Beeldende begrippen

Voorbereiding TW1
Beeldende Begrippen

oefenvragen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunstzinnige oriëntatieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voorbereiding TW1
Beeldende Begrippen

oefenvragen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is architectuur?
A
een bestuurder
B
huizen
C
bouwkunst
D
Alles wat van steen is

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als we het in de beeldende kunst hebben over voorstelling, dan bedoelen we:
A
Een toneelstuk
B
dat wat je ziet
C
een grapje
D
iemand voorstellen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit schilderij is:
A
non-figuratief
B
abstract
C
geabstraheerd
D
figuratief

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Textuur       Stofuitdrukking      Structuur 

Slide 5 - Tekstslide

structuur: iets dat uit verschillende onderdelen is opgebouwd

stofuitdrukking: het schilderen van textuur

textuur: een oppervlakte kan een ruwe of gladde textuur hebben
Wat kun je zeggen over de stofuitdrukking in dit schilderij?
A
zeer gedetailleerd weergeven
B
heel grof geschilderd

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Typografie is
A
letterzetten
B
vormgeving van tekst en letters
C
illustreren
D
een cursieve letter

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat voor soort stilleven is dit?
A
een pronkstilleven
B
een vanitasstilleven
C
een bloemstilleven
D
een rookstilleven

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een schilderij met een voorstelling uit het dagelijks leven noem je ook wel een
A
allegorie
B
stilleven
C
genrestuk
D
drieluik

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk bij expressieve kunst?
A
gevoelens uiten
B
een indruk weergeven van iets
C
een boodschap overbrengen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld / plaatje van een cliche

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beeldende middelen:
De middelen waarmee een beeld zijn uiteindelijke zichtbare uiterlijk krijgt. 

Men onderscheidt 2 hoofdgroepen:
1 Het materiaal en hanteringwijze
2 de beeldende aspecten (of vormgevingsaspecten): vorm, licht, kleur, ruimte en compositie.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verf is :
A
Een beeld aspect
B
Een beeldend middel
C
Onderdeel van de compositie
D
Een vormgevings- aspect

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hanteringswijze op dit schilderij is
A
expressief
B
impressionistisch
C
tekenachtig

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat speelt een belangrijke rol bij expressieve kunst?
A
gevoelens uiten
B
een indruk weergeven
C
een boodschap overbrengen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tekenachtig
schilderachtig
nauwkeurig, precies getekend of geschilderd
schetsmatige, lossere manier van werken 

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

een muurschildering die is aangebracht op een vochtige kalklaag noem je:
A
een fresco
B
al secco
C
graffiti
D
combine painting

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De voordelen van olieverf zijn:
A
droogt langzaam, dus je kunt heel gedetailleerd werken
B
diepe kleuren
C
je kunt er geleidelijke kleurovergangen mee maken
D
A, B en C zijn goed

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoogdruk
diepdruk
doordruk
vlakdruk
zeefdruk
ets
litho
linosnede

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modelleren
gieten
construeren
beeldhouwen

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies