1.2 China: van kopiëren tot innoveren

§1.3 China: van kopiëren naar innoveren
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

§1.3 China: van kopiëren naar innoveren

Slide 1 - Tekstslide

De bevolkingsdichtheid in China is het hoogste
A
in het binnenland
B
langs de kust
C
in het zuiden
D
in het noorden

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn oorzaken van de lage bevolkingsdichtheid van West-China?
A
Oorlog en bergen
B
Weinig werk en oorlog
C
Bergen en woestijn
D
De Oeigoeren willen geen andere groepen toelaten

Slide 3 - Quizvraag

Er zijn 3 trappen in het reliëf in China. Welk gebied hoort niet bij de hoogvlakten (1.000 tot 2.000m hoog)?
A
Tibet
B
Tarimbekken
C
Mongoolse Hoogvlakte
D
Lössplateau

Slide 4 - Quizvraag

Waarom besloot de Chinese regering in 1979 tot eenkindpolitiek?
A
De verspreiding van de bevolking was ongelijk
B
Er waren teveel jongeren
C
De bevolking groeide te snel
D
Er waren teveel ouderen

Slide 5 - Quizvraag

Welke vorm heeft het bevolkingsdiagram van China?
A
Piramide
B
Urn
C
Granaat
D
Fles

Slide 6 - Quizvraag

Waarom zijn in China de Speciale Economische Zone's
vooral aan de oostkust gelegen?
A
Daar is het klimaat gunstig voor de industrie
B
Daar zijn de grondprijzen het goedkoopst
C
Daar zijn havens, dus kan er makkelijk transport plaatsvinden
D
Dat heeft de overheid nu eenmaal zo besloten

Slide 7 - Quizvraag

Welke sector is het grootst in Shenzhen?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een speciale economische zone?
A
Een open plek in China waar je speciaal naar toegaat om te handelen
B
Een open plek in China waar buitenlandse bedrijven zich mogen vestigen.
C
Een open plek in China waar buitenlandse bedrijven mogen handelen
D
Een open plek in China waar je geen milieuregels hebt.

Slide 9 - Quizvraag

Welke uitspraken horen bij een SEZ (Speciale Economische Zone)?
A
Dat is een gebied waar buitenlandse bedrijven zich mogen vestigen.
B
Gebied waar alleen binnenlandse bedrijven gevestigd zijn.
C
Alle andere antwoorden zijn juist.
D
Gebied met belastingvoordelen.

Slide 10 - Quizvraag

Waarom werden SEZ (speciale economische zones) rond 1980 aangelegd in China?
A
Om de buitenlandse handel te bevorderen en daarmee de eigen economie.
B
Om de interne concurrentie te bevorderen.
C
Het hoofddoel was vissersdorpen te moderniseren.
D
Het was een economische droom van staatsman Mao Zedong.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe zag Shenzen er 40 jaar geleden uit?
A
Net als Hongkong
B
Voornamelijk landbouwgrond
C
Voornamelijk mijnbouw
D
woestijn

Slide 12 - Quizvraag

1993 vóór SEZ
2019 na SEZ

Slide 13 - Tekstslide

China vroeger
  • Communisme vs Kapitalisme
  • Buitenlandse bedrijven mochten niet
  • Weinig grote steden

Slide 14 - Tekstslide

SEZ
  • Speciaal Economische Zones
  • Zijn aantrekkelijk voor westerse bedrijven (MNO's)
  • Weinig belasting/invoerrechten
  • Bijzondere wetten
  • Goedkope export

Slide 15 - Tekstslide

Shenzen
  • 1e SEZ
  • Vissersdorp -> megastad
  • Lag tegen Hongkong aan
  • Westers

Slide 16 - Tekstslide

Hongkong
Tot 1997 Britse kolonie.

Nu onderdeel van China.

Overgangsregeling van 50 jaar: niet dezelfde wetten als in China.
Was dus al vroeg rijk en westers

Slide 17 - Tekstslide

Shenzhen 

  • Open voor buitenland pas na 1980
  • Geen Kolonie van Engeland
  • exponentiële groei na eerste SEZ
  • Fabriek (secundaire sector)
Hongkong

  • Kolonie van Engeland tot 1997
  • Voorrang op internationale markt dankzij koloniale verleden
  • Dienstensector

Slide 18 - Tekstslide

Waarom in China vestigen?
Een lagelonenland:
Producten konden goedkoop worden gemaakt, daarna verkocht aan het rijke westen.

Europa/Amerika zijn een grote afzetmarkt.

China werd een NIC.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

SEZ 

Slide 21 - Tekstslide

Rijk vs arm
Centrum, semi-periferie en periferie
Iedere regio is gespecialiseerd in 'iets' om te exporteren

Maar: die verdeling ligt niet vast! Landen kunnen opkomen en rijker worden

Slide 22 - Tekstslide

Er is een centrum-periferie verdeling

Slide 23 - Tekstslide

Internationale arbeidsverdeling
Globalisering -> bedrijven kunnen producten maken waar dat zo goed en goedkoop mogelijk kan.

Internationale arbeidsverdeling: verdeling van het werk over verschillende landen --> Ieder land exporteert wat dat land goed en goedkoop kan produceren. Daardoor wel ongelijkheid tussen arm vs rijk.

MultiNationale Ondernemingen (MNO's) zijn bedrijven die over landsgrenzen heen ondernemen

Slide 24 - Tekstslide

Internationale arbeidsverdeling
Drie fasen:
Eerste fase: ontwerpen product
Tweede fase: produceren in fabrieken
Derde fase: vervoeren en verkoop product

Slide 25 - Tekstslide

NIC: opkomende landen
NIC: Newly Industrializing Countries.

Exportgericht
Buitenlandse investeringen.

Produceren van goederen!

Slide 26 - Tekstslide

Laptop op wereldreis
Herhaling: 
Periferie
Semi-periferie
Centrum

Slide 27 - Tekstslide

Assemblage
Machines of apparaten moeten in elkaar gezet worden van losse producten. Dit gebeurt in een assemblage. Goede voorbeelden hiervan zijn fabrieken waar men auto's bouwt. 
Dit gebeurt veel in de fabrieken in China.

Slide 28 - Tekstslide





(Productieketen)
Assemblage 

Slide 29 - Tekstslide

Van assemblage naar ontwerpen
  • Assemblage = het in elkaar zetten van producten (bv voetbal, auto, etc). 
  • Dit zorgt voor minder inkomsten dan zelf ontwerpen/produceren
  • Zelf innoveren --> minder afhankelijk van 'ontwerplanden' (USA, FR, DU, etc)
  • Gevolg: sterke machtpositie op de vrijemarkt 

De Chinese bevolking is rijker geworden en hoogopgeleider --> kunnen nu zelf ontwikkelen/ontwerpen ipv alleen maar produceren

Slide 30 - Tekstslide

Bij internationale arbeidsverdeling draait het om...
A
het uitschuiven van de productie naar lage lonen landen
B
dat iedereen dat werk doet waar hij goed in is
C
dat landen samen overleggen welke arbeid waar verricht wordt

Slide 31 - Quizvraag

Periferie
Centrum
'Slechte' banen
Producten
Te weinig werkgelegenheid
Bevolking wil niet meer in fabrieken werken
Vraag naar luxeproducten
Zeer afhankelijk
Lonen zijn laag
Enorme bedrijven

Slide 32 - Sleepvraag

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video