Portret tekenen

Portret
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Portret

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een portret?
Een portret is een afbeelding van een persoon. 
De herkenbaarheid van het gezicht is het belangrijkste. Portretten kunnen worden geschilderd, gefotografeerd of gebeeldhouwd. Portretten kunnen realistisch zijn of juist niet.
Amy Robins, 2011, tekening op papier,
Gloucester.

Slide 2 - Tekstslide

Kennisvraag:
Zoek een realistische portret op internet en zet deze in dit veld.

Slide 3 - Open vraag

3 manieren
Een portret kan op 3 verschillenden manieren worden afgebeeld:
  1. en face, het hoofd recht van voren. 
  2. a trois quart, een beetje van twee kanten.
  3. en profiel, het hoofd van opzij gezien.

Slide 4 - Tekstslide

En Face
En Profil

Slide 5 - Tekstslide

Trois Quart

Slide 6 - Tekstslide

Verhoudingen
Iedere gezicht heeft individuele trekken. De neus is bij de een wat langer, bij de ander wat dikker. Ondanks deze verschillen kun je toch zeggen dat er algemene verhoudingen zijn die bij het portrettekenen van pas komen. Een kop is bijvoorbeeld symmetrisch, de linker- en rechterhelft zijn nagenoeg elkaars spiegelbeeld. Hoe dit precies zit leer je in deze opdracht. 
In dit schilderij van Francoise Nielly zit veel emotie. Dit komt door de gezichtsuitdrukking maar ook door het uitgesproken kleurgebruik en de expressieve manier van 
schilderen. Ze maakkt deze grote schilderijen (195 x 62 cm) met 
behulp van schildersmessen. Daardoor ontstaan de ‘vegen’ en 
‘verdikkingen’ in het werk.
Francoise Nielly, acryl op doek, 2013, Parijs.

Slide 7 - Tekstslide

Onderzoeksopdracht
Onderzoek een aantal portretten. 
Neem het kalkpapiertje en probeer door de portretten over te trekken. Probeer er achter te komen of er een algemeen gemiddelde verhouding/ formule is voor een gezicht.  

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Stap voor stap
  1. De grondvorm van een hoofd heeft een eivorm met de punt op de plaats van de kin.
  2.  Verdeel het ei in 2 gelijke helften door een horizontale dunne lijn. 
  3. De lijn waar de ogen op liggen, (ooglijn) loopt bij een volwassene door het midden van het hoofd.  

Slide 10 - Tekstslide


  1. De helft van ooglijn en kin is de lijn waarop de onderkant van de neus komt.
  2. Verdeel het stukje van neus naar kin in twee gelijke helften. 
  3. Op die lijn komt de mond.
  4. De mondhoeken zitten bij een gesloten mond recht onder de pupillen.
  5. De oren zitten tussen oog en neuslijn.
  6. Er passen 5 ogen van gelijke grootte op een rij, daarvan gum je er natuurlijk 3 weer weg. 


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Kennisopdarcht
Een van de moeilijkste onderdelen tekenen zijn de ogen. De verhoudingen, de details en de stand van de ogen zijn bepalend voor een lijkend portret. Met behulp van het het stappenplan dat volgt in de video leer je hoe je twee ogen tekent. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Lever een foto van de tekening 'twee ogen' in.

Slide 15 - Open vraag