Portet tekenen

Portret



1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Portret



Slide 1 - Tekstslide

Werkwijze
  1. Maak een eerste zelfportret en lever in via Magister (0-meting)
  2. Youtube Tutorial tekenen portret ( kies eigen filmpje en teken mee)
  3. Oefeningen in de les. En profile met restruimte wordt vaas en op zijn kop tekening ( deel tekening en link van het filmpje met de juf)
  4. Gebruik je tekenpotlood.
  5. Zorg voor structuur, tint en schaduw.
  6. Vewaar alle opdrachten en schetsen !!!!!!
  7. Zet je definitieve tekening op een A4.
  8. Werk je tekening netjes af.  

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze lessen kun je een portret tekenen volgens de juiste verhoudingen.

Slide 3 - Tekstslide

Portret
Iedere kop heeft individuele trekken. De neus is bij de een wat langer, bij de ander wat dikker. Ondanks deze verschillen kun je toch zeggen dat er algemene verhoudingen zijn die bij het portrettekenen van pas komen. Een kop is bijvoorbeeld symmetrisch, de linker- en rechterhelft zijn nagenoeg elkaars spiegelbeeld. Hoe dit precies zit leer je in deze opdracht. 

Slide 4 - Tekstslide

portret en face

Slide 5 - Tekstslide

portret en trois quart

Slide 6 - Tekstslide

portret en profil

Slide 7 - Tekstslide

dus........

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht ZELFPORTRET A-4
Teken je eigen hoofd 'en face' waarin alle verhoudingen goed kloppen en op een goede manier structuur (haar, wenkbrauwen, kleding, etc.) tint en schaduw is toegepast. 

Formaat: A4
Materiaal: tekenpotloden 
( voor extra uitdaging met andere materialen “zwarten”(zwart kleurpotlood, houtskool, inkt, fineliner, balpen), schetspapier.
Tijd: 4 lesuren


Slide 9 - Tekstslide

Kijk en leer

Slide 10 - Tekstslide

Stap voor stap
  1. De grondvorm van een hoofd heeft een eivorm met de punt op de plaats van de kin.
  2.  Verdeel het ei in 2 gelijke helften door een horizontale dunne lijn. 
  3. De lijn waar de ogen op liggen, (ooglijn) loopt bij een volwassene door het midden van het hoofd.  

Slide 11 - Tekstslide


  1. De helft van ooglijn en kin is de lijn waarop de onderkant van de neus komt.
  2. Verdeel het stukje van neus naar kin in twee gelijke helften. 
  3. Op die lijn komt de mond.
  4. De mondhoeken zitten bij een gesloten mond recht onder de pupillen.
  5. De oren zitten tussen oog en neuslijn.
  6. Er passen 5 ogen van gelijke grootte op een rij, daarvan gum je er natuurlijk 3 weer weg. 


Slide 12 - Tekstslide

Beoordelingscriteria
  • Je hebt een tekenpotlood gebruikt.
  • De verhoudingen van je portret kloppen.
  • Je hebt structuur toegepast (haar, wenkbrauwen, kleding, etc.) .
  • Je hebtop de juiste plaats schaduw toegepast. 
  • Je hebt verschillende grijstinten gebruikt.
  • Het geheel is netjes afgewerkt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Inspiratie

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video