid = …. eenheid
Snelheid = 100 Tijd = 10 Volume = 60 Lengte = 100 Massa = 2
Temperatuur = 35
Bij een grootheid hoort altijd een bepaalde eenheid, bijvoorbeeld:
Kilometer per uur Seconden Kubieke meter
Slide 11 - Tekstslide
Grootheden & Eenheden
Grootheid = …. eenheid
Snelheid = 100 Tijd = 10 Volume = 60 Lengte = 100 Massa = 2
Temperatuur = 35
Bij een grootheid hoort altijd een bepaalde eenheid, bijvoorbeeld:
Kilometer per uur Seconden Kubieke meter Meter
Slide 12 - Tekstslide
Grootheden & Eenheden
Grootheid = …. eenheid
Snelheid = 100 Tijd = 10 Volume = 60 Lengte = 100 Massa = 2
Temperatuur = 35
Bij een grootheid hoort altijd een bepaalde eenheid, bijvoorbeeld:
Kilometer per uur Seconden Kubieke meter Meter Kilogram
Slide 13 - Tekstslide
Grootheden & Eenheden
Grootheid = …. eenheid
Snelheid = 100 Tijd = 10 Volume = 60 Lengte = 100 Massa = 2
Temperatuur = 35
Bij een grootheid hoort altijd een bepaalde eenheid, bijvoorbeeld:
Kilometer per uur Seconden Kubieke meter Meter Kilogram Graden Celsius
Slide 14 - Tekstslide
Grootheden en eenheden zijn belangrijk
Slide 15 - Tekstslide
Wat zijn hier de grootheden en eenheden?
De politie meet de snelheid van de bestuurder. Hij staat op een afstand van 22 meter. Hij meet dat hij 25 km/h te hard gaat. Hij moet daarom een boete betalen van 300 euro.
Slide 16 - Tekstslide
Massa
De eenheid die bij massa hoort is kilogram
Vaak noemen mensen dit gewicht
Eigenlijk is dit natuurkundig fout
Gebruik hierom het woord massa
Slide 17 - Tekstslide
hulpje
?
Metriek stelsel - Lengte en Massa
Slide 18 - Tekstslide
1
2
3
Antwoorden - Lengte en Massa
Slide 19 - Tekstslide
Ezelsbruggetje
Hoe kan je dat rijtje gemakkelijk onthouden?
Slide 20 - Tekstslide
Ezelsbruggetje
Slide 21 - Tekstslide
hulpje
?
Metriek stelsel - Oppervlakte
Slide 22 - Tekstslide
1
2
3
Antwoorden Opdracht oppervlakte
Slide 23 - Tekstslide
hulpje
?
Opdracht inhoud
Slide 24 - Tekstslide
1
2
3
4
Antwoorden Opdracht inhoud
Slide 25 - Tekstslide
Eenheden omrekenen
1 m = ............... cm
15 dL = ............... cL
0,002 kg = ............... g
14,85 mm = ............... km
100
150
2
0,00001485
Eenheden moet je kunnen omrekenen
Slide 26 - Tekstslide
Eenheden omrekenen
Je kunt veel eenheden op de puntjes om eenheden om te rekenen.
Een stap naar beneden is x10. Een stap naar boven is : 10.
Slide 27 - Tekstslide
Eenheden omrekenen
Bij vierkante en kubieke meters is het niet delen of vermenigvuldigen met 10 maar met 100 en 1000.
Slide 28 - Tekstslide
Samenvattend
Eenheden moet je kunnen omrekenen. Je hebt dit ooit op de basisschool al geleerd met bijvoorbeeld het omrekenen van meter naar centimeter. Bij alle andere eenheden werkt het precies hetzelfde
Slide 29 - Tekstslide
Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel
Slide 30 - Tekstslide
Vraag 1: Verbeter de zin zodat de grootheid en eenheid er juist in staan:
zin: "Mijn kilogram is 45"
Slide 31 - Open vraag
Vraag 2: Verbeter de zin zodat de grootheid en eenheid er juist in staan:
zin: "Het is buiten 25 graden"
Slide 32 - Open vraag
Vraag 3: Verbeter de zin zodat de grootheid en eenheid er juist in staan:
zin: "Het gewicht van de olifant is 4000 kilogram"
Slide 33 - Open vraag
Belangrijk!
Maak de onderstaande opgaven serieus, denk goed na voordat je iets aanklikt. Ik ga controleren hoeveel antwoorden je moest aanklikken voordat je het juiste had
Slide 34 - Tekstslide
55 m = …. hm
A
5,5
B
55000
C
0,55
D
5500
Slide 35 - Quizvraag
0,125 km = …. m
A
1,25
B
125
C
12,5
D
1250
Slide 36 - Quizvraag
Inschatten:
Hoe hoog is een kerktoren?
A
3,6 meter
B
36 meter
C
360 meter
D
3600 meter
Slide 37 - Quizvraag
meter is een .....
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 38 - Quizvraag
Hoeveel meter is 3 kilometer?
A
3 meter
B
30 meter
C
300 meter
D
3000 meter
Slide 39 - Quizvraag
Hoeveel meter is 5 kilometer?
A
5 meter
B
0,5 meter
C
50 meter
D
5000 meter
Slide 40 - Quizvraag
1250 mm = …. dm
A
12,5
B
1,25
C
125
D
0,125
Slide 41 - Quizvraag
56, 34 dam = …. dm
A
5,634
B
0,5634
C
563,4
D
5634
Slide 42 - Quizvraag
25 000 dm = …. km
A
25
B
250
C
2,5
D
25 000 000
Slide 43 - Quizvraag
0,444 mm = …. m
A
0,000 444
B
0,0444
C
444
D
44,4
Slide 44 - Quizvraag
1000 m2 = …..hm2
A
10
B
0,1
C
100
D
1
Slide 45 - Quizvraag
Inschatten:
Hoe hoog is een verdieping?
A
2 meter
B
3 meter
C
4 meter
D
5 meter
Slide 46 - Quizvraag
0,5 km2 = ….. m2
A
500
B
5000
C
500 000
D
5
Slide 47 - Quizvraag
1000 mm2 = …. cm2
A
100
B
10
C
1
D
0,1
Slide 48 - Quizvraag
76 dm2 = ….. mm2
A
7,6
B
7600
C
0,76
D
760000
Slide 49 - Quizvraag
0,955 hm2 = …. m2
A
9,55
B
95,5
C
955
D
9550
Slide 50 - Quizvraag
5 m3 = …….liter
A
50
B
500
C
5
D
5000
Slide 51 - Quizvraag
12 dm3 = …….ml
A
120
B
1 200
C
12 000
D
12
Slide 52 - Quizvraag
0,06 m3 = …….cl
A
6000
B
60
C
600
D
6
Slide 53 - Quizvraag
750 ... = 7,5 m
A
km
B
hm
C
dm
D
cm
Slide 54 - Quizvraag
4,9 .... = 490 mm2
A
cm²
B
dm²
C
hm²
D
m²
Slide 55 - Quizvraag
1400 m2 = …. hm2
A
14
B
1,4
C
140
D
0,14
Slide 56 - Quizvraag
extra oefenen
vind je dit lastig?
Hier kan je nog meer oefenen: https://www.meneerpoulus.nl/applets/eenheden/